29 c. zij moet zich schriftelijk bereid hebben verklaard telken jare één vasten vertegenwoordiger en één plaatsvervanger in de dienstcommissie voor elk kalenderjaar aan te wijzen en telken jare, uiterlijk den 15en Januari, aan Burgemeester en Wethouders opgave doen van de namen van de bij haar aangesloten ambtenaren/werklieden in vasten of tij de- lijken dienst der gemeente Leiden op den len Januari daar aan voorafgaande. Abt. 19. Aan de hand van de opgaven, bedoeld in artikel 18, beslissen Burgemeester en Wethouders omtrent het recht der vereenigingen op vertegenwoordiging voor het loopende jaar. Abt. 20. Als vertegenwoordiger of plaatsvervanger van eeneveree- niging, als bedoeld in artikel 18, worden alleen toegelaten ambten aren/werklieden in vasten dienst werkzaam bij den dienst, het dienstonderdeel of de gezamenlijke diensten, waarvoor de dienstcommissie is ingesteld. Zij, die als vertegenwoordiger of plaatsvervangend ver tegenwoordiger van eene vereeniging zijn aangewezen, houden op dit te zijn: a. zoodra zij het lidmaatschap dier vereeniging verliezen; b. zoodra Burgemeester en Wethouders aan het bestuur dier vereeniging schriftelijk te kennen hebben gegeven, dat een verdere samenwerking met betrokkene onmogelijk is; c. zoo dra zij den vasten dienst der gemeente Leiden verlaten. Abt. 21. De vereenigingen deelen aan Burgemeester en Wethou ders de namen en adressen van haar vertegenwoordiger en plaatsvervanger mede. Abt. 22. De dienstcommissie vergadert op door den Voorzitter te bepalen tijdstippen. Drie of, zoo de dienstcommissie minder leden telt, twee leden kunnen tezamen een schriftelijk, met redenen omkleed, verzoek tot den Voorzitter richten, om eene vergadering te beleggen. Deze is dan gehouden eene vergadering uit te schrijven binnen veertien dagen, nadat hem dit verzoek heeft bereikt. Het in de vergadering eener dienstcommissie besprokene mag zonder toestemming van den Voorzitter niet openbaar worden gemaakt. Abt. 23. De Voorzitter van eene algemeene commissie is bevoegd de vergaderingen van eene dienstcommissie bij te wonen. Hij ontvangt daartoe tijdig een afschrift van de oproe pingen en van de te behandelen onderwerpen. Abt. 24. Indien de Voorzitter van oordeel is, dat een in de dienst commissie ter sprake gebracht punt van algemeenen aard is en tot den werkkring van een der algemeene commissiën behoort, geeft hij daarvan kennis aan den Voorzitter der desbetreffende algemeene commissie. Abt. 25. Indien voor één dienst twee of meer dienstcommissiën zijn ingesteld, die denzelfden Voorzitter hebben, is de Voorzitter bevoegd eene gemeenschappelijke vergadering van die com missiën te beleggen. Indien die commissiën verschillende Voorzitters hebben, kan eene gemeenschappelijke vergadering worden belegd, wanneer de Voorzitters dit na onderling overleg wenschelijk achten. Als Voorzitter van de gemeen schappelijke vergadering treedt alsdan op die Voorzitter, welke als ambtenaar het langst in dienst der gemeente is. Het bepaalde in de artikelen 23 en 24 is op deze ver gaderingen van toepassing. Abt. 26. Burgemeester en Wethouders stellen een reglement van orde voor de vergaderingen der dienstcommissiën vast. Abt. 27. De dienstcommissiën doen van haar gevoelen blijken in den vorm van een advies aan Burgemeester en Wethouders, den Burgemeester, een der Wethouders of het hoofd van den diensttak. c. zij moet zich schriftelijk bereid hebben verklaard telken jare één vasten vertegenwoordiger en één plaatsvervanger in de dienstcommissie voor elk kalenderjaar aan te wyzen en telken jare, uiterlijk den 15en Januari, aan Burgemeester en Wethouders opgave doen van de namen van de bij haar aangesloten ambtenaren/werklieden in vasten of tij de- lijken dienst der gemeente Leiden op den len Januari daaraan voorafgaande. Abt. 18. Aan de hand van de opgaven, bedoeld in artikel 17, beslissen Burgemeester en Wethouders omtrent het recht der vereenigingen op vertegenwoordiging voor het loopende jaar. Abt. 19. Als vertegenwoordiger of plaatsvervanger van eene ver eeniging, als bedoeld in artikel 17, worden alleen toegelaten ambtenaren/werklieden in vasten dienst werkzaam bij den dienst, het dienstonderdeel of de gezamenlijke diensten, waarvoor de dienstcommissie is ingesteld. Zij, die als vertegenwoordiger of plaatsvervangend verte genwoordiger van eene vereeniging zijn aangewezen, houden op dit te zijn: a. zoodra zij het lidmaatschap dier vereeniging verhezen b. zoodra Burgemeester en Wethouders aan het bestuur dier vereeniging schriftelijk te kennen hebben gegeven, dat een verdere samenwerking met betrokkene onmogelijk is; c. zoodra zij den vasten dienst der gemeente Leiden verlaten. Abt. 20. De vereenigingen deelen aan Burgemeester en Wethouders de namen en adressen van haar vertegenwoordiger en plaats vervanger mede. Abt. 21. De dienstcommissie vergadert op door den Voorzitter te bepalen tijdstippen. Twee leden kunnen tezamen een schriftelijk, met redenen omkleed, verzoek tot den Voorzitter richten, om eene ver gadering te beleggen. Deze is dan gehouden eene vergadering uit te schrijven binnen veertien dagen, nadat hem dit ver zoek heeft bereikt. Het in de vergadering eener dienstcommissie besprokene mag zonder toestemming van den Voorzitter niet openbaar worden gemaakt. Abt. 22. De Voorzitter van eene algemeene commissie is bevoegd de vergaderingen van eene dienstcommissie bij te wonen. Hij ontvangt daartoe tijdig een afschrift van de oproepingen en van de te behandelen onderwerpen. Abt. 23. Indien de Voorzitter van oordeel is, dat een in de dienst commissie ter sprake gebracht punt van algemeenen aard is en tot den werkkring van een der algemeene commissiën behoort, geeft hij daarvan kennis aan den Voorzitter der desbetreffende algemeene commissie. Abt. 24. Indien voor één dienst twee of meer dienstcommissiën zijn ingesteld, die denzelfden Voorzitter hebben, is de Voor zitter bevoegd eene gemeenschappelijke vergadering van die commissiën te beleggen. Indien die commissiën verschil lende Voorzitters hebben, kan eene gemeenschappelijke ver gadering worden belegd, wanneer de Voorzitters dit na onderling overleg wenschelijk achten. Als Voorzitter van de gemeenschappelijke vergadering treedt alsdan op die Voor zitter, welke als ambtenaar het langst in dienst der ge meente is. Het bepaalde in de artikelen 22 en 23 is op deze ver gaderingen van toepassing. Abt. 25. Burgemeester en Wethouders stellen een reglement van orde voor de vergaderingen der dienstcommissiën vast, deze commissiën gehoord. Abt. 26. De dienstcommissiën doen van haar gevoelen blijken in den vorm van een advies aan Burgemeester en Wethouders, den Burgemeester, een der Wethouders of het hoofd van den diensttak,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 9