156 MAANDAG 14 JULI 1924. 't beste doet, en de Leidsche Zwemclub heeft op dit gebied haar sporen verdiend. Rijzen er bezwaren, dan kan men het volgend jaar met een andere vereeniging een overeenkomst sluiten. De heer Wilbrink blijft er bij, dat ook de Leidsche Zwemclub eerst zal moeten leeren de nieuwe inrichting te beheeren, want het beheer van de tegenwoordige inrichting is veel eenvoudiger dan het beheer van de grondwater zweminrichting. Spreker had dus het recht om in deze te zeggen: al doende leeit men. De Voorzitter zegt: de heer Hoolweriï is ook ingenieur en deze zal er waarschijnlijk meer verstand van hebben dan de Directeur of de Adjunct-Directeur der Lichtfabrieken; maar dit staat voor spreker nog niet zoo vast. De exploitatie zal de heer Hoolweriï' ook alleen niet drijven; hij heeft wel wat anders te doen; meerdere dagen per week is hij voor zijne werkzaamheden uit de stad; hij zal dus slechts veelal des avonds toezicht kunnen uitoefenen. Ook kan spreker niet aannemen, dat de heer Hooi wei fï zich zal inlaten met de behandeling van de motoren e.d., iets wat geheel buiten zijn eigenlijke werk ligt. Aan het voorstel van den heer van den Heuvel zijn bezwaren van tweeërlei aard verbonden. Vooreerst het bezwaar, dat het beheer natuurlijk voor de gemeente duurder zal worden. Maar verder is er dit bezwaar. De Leidsche Zwemclub heeft na sluitingstijd, des avonds 8 uur, de zweminrichting voor hare leden beschikbaar om zich te oefenen, en zoo zal het bestuur van de zwem vereeniging »De Zijl" na sluitingstijd de zweminrichting beschikbaar willen hebben voor hare leden om zich te oefenen, maar als het beheer bij de gemeente is, dan zal dat moeilijk kunnen gaan, want daarnaast zal niet geplaatst kunnen worden het bestuur eener vereeniging, dat dan het beheer in handen neemt. Er is gezegd: het badhuis van »De Eendracht" wordt zoo goed geëxploiteerd, maar men zou er toch niet aan denken om, wanneer een andere bouwvereeniging een badhuis oprichtte, het beheer daarvan op te dragen aan het bestuur van »De Eendracht", omdat dit zoo goed het bestaande badhuis exploi teert. Het bestuur van die andere bouwvereeniging zou zeggen: zijn wij daarvoor niet geschikt? Gezien de wijze, waarop de zweminrichting aan het Rijn en Schiekanaal tot dusver beheerd en geëxploiteerd geworden is, is spreker geen oogenblik bevreesd, dat, bij het toezicht dat zal uitgeoefend worden, het beheer van deze nieuwe zweminrichting door de zwem vereeniging »I)e Zijl" niet in goede banen geleid zal worden, tot nut van de gemeente en tot waarachtig welzijn van de volkszwemsport. De heer van den Heuvel moet opkomen tegen de wijze, waarop de Wethouder in deze aangelegenheid van antwoord meent te moeten dienen. Hij heeft namelijk niets gezegd. Men mag toch wel verwachten, dat van de zijde van den Wethouder argumenten worden aangevoerd, wanneer hij zich tegen een voorstel verklaart, maar daarvan is geen sprake geweest. Hij zegt eenvoudig: ik zal er met geen woord op ingaan. Dat is niet een goede wijze van behandeling. Alleen heeft hij gezegd, dat het uit een financiëel oogpunt zeer schadelijk zou zijn, maar hij heeft dat niet op eenigerlei wijze aangetoond. Het spreekt van zelf, dat spreker aan zulk een betoog niet veel waarde hecht. Ook de Voorzitter heeft gezegd, dat gemeente-exploitatie zeer duur zou worden, maar hij heeft dat evenmin met cijfers aangetoond. Het werpt ook een eigenaardig licht op de opvattingen bij het college ten aanzien van deze aangelegenheid. Door het daarstellen van zweminrichtingen toont men zich bewust te zijn, dat de gemeente een zekere taak heeft op het gebied van de volks gezondheid, en als men nu met het oog op een iets duurdere exploitatie, welke men vreest, het beheer dier inrichtingen geeft in handen van een particuliere vereeniging, dan is dat een bevordering van de volksgezondheid van den zeer smaller) kant, want zij moet op een koopje gebeuren, hetgeen men tracht te bereiken door de exploitatie te leggen in handen van menschen, die geen verantwoordelijkheid hebben tegen over den Raad. De gemeente dient de zaak zelve ter hand te nemen. De Lichtfabrieken heeft men ook in eigen beheer genomen en daar zijn de uitkomsten toch vrij goed. Nooit is aangetoond, dat daar oneconomisch wordt gewerkt, terwijl er tegen woordig voorbeelden te over zijn, dat particuliere zaken worden gedreven op een wijze, zooals men het niet gaarne van