118 N°. 201. Leiden, 8 Juli 1924. Ingevolge de artt. 3 en 4 der Wet van 5 April 1870 (Staatsblad No. 63) moet vóór den len September a.s. door den Gemeenteraad aan den Commissaris der Koningin eene opgave worden ingezonden voor de benoeming van drie leden van bet College van Zetters voor 's Rijks directe belastingen, bestaande uit tweemaal zooveel personen als er leden te benoemen zijn. Op den laatsten December van dit jaar moeten volgens rooster aftreden de heeren D. van Lith, L. van der Laan en W. Fontein. Eerstgenoemde is niet herbenoembaar, aangezien hij in- tusschen de betrekking van Onder-Commandant der Brand weer heeft aanvaard, welke gemeentelijke betrekking niet vereenigbaar is met die van lid van het College van Zetters; de beide andere aftredenden zijn echter terstond herbe noembaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging tot de vaststelling van deze. opgave over te gaan, waarvoor wij U hierbij een aanbeveling aanbieden. Opgave van personen ter benoeming tot Zetter van 's Rijles directe belastingen. I. 1°. JACOBUS ZITMAN, wonende te Leiden, bouw kundige, geboren 9 October 1864. 2°. HENDRIK KORSWAGEN Nzn., wonende te Leiden, bouwkundige, geboren 14 September 1884. II. 1°. LEONARDUS VAN DER LAAN, wonende te Leiden, architect, geboren 20 April 1864 (aftredend). 2°. JOHANNES PETRUS VAN BEUKERING, wonende te Leiden, bouwkundige, geboren 4 September 1871. III. 1°. WILLEM FONTEIN, wonende te Leiden, archi tect, geboren 8 Mei 1864 (aftredend). 2°. ARIE VAN 'T RIET, wonende te Leiden, bouw kundige, geboren 27 October 1856. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 202. Leiden, 8 Juli 1924. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer R. Nijk bestaat bij ons College geenerlei bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den heer R. Nijk, op diens verzoek, met ingang van 1 September a. s., eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht in deze gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 5 Juli 1924. Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekende R. Nijk, Directeur van het Bouw-en Woningtoezicht, verzoekt U beleefd hem, in verband met het bereiken van den pensioen gerechtigden leeftijd, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking, met ingang van 1 September aanstaande. Hoogachtend R. Nijk. N°. 203. Leiden, 8 Juli 1924. Onder overlegging van nevensgaand adres van F. Ouwer- kerk, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant vergunning te verleen'en, om de achter het woonhuis Hooge Morschweg No. 7, kad. Sectie P No. 762, te bouwen schuur, van hout te doen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Weledele Heeren Burgemeester en Wethouders dier Gemeente Leiden. Beleefd verzoekt Ondergeteekende om vergunning voor het bauwen van een Schuur van houd, achter het huis en erf aan den Hooge morschweg, N. 7, der Gemeente Leiden. Bij het Kadaster dier Gemeente bekent als Sectie P No. 762. beleefde Afwachting N°. 204. Leiden, 8 Juli 1924. In nevensgaand adres verzoekt de Zwemvereeniging „de Zijl" alhier eene bijdrage uit de gemeentekas ten bedrage van 100.in de kosten van een door haar te houden openbaar zwemfeest op Zaterdag 26 Juli a.s. in het Poelmeer onder Warmond. Bij Uw besluit van 16 Juli 1923 (Ingek. Stukken No. 202) werd voor een ten vorigen jare gehouden dergelijk feest aan deze Vereeniging eene bijdrage van 100.toegekend. Aangezien dit feest destijds op alleszins ordelijke wijze is verloopen en de gelden nuttig zijn besteed, geven wij Uwe Vergadering in overweging ook voor het in dit jaar te houden zwemfeest eene bijdrage van 100.in de te maken kosten te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 26 Juni 1924. „Ondergeteekenden F. van der Mark en W. Gout resp. Voorzitter en Secretaris van de zwemvereeniging „de Zijl", gevestigd te Leiden, Mauritsstraat No. 52, geven met ver- schuldigden eerbied te kennen dat het plan bestaat op Zaterdag 26 Juli a. s. een open baar zwemfeest te houden in het „Poelmeer" Warmonderweg, dat bovengenoemde Vereeniging niet genoeg kapitaal krachtig is, het zwemfeest geheel voor eigen rekening te nemen, dat zij beleefd verzoeken evenals verleden jaar een sub sidie uit de Gemeentekas, groot 100.om prijzen aan te koopen en onkosten te bestrijden, Redenen waarom zij Uwe College eerbiedig verzoeken gunstig op hun verzoek te adviseeren. 't Welk doende, F. v. d. Mark, Voorzitter. W. Gout,- Secretaris. Aan Burgemeester en Wethouders van I.eiden. Nn. 205. Leiden, 8 Juli 1924. Zooals uit de ter visie liggende stukken blijkt is door groote onvoorzichtigheid van den bestuurder van een motor boot, in eigendom toebehoorende aan C. en J. C. Duindam te Noordwijk, op 28 Augustus 1923 een stootpaal met schoor verbinding ten noorden van den middenpijler van de Kwaakbrug over de Haarlemmertrekvaart stuk gevaren. De kosten, welke de gemeente wegens het herstellen van een en ander heeft moeten maken, beloopen 235.Ondanks herhaalde aanmaning zijn genoemde eigenaren niet bereid bevonden de schade, waarvoor zij ook naar het oordeel van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente aansprakelijk zijn, aan de gemeente te vergoeden. Onder verwijzing naar het overgelegd advies van dien raadsman, Mr. E. A. Cosman, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten tot het instellen van een rechtsvordering tegen C. en J. C. Duindam te Noordwijk, tot vergoeding van de schade, door de bovenvermelde aan varing van een stootpaal nabij de Kwaakbrug veroorzaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 206. Leiden, 8 Juli 1924. In verband met de voorgenomen bebouwing door de N.V. „Rijksdorp", alhier, van een terrein tusschen den Hoogen Morschweg en den Rijn (Galgewater), besloot Uwe Vergadering in hare zitting van 25 Februari j.l. op ons voorstel (Ingek. Stukken No. 57) tot het overnemen in F. OüWERKERK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 10