GEMEENTERAAD YAN LEIDEN. 207 UreEKOKEN STUKKEN. N°. 275. Leiden, 20 October 1924. De Commissie van Financiën beeft de eer U mede te deelen, dat de suppletoire begrootingsstaat, gevoegd bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het maken van een voorloopigen verbindingsweg van de Langegracht naar den Maresingel (Ingek. Stukken No. 268), bij haar geen bezwaar ontmoet indien de Baad tot den aanleg van dien weg besluit. Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen den door Burg. en Weth. voorgestelden aankoop van het perceel aan den Lagen Rijndijk Sectie K No. 783 (Ingek. Stukken No. 271) en de voorgestelde overneming van strookjes grond in ver band met ingediende bouwplannen (Ingek. Stukken No. 270). Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 276. Leiden, 24 October 1924. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer E. van der Wall bestaat bij ons College geenerlei bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan den heer E. van der Wall, op diens verzoek, eervol ontslag te verleenen als Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, uitsluitend belast met het sluiten van huwelijken, onder dankbetuiging voor de als zoodanig aan de gemeente bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 14 October 1924. Aan den Baad gemeente Leiden. EdelAchtbare Dames en Heeren. Wegens vertrek uit de gemeente Leiden in het laatst dezer maand, heb ik de eer U beleefd te verzoeken mij ontslag te willen verleenen als Ambtenaar van den Burger lijken Stand uitsluitend belast met het voltrekken van huwelijken. Hoogachtend Uw dw. dnr E. y. d. Wall. N°. 277. Leiden, 28 October 1924. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 7 der veror dening van 26 Juli 1920, houdende Reglement voor het Burgerlijk Armbestuur te Leiden, hebben wij de eer U, ter vervulling van de vacatures in dat bestuur, welke met 1 Januari a. s. zullen ontstaan tengevolge van de periodieke aftreding van Mejuffrouw C. Korsse en den heer J. Karstens, na raadpleging van het Burgerlijk Armbestuur, de volgende aanbeveling aan te bieden: Vacature Mej. Korsse: 1°. Mej. C. KORSSE. 2°. Mej. M. J. LODDER. Vacature J. Karstens: 1°. J. KARSTENS. 2°. P. J. GIJSMAN. Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot ecne benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 278. Leiden, 30 October 1924. Naar aanleiding van bijgaand verzoek geven wij Uwe Ver gadering in overweging aan den heer Dr. C. S. Lechner eervol ontslag te verleenen uit zijne functie van lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, onder dankbetuiging voor de door hem in die functie bewezen diensten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, October 1924. Aan den Raad van de Gemeente Leiden. De ondergeteekende verzoekt hierbij Uw College hem wel te willen ontheffen van de functie van lid van de plaatselijke Commissie van Toezicht op de Scholen van Middelbaar Onderwijs. Met de meeste hoogachting Uw dw. dr. C. S. Lechner. N°. 279. Leiden, 30 October 1924. Met verwijzing naar de terzake door het College van Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der Gym nasia uitgebrachte adviezen, geven wij Uwe Vergadering in overweging den heer Dr. G. G. Kloeke, op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van leeraar in de Hoogduitsche taal aan het Gymnasium alhier, en dat ontslag te doen ingaan 16 Januari 1925. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 10 October 1924. Edelachtbare Heeren, De ondergeteekende Dr. G. G. Kloeke verzoekt bij dezen om ontslag uit zijn betrekking van leeraar aan het Gymnasium met ingang van 16 Januari 1925. Gaarne maakt onderget. van de gelegenheid gebruik, om hieraan een woord van dank toe te voegen voor de liberale wijze, waarop het gemeente bestuur hem jaar geleden verlof heeft verleend, om zich te kunnen wij dien aan wetenschappelijke taalonderzoekingen, waarmede onderget. sinds een tiental jaren bezig is, en die hij gedurende het aan hem verleende studieverlof hoopte te kunnen voltooien. Dit doel is helaas nog niet bereikt. Meer en meer wordt het onderget. duidelijk, dat het hem naast de werkzaamheden aan het leeraarsberoep verbonden, niet mogelijk zal zijn, zijn studiën in afzienbaren tijd tot een goed einde te brengen temeer daar, naar het onderget. voorkomt, verschillende recente overheidsmaatregelen op een tendentie tot toenemende verzwaring der leeraarstaak wijzen. Tot het verzoek om ontslag heeft ten slotte de overweging den doorslag gegeven, dat onderget. thans nog in de jaren is, dat hij zijn volle kracht op dit omvangrijke wetenschappe lijke werk kan concentreeren. Later zouden de omstandig heden in dit opzicht wellicht minder gunstig kunnen zijn, terwijl het risico dat uit den aard der zaak aan het tijdelijk geheel prijsgeven eener vaste ambtenaarsbetrekking is verbonden te groot zou worden. Hoogachtend heeft hij de eer te zijn Weledelachtbare Heeren uw dw. G. G. Kloeke, Rapenburg 63. Aan den Raad der gemeente Leiden. N°. 280. Leiden, 30 October 1924. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer I. J. Huygens bestaat bij ons College geen bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den heer I. J. Huygens met ingang van 1 Januari 1925 eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van concierge aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 12 September 1924. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edelachtbare Dames en Heeren. De ondergeteekende I. J. Huygens, sedert 1 Januari 1907 concierge aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, verzoekt Uw College beleefd hem wegens het bereiken van den 65 Jarigen leeftijd op 16 November a.s. uit genoemde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 19