gemeentewege zou zien. Is er in een gemeentebedrijf iets niet in orde, dan komt het spoedig aan de oppervlakte, het geen bij een particulier bedrijf niet het geval is. Er is geen enkele reden, waarom de exploitatie van deze zweminrichting niet van gemeentewege zou kunnen geschieden. De heer Knuttel doet opmerken, dat het goedkooper zijn van de particuliere exploitatie grootendeels hierin zit, dat de gemeente verplicht zou wezen gunstiger arbeidsvoorwaarden aan het personeel te geven, en dat dit een reden moet zijn om voor gemeente-exploitatie te stemmen. De Voorzitter zegt, dat de gemeente natuurlijk duurder uit zou zijn bij een dergelijke exploitatie, omdat particulieren geheel belangeloos hun diensten bewijzen. De heer van den Heuvel noemde de Lichtfabrieken. Spreker is zonder eenigen twijfel overtuigd, dat die fabrieken, als zij in particulier beheer waren, voordeeliger zouden kunnen worden gedreven dan thans het geval is. Het groote verschil is echter, dat de zweminrichting, waar over het hier gaat, een soort philanthropische instelling is. Evenzoo wordt een particulier ziekenhuis veel goedkooper geëxploiteerd dan een ziekenhuis van de overheid. De Licht fabrieken worden door de gemeente geëxploiteerd, opdat de winst niet zal komen in de zakken van particulieren maar in de kas der gemeenschap, maar bij de zweminrichting is er geen sprake van, dat er winst zal worden behaald. Het is de bedoeling om, terwijl men zeker weet, dat het aan de gemeente geld zal kosten, de menschen in de gelegenheid te stellen om zich des zomers op goedkoope wijze te verfrisschen. De exploitatie van de zweminrichting door een vereeniging moet uit den aard der zaak goedkooper zijn. Het directeurs schap wordt belangeloos waargenomenverder worden nog allerlei andere diensten gratis verricht. Aan spreker is bijv. bekend een ziekenhuis, waarvan de administratie gratis door een particulier wordt gevoerd, maar als iets in gemeente- beheer is, dan is van zoo iets geen sprake en moet men een ambtenaar daarvoor hebben, die betaald moet worden. De heer Wilbrink zegt, dat de heer Hoolweriï telkens af wezig is, maar daarna is hij overstag gegaan en heeft hij gezegd: men behoeft er maar een enkelen keer te komen. Spreker meent, dat, als er inderdaad zooveel werk aan ver bonden is, hij bezwaar zou moeten maken om aan ambtenaren der gemeente toestemming te geven zich met die werkzaam heden te belasten. Een particulier als de heer Hoolwerff kan er zooveel tijd aan geven als hij zelf wil. Spreker gaat liever in zee met de oude vereeniging dan met de andere, omdat eerstgenoemde vereeniging wat de practijk betreft zeer zeker beter op de hoogte zal zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel sub a van Burgemeester en Wethouders besloten. b. Het amendement van den heer van den Heuvel wordt met 21 tegen 9 stemmen verworpen. Tegen stemmen: de heeren van Hamel,Huurman,Splinter, van der Reyden, üostdam, Heemskerk, Bergers, Spendel, Coster, Witmans, Eerdmans, Mevrouw Dietrichde Rooy, de heeren van der Wall, Zuidema, Mulder, Meijnen, Sanders, van Rosmalen, Wilmer, Eikerbout en Wilbrink. Vóór stemmende heeren van Stralen, Dubbeldeman, Kooistra, van den Heuvel, Baart, Groeneveld, Knuttel, van Eek en Verwey. Het amendement van de heeren Wilbrink, Eikerbout en Spendel wordt vervolgens met 26 tegen 4 stemmen aange nomen. Vóór stemmen: de heeren van Stralen, Dubbeldeman, Kooistra, Huurman, van den Heuvel, Baart, Groeneveld, Splinter, Knuttel, van der Reyden, van Eek, Heemskerk, Bergers, Spendel, Verwey, Coster, Witmans, Mevrouw Dietrich de Rooy, de heeren van der Wall, Zuidema, Mulder, Meijnen, van Rosmalen, Wilmer, Eikerbout en Wilbrink. Tegen stemmen: de heeren van Hamel, Oostdam, Eerdmans en Sanders. Zonder hoofdelijke stemming wordt ten slotte besloten het beheer en onderhoud van de sub a genoemde inrichting gedurende het jaar 1924 op te dragen aan de Zwem vereeniging de Zijl, onder toezicht en ten genoege van Burgemeester en Wethouders. XXXV. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden en omstr. van de Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, om de beide in het Van der Werfpark aan den waterkant staande treurwilgen te doen rooien. ("Zie Ing. St. No. 198). Hierbij komt nog in behandeling het nader adres van de afdeeling Leiden en Omstreken van de Koninklijke Neder- landsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 14