GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. ekoii i:y stceken. 127 N°. 208. Leiden, 14 Juli 1924. Tegen de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde verhooging van eenige begrootingsposten van den dienst 1923 (Ingek. Stukken No. 167), heeft de Commissie van Financiën geen bezwaar. Zij geeft U mitsdien in overweging de hierop betrekking hebbende begrootingsregeling vast te stellen. Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen de begrootings- staten, gevoegd bij de navolgende voorstellen van Burge meester en Wethouders: tot aanvulling van het uitbreidingskapitaal derElectriciteits- fabriek (Ingek. Stukken No. 195); voor het aanleggen van een straat nabij de Anna Pau- lownastraat, het doortrekken van de Bloemstraat en het dempen, rioleeren en bestraten van een gedeelte der Drift- sloot (Ingek. Stukken No. 187); voor den aanleg van een verbindingsweg van de Yan Speykstraat en de Verlengde Oosterstraat naar de Waard- straat (Ingek. Stukken No. 196); voor de aanvaarding en verstrekking van een woning- bouwvoorschot aan de vereeniging „de Eensgezindheid" (Ingek. Stukken No. 172); voor de volledige afwerking der grondwaterzweminrichting aan de Zijl (Ingek. Stukken No. 197); voor de aanschaffing van leermiddelen voor de bijzondere school aan het Noordeinde No. 40 (Ingek. Stukken No. 199); voor de verbouwing van het gebouw der buitengewone school voor lager onderwijs en de aanschaffing van meubi lair (Ingek. Stukken No. 193); voor de verbouwing van de schoolgebouwen aan de Vrou wenkerksteeg en de Boommarkt (Ingek. Stukken No. 207); voor de partieele uitvoering van de bestratings- en riolee- ringswerken op en nabij het bouwterrein van „Rijksdorp", zulks met intrekking van de te dier zake in de raadszitting van 25 Februari 1924 vastgestelde begrootingsregeling (Ingek. Stukken No. 206); noch tegen den in verband met de voorstellen, opgenomen onder Nis 172 en 206 der Ingekomen Stukken benoodigden aankoop van gemeentegrond. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 209. Leiden, 12 Juli 1924. Aan den Raad der Gemeente Leiden Ter voorziening in de vacature ontstaan door de perio dieke aftreding van het Bestuurslid onzer Vereeniging, Dr. Th. W. van Lidth de Jeude, Alhier, beveelt ons Bestuur aan 1. Dr. Th. W. VAN LIDTH DE JEUDE, 2. Mr. P. M. TRAPMAN, Alhier. Het Bestuur verzoekt Uwen Raad thans tot benoeming over te gaan. Hoogachtend E. A. Cosman, Secretaris. N°. 210. Leiden, 15 Juli 1924. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven bestaat bij ons College geenerlei bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven, weder voor den tijd van drie jaren, gerekend te zijn ingegaan 1 Juli j.l., te bestendigen in de betrekking van S tads-V roedmeester. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 8. 7. 24. Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de onder- geteekende, Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven, dat hij verzoekt herbenoemd te worden als Stadsvroedmeester. Hetwelk doende enz. P. C. T. van der Hoeven. N°. 211. Leiden, 15 Juli 1924. Vóór de huizen, staande aan den Morschweg tusschen de Paul Krugerstraat en de Floralaan, bevinden zich voor tuinen, welke de breedte van de straat op hinderlijke wijze verkleinen. Worden deze tuintjes bij de straat gevoegd, dan kan de Morschweg ter plaatse een aanmerkelijke verbreeding ondergaan, die, wanneer voorts aan die zijde een 2 M. breed tegeltrottoir wordt aangelegd, ook aan het voet gangersverkeer in hooge mate ten goede zal komen. Bij de onderhandelingen, door ons met de betrokken eigenaren gevoerd, is gebleken, dat zij allen bereid zijn hunne voortuinen zouder kosten hunnerzijds ten behoeve van de bovengeschetste wegverbreeding aan de gemeente af te staan. Het komt ons, evenals de Commissie van Fabricage, voor, dat onder deze omstandigheden de verbreeding van dit deel van den Morschweg, waarvan de kosten op ongeveer 2750. worden begroot, ter hand behoort te worden genomen. Daarbij ware dan tevens voor het gedeelte tusschen Flora laan en Lobsenstraat een rooilijn vast te stellen, liggende ongeveer in het verlengde van de ten Westen der Floralaan en ten Oosten van de Lobsenstraat bestaande bebouwing, gelijk op de overgelegde teekening in groen is aangegeven. Daardoor zal de Morschweg ook hier een breedte van 12 M. kunnen verkrijgen. Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Verga dering in overweging: a. te besluiten tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente, zonder betaling van koopsom, van de op de overgelegde teekening in roode kleur aangegeven ge deelten van de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie L nis 18, 19, 67 tot en met 75, 92, 1233, 972, 971, 970, 86, 1156 en 883; b. door vaststelling van den mede hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving, model C, ten behoeve van de ver breeding van den Morschweg tusschen de Floralaan en de Paul Krugerstraat een bedrag van 2750.te onzer be schikking te stellen; c. voor de Noordzijde van den Morschweg. voorzoover gelegen tusschen de Westzijde van de Floralaan en de westelijke rooilijn van de Lobsenstraat, een rooilijn vast te stellen, zooals op de overgelegde teekening in groen is aan gegeven. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan de onder b genoemde som ad ƒ2750.zal worden afgeschreven, is nog 45517.14 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 25