MAANDAG 25 FEBRUARI 1924.
45
Zitting van Maandag 25 Februari 1984.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Dr. N.C. DEGIJSELAAR.
Te behandelen onderwerpen
1° Voorstel tot overplaatsing van eenige onderwijzers en
onderwijzeressen. (55)
2° Praeadvies op het verzoek van E. de Jongh, om het te
bouwen dubbel schuurtje achter de perceelen Witte
Rozenstraat, Nis 29a en 29b, van hout te mogen maken.
(58)
3° Praeadvies op het verzoek van W. Fontein, om het te
bouwen dubbel schuurtje, op het terrein Rijnsburgerweg
Sectie P, Nis 794 en 795, van hout temogen maken. (59)
4* Voorstel tot verlenging van den termijn van ontruiming
van een aantal onbewoonbaar verklaarde woningen. (61)
5° Praeadvies op het verzoek van de afdeeling Leiden van
het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en
Vacantiekolonies, om toekenning van een subsidie in de
kosten van uitzending van kinderen naar een gezondheids
kolonie gedurende het jaar 1924. (60)
6° Voorstel
a. tot vaststelling van den koopprijs van een 2-tal door
de gemeente van de Maatschappij tot Exploitatie van
Tramwegen in eigendom en onderhoud over te nemen
terreinen, gelegen ten Oosten en ten Westen van de
verbreede jodenkerksteeg
b. om, in afwijking van het Raadsbesluit van 28 Augus
tus 1919, niet te eischen dat de beide in eigendom
en onderhoud bij de gemeente over te nemen pak
huizen, staande op de sub a bedoelde terreinen, wor
den afgebroken;
c. tot verkoop aan de firma Wed. Molkenboer, van een
2-tal terreinstrookjes, deel uitmakende van de per
ceelen Sectie D, Nis. 1528 en 536;
d. tot wijziging van de begrooting, dienst 1923, in ver
band met den aankoop en den verkoop der sub a en
c bedoelde perceelen en de kosten van onteigening
van perceel Hoogewoerd No. 1. (56)
7° Voorstel:
a. tot overname in eigendom en onderhoud bij de ge
meente van een gedeelte grond ten Zuid-Oosten van
den Hoogen Morschweg, Sectie P nis 661, (oud), 334,
335 en 336;
b. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de
kosten van straataanleg op den sub a bedoelden grond.
(57)
8° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve
van de kosten van herstelling van den toren der Pieters
kerk. (62)
9° Voorstel:
a. tot aankoop van een gedeelte grond nabij den Hoogen
Rijndijk, Sectie M nis 3988 en 3989 ged.;
b. tot het bouwen van een politieposthuis c.a. op den
sub a bedoelden grond;
c. tot beschikbaarstelling van gelden voor den aankoop
van den sub a bedoelden grond en den bouw van het
sub b bedoeld posthuis. (63)
10° Voorstel tot het aangaan van een geldleening onder
hypothecair verband van de ingevolge Raadsbesluit van
26 Februari 1923 van gemeentewege gebouwde 162 wo
ningen op een aan de gemeente toebehoorend terrein
benoorden den Heerensingel. (64)
11° Voorstel:
a. om niet in te gaan op het verzoek van de Hoofd
besturen van den Nederlandschen Bond van Werk
lieden in Overheidsdienst en van den Centralen Neder
landschen Ambtenaarsbond, tot reorganisatie van het
georganiseerd overleg;
b. tot vaststelling van de verordening, houdende regle
ment voor de Com missiën van Advies betreffende de
arbeids- en dienstvoorwaarden van het personeel in
dienst van de gemeente Leiden. (35)
12° Praeadvies op het voorstel van den heer van Eek, in
zake de instelling van arbeidscommissie's bij alle ge
meentebedrijven en -diensten, gekozen rechtstreeks door
en uit het gemeentepersoneel. (43)
Tegenwoordig zijn 31 leden, namelijk: de heer Kooistra,
mevrouw Dietrichde Rooy, de heeren Coster, Sijtsma,
Wilbrink, de dames van Itallievan Embden en de Stoppelaar
Zeeman, de heeren Witmans, Heemskerk, van den Heuvel,
Spendel, Eikerbout, Oostdam, Eerdmans, van der Wal),
Splinter, Reimeringer, Mulder, Meijnen, Sanders, van Hamel,
van Stralen, Baart, Verwey, Bergers, Wilmer, Pera, van
Rosmalen, Knuttel, Huurman en Groeneveld.
