119 eigendom en onderhoud bij de gemeente van ongeveer 6400 M2. grond ten Zuid-Oosten van den Hoogen Morschweg, o. a. onder voorwaarde, dat door of namens de eigenaresse van dien grond ter bestrijding van de kosten van den straataanleg en daarmede verband houdende werken vooraf een bedrag van ƒ24750.in de gemeentekas zou worden gestort en met bepaling, dat enkele onderdeelen van het werk door de N. V. „Bijksdorp" in eigen beheer, doch onder toezicht van ons College, zouden mogen worden uitgevoerd. Zooals wij destijds mededeelden, zou genoemd bouwplan voorts, in verband met de daardoor noodig geworden ver harding van een gedeelte van den Hoogen Morschweg, voor de gemeente zelve een uitgave van ƒ10000.medebrengen. De N. Y. „Bijksdorp" heeft ons nu echter onlangs be richt, dat zij voorloopig slechts een klein gedeelte van haar bouwterrein in exploitatie wenscht te brengen, aangezien zij het niet waarschijnlijk acht, dat het geheele bouw terrein reeds aanstonds koopers vindt en onder die omstan digheden de belangrijke som ad ƒ24750.welke zij bij volledige uitvoering van het plan in de gemeentekas zou moeten storten, in den aanvang weinig productief zou zijn. Bovendien stelde „Bijksdorp" ons alsnog een verandering voor in den loop van de naar het Galgewater voerende, 10 M. breede, dwarsstraat. De partiëele uitvoering is op de overgelegde teekening B in rood aangeduid; de wijziging in de richting van de zoöeven genoemde dwarsstraat hebben wij op teekening A1 met gele kleur doen aangeven. Noch bij ons College, noch bij de Commissie van Fabri cage, bestaat tegen gedeeltelijke uitvoering van het plan bezwaar, mits natuurlijk de wijze van uitvoering en het overdragen van den voor straat bestemden grond geschiede op den voet als in Uw besluit van 25 Februari j.l. is voor geschreven. Ook tegen de gewenschte verandering in den loop van de meerbedoelde dwarsstraat hebben wij geen bedenkingen. Waar de voor straat bestemde en aan de gemeente over te dragen terreinstrook, thans slechts 1100 M2., hierdoor echter een anderen vorm verkrijgt dan aanvankelijk was overeengekomen en omtrent algeheele uitvoering van het plan thans geenerlei zekerheid bestaat, komt het ons wensche- lijk voor, dat Uwe Vergadering, met intrekking van het desbetreffend besluit van 25 Februari j.l., te dezer zake een nieuw besluit neemt. Onder opmerking, dat bij uitvoering van het partiëele plan de N.V. „Bijksdorp" slechts een bedrag van 7500. in de gemeentekas zal behoeven te storten en dat de ge meente ten behoeve van de verharding van de gedempte sloot langs den Hoogen Morschweg in plaats van met ƒ10.000. zal kunnen volstaan mek een uitgave van ongeveer/2250. geven wij U alsnu, overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage, in overweging: I. in te trekken Uw besluit van 25 Februari 1924 in zake de overneming van een gedeelte grond nabij den Hoogen Morschweg en de beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den straataanleg op dien grond; II. te besluiten den grond, gelegen ten Zuid-Oosten van den Hoogen Morschweg, alhier, kadastraal bekend als gedeel ten van de perceelen Leiden, Sectie P Nis 725 en 335, ter grootte van ongeveer 1100 M2., op de overgelegde tee kening met gele kleur aangegeven, zonder eenige kosten voor de gemeente en vrij van alle lasten in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen, een en ander onder voorwaarde: a. dat ter bestrijding van de volledige kosten van den straat aanleg op dien grond en daarmede verband houdende werken, voorzoover een en ander van gemeentewege geschiedt, door of namens de eigenaresse van den voor straat bestemden grond vooraf een bedrag van ƒ7500.ter nadere verrekening in de gemeentekas wordt gestort; b. dat de vastgestelde of nader vast te stellen rooilijnen in acht worden genomen; c. dat de volledige ophooging en rioleering van het voor straat bestemd terrein, zoomede het dempen van de sloot langs den Hoogen Morschweg volgens door Burgemeester en Wethouders nader te geven voorschriften en onder hun toe zicht door of vanwege de N.V. „Bijksdorp" in eigen beheer en voor hare rekening wordt uitgevoerd, zullende de over dracht van het slootgedeelte niet plaats vinden, dan nadat het zal zijn gedempt en gerioleerd; III. door vaststelling van den hierbij overgelegden supple- toiren begrootingsstaat, model D, ten behoeve van den aanleg van straten ten Zuid-Oosten van den Hoogen Morschweg een bedrag van ƒ9750.te onzer beschikking te stellen. Van deze som wordt 7500.terugontvangen van de N.V. „Bijksdorp", terwijl een bedrag van 2250.noodig voor de verharding van een gedeelte van den Hoogen Morschweg, ten laste van den post voor „Onvoorziene Uit gaven" komt. Op dezen post is, rekening houdende met de intrekking van het raadsbesluit van 25 Februari 1924, nog ƒ37.767.14 10.000 47.767.14 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GBOEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 11