GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
ingekomen stukken.
109
N°. 180. Leiden, 2 Juli 1924.
Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
het 2e Suppletoir-Kohier der schoolgelden voor Middelbaar-
en Hooger onderwijs, heffingsjaar 1923/24, opgemaakt tot
een bedrag van 53.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N0. 181. Leiden, 2 Juli 1924.
Wij hebben de eer U voor te stellen, op de ter visie
liggende bezwaar- en verzoekschriften inzake schoolgeld
Lager-Middelbaar- en Hooger onderwijs, heffingsjaren 1922/23
en 1923/24, te beschikken overeenkomstig ons mede ter visie
liggend advies.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 182. Leiden, 2 Juli 1924.
Bij haar in de Leeskamer liggend schrijven van 8 December
1923 richt de Commissie tot oprichting van een Monument
bij gelegenheid der viering op 3 October a.s. van den 350en
Gedenkdag van het Ontzet van Leiden een 2 tal verzoeken
tot Uwe Vergadering.
In de eerste plaats vraagt zij het voor de plaatsing van
f het Monument benoodigde terrein aan het begin van het
Plantsoen gratis aan haar af te staan en in de tweede plaats
om de kosten der fundeering voor rekening van de gemeente
te nemen.
Ons College is van meening dat hier alleszins aanleiding
bestaat tot inwilliging van het verzoek der Commissie. Zeer
terecht toch voert zij in haar adres aan, dat ook ten behoeve
van de plaatsing van de monumenten van Boerhaave, van
der Werff en Bembrandt de grond kosteloos is afgestaan
en de fundeering voor rekening van de gemeente is genomen.
Zij meent daarom dat ook thans dezelfde gedragslijn zal
worden gevolgd.
Bovendien beschikt de Commissie slechts over bescheiden
middelen, juist voldoende om de kosten van het maken
van het monument te dekken.
Wij deelden haar daarom mede, dat wij in beginsel bereid
waren een gunstige beschikking te bevorderen, doch dat
wij, ter berekening van de aan te vragen gelden, gaarne
zouden worden ingelicht omtrent den vorm, de afmetingen,
de juiste plaats, enz. van het te plaatsen gedenkteeken.
Wat den vorm betreft meenen wij U te mogen verwijzen
naar de in de Leeskamer liggende foto naar een verkleind
model, terwijl de juiste plaats is aangegeven op de mede
ter inzage liggende teekening.
Het monument beslaat een oppervlakte van 0.85 M.
bij 2.10 M. en is ruim 3 M. hoog. Het zal worden geplaatst
in het grasgazon aan den ingang van het Plantsoen ter
plaatse waar vroeger de molen „de Oranjeboom" stond. De
achtergrond, die bestaat uit hoogopgroeiende heesters en
boomen, zal eenigszins moeten worden aangevuld en bij
gewerkt.
Voor het monument wordt een paalfundeering onnoodig
geacht; volstaan kan worden met een fundament van ge
wapend beton op een goed ingewaterde zandbedding. De
aan die fundeering verbonden kosten worden door den
Directeur der Gemeentewerken begroot op 250.
Afstand van grond, zooals de Commissie in het eerste
gedeelte van haar adres vraagt, acht ons college niet noodig,
aangezien het de bedoeling is het monument kosteloos in
eigendom en onderhoud aan de gemeente over te dragen.
Ben eenvoudige vergunning tot plaatsing lijkt ons voldoende.
Wij geven U derhalve, overeenkomstig het advies der
Commissie van Fabricage, in overweging:
1°. aan de Commissie tot oprichting van een Monument
ter gelegenheid van de viering op 3 October a.s. van den
350en gedenkdag van Leidens Ontzet, vergunning te verleenen
tot plaatsing van een Monument aan den ingang van het
Plantsoen bij de Jan van Houtbrug, zooals nader op de
teekening in rood is aangegeven;
2°. de kosten verbonden aan het maken van de fundeering
voor het onder 1°. bedoeld monument, geschat op 250.
voor rekening van de gemeente te nemen;
3°. het monument te zijner tijd kosteloos in eigendom en
onderhoud bij de gemeente over te nemen en den Burge
meester te machtigen het alsdan namens de gemeente te
aanvaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 183. Leiden, 2 Juli 1924.