Afwezig zijnde heer Dubbeldeman wegens ongesteldheid
en de heer van Eek wegens familieomstandigheden.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer van Eek telegrafisch
heeft verzocht de behandeling van het door hem ingediend
voorstel uit te stellen, en stelt in verband daarmede voor
punt 12 van de agenda aan te houden tot een volgende
vergadering.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter houdt de volgende toespraak:
Dames en Heeren,
Ik verzoek U, U een oogenblik van uwe zitplaatsen te ver
heffen om de nagedachtenis te eeren van Mr. J. C. van der Lip,
die Zaterdag 16 Februari j.l. zoo plotseling aan zijn huisgezin,
zijn familie, zijn vrienden en aan de gemeente is komen te
ontvallen.
Het is geen gewoonte om hier in de openbare vergadering
van den Raad oud-leden, die overleden zijn, officieel te her
denken.
Ik meen echter ditmaal een uitzondering te mogen maken,
omdat het geval hier zoo diep tragisch is, de overledene zoo lange
jaren als Raadslid en als Wethouder de gemeente heeft gediend
en omdat de overledene slechts weinige maanden geleden uit
ons midden afscheid nam.
Zijne groote verdiensten als Raadslid en Wethouder mocht
ik gedenken in de vergadering van eind Augustus van het
vorige jaar, toen hij zijn laatste vergadering van Uwen Raad
medemaakte.
Aan zijne geopende groeve was het mij vergund woorden
van dank en afscheid ook uit Uw naam te uiten.
Thans dus slechts een kort woord en ik geloof dat gij allen
daarmede zult instemmen, n.l. een woord van deelneming aan
zijne vrouw en kinderen, die hij zoo hartelijk liefhad en een
woord van waardeering voor zijn immer ook in onzen kring
betoonde vriendschappelijkheid, humaniteit en aangenamen
omgang.
Wij allen zullen de nagedachtenis van ons oud-medelid
steeds in groote vereering en met gevoelens van vriendschap
blijven gedenken.
En zoo óók denk ik een overgroot deel van de gemeente
naren, die hij niet alleen diende in zijne publieke betrekkingen,
maar ook hulp verleende, waar zulks te pas kwam.
In zijne particuliere betrekking is hij veler eminente raad
gever geweest, want hij vatte de advocatie op, zooals het
behoort, als een edel en vrij beroep.
Ook dat gedeelte der ingezetenen, dat zich hier bekwaamt
in de rechtsgeleerdheid, was hij tot groote hulp in de studie
en tevens tot opvoeder in alles wat goed en edel is.
Zij allen zullen hem evenmin als wij vergeten en ik ben
er zeker van, zijn beeld zal nog langen tijd .in ons hart
gegrift blijven.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
11 Februari 1924 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen:
1°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordening
van 26 November 1923 tot wijziging van die op het Rijden.
2°. Beschikkingen van Gedep. Staten houdende handhaving
van de onbewoonbaarverklaring der perceelen Koddesteeg 38,
Klimmende Leeuwsteeg 5 en 7 en Bijleveldshof 15 en te-niet-
doening van de onbewoonbaar verklaring der perceelen Wouters
hof 1 tot en met 7, en Uiterstegracht 154 en 156.
3®. Mededeeling van Prof. Dr. N. J. Krom, dat hij de be
noeming tot lid van het College van Regenten van het Heilige
Geest of Arme Wees- en Kinderhuis aanneemt.
4°. Mededeeling van J. Baak Jzn, dat hij de benoeming tot
lid der Commissie voor de Bewaarscholen aanneemt.
5°. Mededeeling van Mr. E. Schotman, dat hij de benoeming
tot Secretaris van het College van Curatoren van het Gym
nasium aanneemt.
6°. Mededeeling van Mej. A. M. E. de Leeuw, dat zij hare
benoeming tot Hoofd der Meisjesopleidingsschool voorU. L. O.
aanneemt.
7°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed-