Ill
N°. 188.
Leiden, 4 Juli 1924.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven, ter voldoening aan het voorschrift, vervat in artikel
11 van het Koninklijk Besluit van 19 November 1900
(Staatsblad No. 202), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk
Besluit van 4 Februari 1921 (Staatsblad No. 48), aan Ge
deputeerde Staten het volgende verslag uit te brengen aan
gaande de wijze, waarop het op de gemeentebegrooting voor
1923 voor srhoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag
is besteed.
„Van de op de begrooting voor het dienstjaar 1923 voor
schoolkindervoeding en kleeding uitgetrokken som van
24400.werd een bedrag van 24100.uitgegeven en
als subsidie uitgekeerd aan de Vereeniging „Schoolkinder
voeding en Schoolkind erkleeding", die zich het verstrekken
van voeding en kleeding aan kinderen ten doel stelt, zulks
ter bevordering van schoolbezoek.
Het winterseizoen 19221923 eindigde den 20en April,
tot welken datum door 525 kinderen deelgenomen werd aan
de maaltijden.
Voor het ontvangen van voedsel gedurende de zomer- en
wintermaanden werden aanvankelijk ingeschreven resp. 288
en 325 kinderen, welke aantallen later stegen tot resp. 353
en 488 kinderen.
Tot de aanneming der leerlingen werd in den regel niet
overgegaan dan nadat de aanvragen door den Armenraad
waren onderzocht.
De kinderen, die voedsel ontvingen, zijn als volgt over
de verschillende scholen te verdeelen:
-H a
De maaltijden bestonden gedurende de zomermaanden
uit tweemaal vermicellisoep, tweemaal rijst, stamppot en
gort met rozijnen; gedurende de wintermaanden uit erwten
soep, rijstesoep, stamppot, rijstepap, gort met rozijnen en
bruine boonen.
De verstrekking der maaltijden had rechtstreeks aan de
kinderen plaats en wel in het gebouw der Vincentius-Ver-
eeniging, in lokalen van de R. K. Meisjesschool aan de Peli
kaanstraat en van de openbare scholen aan het Plantsoen.
De navolgende kleedingstukken werden uitgereikt: 494
paar kousen, 243 jurken, 246 manchester jongenspakjes, een
fluwelen jongensbroekje en een jongenstrui; verder werden
1954 paar klompen verstrekt. Voor een nauwgezette contröle
op een behoorlijk gebruik der kleedingstukken werd vanwege
de vereeniging zorg gedragen.
De inkomsten der vereeniging bedroegen 25051.335, n.l.
aan gemeentelijk subsidie 24100.aan contributiën 583,50,
aan collecten, bijdragen, giften enz.332.76, aan boetegeldon
10.en aan ontvangsten van verschillenden aard 19.35,
terwijl verder nog kon worden beschikt over het batig saldo
van het vorige jaar ad 5.725.
Uitgegeven werd een bedrag van 24979.75s te specifi-
ceeren als volgt: voedsel 17299.38, kleeding 6245.02 en
uitgaven van allerlei aard, als: loonen, drukwerken, adver-
tentiën, materialen, meubilair, enz ƒ1435.355. Het voordeelig
saldo ten bedrage van 71.58 wordt gereserveerd voor het
jaar 1924.
De voorwaarden, bedoeld in art. 10 van het Koninklijk
Besluit van 19 November 1900 (Staatsblad No. 202), laatstelijk
gewijzigd bij Koninklijk Besluit van 4 Februari 1921
(Staatsblad No. 48) werden door de vereeniging behoorlijk
nageleefd."
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 189.
Leiden, 4 Juli 1924.
Bij nevensgaand adres verzoekt de voormalige pachter
van het baggerwerk, de heer P. van Ulden, aan hem terug
te geven een bedrag van 2314.495hetwelk door hem
indertijd werd betaald als zijn aandeel in de kosten van
inrichting van het baggerterrein aan de Zijl, nabij de Stinksloot.
Met betrekking tot dit adres brengen wij Uwe Vergadering-
in herinnering, dat bij Raadsbesluit van 12 December
1912 (Ingek. Stukken No. 260) het baggerwerk enz. werd
opgedragen aan den heer van Ulden voor den tijd van 5
jaren, ingaande 1 Januari 1914, met bepaling, dat de pachter
desgewenscht het recht zou hebben het baggerwerk gedurende
de 5 daarop volgende jaren wederom onder gelijke voor
waarden te verrichten, in welk geval echter de door de
gemeente te betalen pachtsom met 5 zou worden ver
minderd. Een der voorwaarden van de overeenkomst nu was
verder, dat voor het storten van puin enz. door den pachter
vrijelijk mocht worden beschikt over het aan de gemeente
toebehoorende opslagterrein in de Waard. Intusschen werd,
gelijk in Ingek. Stuk No. 131 van 1914 uitvoerig is uiteen
gezet, het bezigen van dit onder de gemeente Leiderdorp
gelegen terrein voor het aangegeven doel door die gemeente
verboden en kon de pachter derhalve van dat terrein geen
gebruik maken. Een en ander was aanleiding, dat onze ge
meente een tweetal perceelen weiland aankocht, eveneens
onder de gemeente Leiderdorp gelegen, waarop het bagger
bedrijf wel mocht worden uitgeoefend en een gedeelte van
die perceelen ter beschikking van den pachter stelde, met
dien verstande, dat hij aan de gemeente een jaarlijkschen
huurprijs van 250.per H.A. zou betalen en dat de ge
meente de helft van de kosten van inrichting van het terrein
zou dragen.