Bij zijn schrijven van 28 Februari j.l. verzocht het Bestuur
der 3 Octobervereeniging, op 3 en 4 October a.s., ter gelegen
heid van de 350-jarige herdenking van Leiden's Ontzet,
gebruik te mogen maken van een gedeelte van het Plantsoen
en den Zoeterwoudschen Singel, gelegen tusschen de van
Disselbrug en de Wasstraat, zulks in verband met bij dat
Bestuur aanhangige plannen tot het op dat terrein houden
van een openluchtspel met waterfeest.
Voor de uitvoering van deze feestelijkheden-zouden eenige
getimmerten (kasteel van Rijswijk), plankiers, diverse tribunes,
enz. moeten worden geplaatst en een pontonbrug over de
singelgracht gelegd.
Aangezien de uit te voeren werken veel overeenkomst
hadden met die, welke hebben plaats gehad ter gelegenheid
van de Lustrumfeesten in 1910 en de ingebruikgeving van
van het terrein, noch het maken van verschillende ge
timmerten toen aanleiding tot bezwaren hebben gegeven,
meenden wij evenmin als de Commissie van Fabricage
tegen inwilliging van het verzoek der vereeniging bedenkingen
te mogen maken.
Wij deelden daarom aan het Bestuur der vereeniging mede,
dat ons College in beginsel bereid was aan zijn verzoek te
voldoen, doch dat wij eerst een desbetreffend voorstel aan
Uwe Vergadering konden indienen als de voorloopige plannen
van het Bestuur de definitieve goedkeuring van de Alge-
meene Ledenvergadering hadden verworven.
Bij zijn schrijven van 5 Juni j.l. deelt het Bestuur nu
mede, dat de Algemeene Ledenvergadering tot het uitvoeren
van het openluchtspel met waterfeest heeft besloten en
verzoekt het Bestuur thans de vergunning tot ingebruik
neming van het bedoeld terrein te mogen ontvangen.
Zooals uit het in de Leeskamer liggend rapport van den
Directeur der Gemeentewerken blijkt, zal in het Plantsoen
tusschen de Van Disselbrug en een door de vereeniging te
bouwen brug, gelegen in het verlengde van de Wasstraat,
een kasteel het kasteel van Rijswijk verrijzen, terwijl
aan den waterkant van den Zoeterwoudschen Singel tribunes
zullen worden gebouwd, die uitzicht zullen geven op het
kasteel.
Vóór het kasteel zullen aan den waterkant vlonders
worden uitgebouwd en vlotten in het water gelegd ten
behoeve van de opvoering van het openluchtspel en de
opstelling van zangers, muziek, enz.
Het verkeer zal door deze werkzaamheden nagenoeg niet
worden belemmerd; met het oog op de goede orde en de
controle zullen echter onmiddellijk vóór- en tijdens de uit
voeringen slechts bepaalde personen worden doorgelaten.
Zooals wij hierboven opmerkten, heeft de wijze van inge
bruikneming van het terrein veel overeenkomst met die ten
behoeve van de in 1910 gehouden Lustrumfeesten en kunnen
ook de aan de vergunning te verbinden voorwaarden der
halve ongeveer gelijk zijn aan die, welke bij Uw besluit van
15 Juli 1909 zijn gesteld.
Wij geven Uw Vergadering alsnu, overeenkomstig het
advies der Commissie van Fabricage, in overweging:
aan de 3-Octobervereeniging, ten behoeve; van de uit
voering van hare feestplannen ter gelegenheid van de 350-
jarige herdenking van Leiden's Ontzet, kosteloos in gebruik
te geven een gedeelte van het Plantsoen en den Zoeter
woudschen Singel, gelegen tusschen de van Disselbrug en
de Wasstraat, onder de volgende voorwaarden:
1°. dat ter nadere goedkeuring van ons College tijdig
worden ingediend een of meer gedetailleerde situatieteeke-
niugen van de benoodigde gedeelten van het Plantsoen en
den Zoeterwoudschen Singel en ontwerp-teekeningen van de
te maken getimmerten (kasteel), plankiers, brug, tribunes, enz.
2°. dat de kosten van herstelling van aan het Plantsoen,
den Zoeterwoudschen singel of andere gemeente-eigendommen
toegebrachte schade, door de vereeniging aan de gemeente
worden vergoed;
3°. dat het Plantsoen, de Zoeterwoudsche Singel en de
singelgracht na afloop der feestviering weder in den vorigen
staat van gemeentewege, doch voor rekening der vereeniging
worden hersteld;
4°. dat eventueel noodig geachte of gewenschte afsluiting
r