246
MAANDAG 20 OCTOBER 1924.
De Voorzitter stelt voor om afwijzend op dit verzoek te
beschikken, aangezien kwijtschelding van belasting wettelijk
niet geoorloofd is. Alleen wanneer een aanslag blijkt niet
invorderbaar te zijn, dan wordt die te zijner tijd oninvorder-
baar verklaard.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
5°. Verzoek van Dr. C. S. Lechner, om ontheven te worden
van de functie van lid der Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs.
6°. Verzoek van Dr. G. G. Kloeke om eervol ontslag als
leeraar aan het Gymnasium.
7°. Mededeeling van de Vereeniging voor Christelijk Onder
wijs te Leiden, dat zij haar verzoek van 30 Juli j.l. om mede
werking ter verkrijging van betere localiteiten voor hare school
aan de Pieterskerkgracht intrekt en inzending van een nieuw
verzoek van gelijke strekking.
8°. Verzoek van de Leidsche Vleeschhouwersvereeniging en
van de Leidsche Varkensslagersvereeniging om verlaging van
de z.g. slachttarieven en kleine belastingen.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
9®. Amendement van den heer van Stralen op het voorstel
in zake de verstrekking van brandstoffen aan werkloozen.
Zal worden behandeld bij punt 11 der agenda.
De Voorzitter deelt alsnog mede:
4°. dat door den Gezant van Amerika aan den Burgemeester
is aangeboden een Amerikaansche vlag ten behoeve van het
Raadhuis;
2°. dat in de Commissie, bedoeld in artikel 22 van het
Reglement voor de Werklieden in dienst der gemeente Leiden,
zijn benoemd:
door den Gemeenteraad op 2 September
tot lid de heer P. Heemskerk en
tot plaatsvervangend lid de heer F. Eikerbout;
door Burgemeester en Wethouders op 20 September
tot leden de heeren A. M. Touw en J. Bots en
tot plaatsvervangende leden de heeren J. P. Creyghton en
J. Zitman;
bij de op 5 September gehouden verkiezingen
tot leden de heeren: C. Th. Sloots en M. H. Noteboom en
tot plaatsvervangende leden: de heeren J. van der Hoeven
en P. H. ter Haak.
Aan de orde is alsnu
I. Benoeming van een lid der Plaatselijke Schoolcommissie.
(Zie lng. St. No. 269.)
De Voorzitter noodigt de heeren Groeneveld, Bergers,
mevrouw Dietrichde Rooy en den heer van Rosmalen uit
het stembureau uit te maken.
Wordt benoemd met 26 stemmen de heer J. M. Mazurel;
4 biljetten waren in blanco.
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
II. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom bij de
gemeente van:
a. een strookje grond aan de Oosterstraat, Kad. bekend
Sectie K No. 3703 ged.;
b. een strookje grond aan den Hoogen Rijndijk, Kad. bekend
Sectie M No. 3364 ged.;
c. een strookje grond en water, Kad. bekend Sectie O
Nis 15 en 32 ged.
(Zie lug. St. No. 270.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
(De heeren Huurman en Knuttel waren inmiddels ter ver
gadering gekomen.)
III. Voorstel:
a. tot aankoop van het perceel Lage Rijndijk, Sectie K.
No. 783;
b. tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoo-
digde gelden.
(Zie lng. St. No. 271).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
IV. a. Herstemming over het amendement van den heer
van Stralen, op art. 13 der ontwerp-verordening
betreffende den Gemeentelijken Dienst voor Sociale
Zaken
b. Voortzetting van de behandeling van het voorstel in
zake de instelling van een Gemeentelijken Dienst
voor Sociale Zaken.
(Zie lng. St. No. 252.)
a. Het amendement van den heer van Stralen, om in sub 5
het woord »twee'' te vervangen door vijf", opnieuw in
stemming gebracht, wordt met 17 tegen 15 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Sanders, Eerdmans, Eikerbout,
van Hamel, van der Wall, van Rosmalen, Wilmer, van der
Reijden, Huurman, Coster, Zuiderna, Oostdam, Bergers, Heems
kerk, Mulder, Meijnen en Reimeringer.
Vóór stemmen: de heeren Baart, van den Heuvel, Wilbrink,
Knuttel, van Eek, Witmans, mevrouw van Itallievan Embden,
de heeren Verweij, Spendel, Groeneveld, Kooistra, mevrouw
Dietrich—de Rooy, de heeren van Stralen, Sijtsma en Dubbel-
deman.
b. Art. 13 wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen, waarna de geheele verordening eveneens zonder
hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeen
komstig de conclusiën sub 3, 4 en 5 van het voorstel van
Burgemeester en Wethouders besloten.
V. Verordening, houdende wijziging van de verordening van
2 Mei 1912 (Gem.blad No. 17), op de Straatpolitie.
(Zie lng. St. No. 263.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen I en II worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele
verordening eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming wordt vastgesteld.
VI. Verordening, houdende wijziging van de verordening van
23 Mei 1912 (Gem.blad No. 18), op het Rijden.
(Zie lng. St. No. 263.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen I tot en met IV worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen,
waarna de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
VII. Praeadvies op het verzoek van K. G. van der Hoeven
e.a., om den naam »Diefsteeg" te veranderen in dien van
»Gravensteinstraat" of »Gravinnestraat".
(Zie lng. St. No. 272.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Sijtsma geeft in overweging om, waar al de bewoners
van de betrokken steeg op naamsverandering aandringen,
omdat de naam niet mooi is en vreemdelingen den indruk
krijgen te doen te hebben met een Leidsche Jordaan, aan het
verlangen dier bewoners tegemoet te komen. Het argument
van Burgemeester en Wethouders, dat eigenlijk aan de historie
geweld aangedaan zou worden, weegt bij spreker niet zoo
zwaar. Vooreerst is de naam »Gravensteinstraat" ook al weer
een historische, maar bovendien is bij vorige naamsverande
ringen, zooals die van de Jodenkerkkoorsteeg en van de
Galgesteeg, welke laatste naam onaesthetisch werd geacht en
daarom is veranderd in »Morschstraat", ook geen rekening
gehouden met de historie.
De heer van Hamel gevoelt wel wat voor inwilliging van
het verzoek van adressanten. In 1905, 21 September, is op