Thans tot de vraag komende, of de heer van Ulden op
gronden van billijkheid of uit anderen hoofde op teruggave
van het hiervoren genoemde bedrag van 2314.495 aan
spraak kan maken, merken wij allereerst op, dat de ge
meente geenszins verplicht was hem een ander terrein in
gebruik te geven. In het aangehaalde Ingek. Stuk No. 131
van 1914 wordt duidelijk gezegd, dat de pachter geen recht
op een ander terrein tegenover de gemeente kon doen
gelden. „Hem toch is enkel de vrije beschikking, voor zoo-
„ver die van Leiden afhing, gegeven en in geen enkel
„opzicht heeft de gemeente zich tegenover den pachter aan
sprakelijk gesteld voor het verkrijgen der vereischte ver
dunningen krachtens de Hinderwet." Evenwel werd de
pachter, vermits hij bij het aangaan van het contract niet kon
vermoeden, dat hem de uitoefening van zijn bedrijf op het
ter beschikking gestelde terrein zou worden verboden, uit
billijkheidsoogpunt aan een ander terrein geholpen. Het
spreekt vanzelf, dat, nu de gemeente niet eens verplicht
was voor een ander terrein te zorgen, zij nog veel minder
de kosten van inrichting van het terrein behoefde te dra
gen. Desniettegenstaande heeft de gemeente, wederom uit
billijkheidsoogpunt en dus geheel onverpljcht, op zich ge
nomen de helft dier kosten te betalen, zoodat ten laste van
den pachter, in plaats van de volle kosten, slechts de helft
daarvan bleef.
Wanneer derhalve adressant in zijn verzoek zegt, dat de
gemeente hem een ander terrein aanwees, onder bepaling,
dat hij zou betalen een huurprijs van 250.per jaar en
de helft zou bijdragen in de kosten van inrichting, dan
geeft hij daarmede een geheel verkeerde voorstelling van
de aangelegenheid. Integendeel, niet de pachter gaf aan de
gemeente een bijdrage in de kosten, doch omgekeerd de
gemeente aan den pachter. Tot tweemalen toe verleende
de gemeente den pachter een tegemoetkoming, eerst door
hem een ander terrein ten gebruike af te staan en daarna
door een gedeelte der meergenoemde kosten voor hare
rekening te nemen. Dit voor oogen houdende, bestaat er
dan ook geenerlei aanleiding den pachter ten derdemale
tegemoet te komen, door hem de voor zijne rekening geko
men kosten te vergoeden. Redenen van billijkheid kunnen
thans in geen enkel opzicht worden aangevoerd; deze werd
reeds, naar uit het vorengaande blijkt, in tweeërlei opzicht
betracht. Inwilliging van het verzoek zou er toe leiden, dat
de pachter van de inrichting van het terrein gedurende al
de pachtjaren de voordeelen zou hebben genoten, terwijl
de gemeente uitsluitend de lasten daarvan zou hebben
gedragen.
Het verzoek vermeldt voorts, dat adressant de halve
kosten voor zijn rekening heeft genomen, uit overweging,
dat hij nog vele jaren pachter zou blijven en dat hij uit
zijn bedrijf die kosten zou kunnen betalen. Voor de gemeente
kan die overweging echter niet gelden vooreerst niet, omdat
de pachter contractueel verplicht was, zelf een terrein zich aan
te schaffen en dit in te richten en hij dus geen andere keus
had dan met de door de gemeente te zijnen voordeele getroffen
regeling genoegen te nemen. Maar bovendien, was de in het
AANDUIDING DER SCHOLEN.
O. L. School aan het Plantsoen
Schuttersveld
de Duivenbodeatraat
a» Haverstraat
Paul Krugerstraat
den Zuidsingel
de Medusastraat
Vrouwenkerksteeg
Centrale School voor het 7e leerjaar
Buitengewone School voor L. O aan de Caeciliastraat
Bijzondere School aan de Middelstegracht
Pasteurstraat
Stadhouderslaan
R. K. Jongensschool aan de Pelikaanstraat
Meisjesschool
Hoogewoerd
x> a
a
v -a
S B
2
xa a
50
IS
30
27
33
38
9
75
11
10
25
2
36
28
12
a o
a -a
a B
x! a
03 a
SC F
sc
e
70
13
52
31
33
35
10
9 L
6
15
12
25
56
31
14