GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 31 IMiEKOJIEX STEKKEN. H°. 36. Leiden, 16 Januari 1924. De Oommissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de door de Yereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen ingediende Balans en Verlies- en Winstrekening over het jaar 1922 geen bezwaar heeft. Evenmin heeft de Commissie bedenking tegen de voor drachten van Burgemeester en Wethouders: a. tot verkoop van een strook grond, ter grootte van 205 M2., gelegen aan den Endegeester straatweg te Oegst- geest, aan het Bestuur der Hervormde Lagere School aldaar (Ingek. Stukken Ho. 10); b. tot verkoop van grond aan den Lagen Rijndijk aan de Woningbouwvereeniging „de Eendracht" en tot het aan vaarden en verstrekken van bouwvoorsehotten ten behoeve van de uitvoering van door die Vereeniging uit te voeren bouwplannen (Ingek. Stukken Ho. 16), De Commissie geeft TT mitsdien in overweging, overeen komstig die voordrachten te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. H°. 37. Leiden, 21 Januari 1924. De voordrachten van Burgemeester en Wethouders tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de strookjes grond aan den Hoogen Morschweg Sectie P nis 728 en 729, beide gedeeltelijk (Ingek. Stukken Ho. 21) en tot wijziging der begrooting voor 1923, in verband met uitgaven voor stichting, uitbreiding enz. van schoolgebouwen voor bijzonder lager onderwijs (Ingek. Stukken Ho. 24), ontmoeten bij de Commissie van Financien geene bedenking. Zij geeft U mitsdien in overweging, overeenkomstig die voordrachten te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. H°. 38. Leiden, 25 Januari 1924. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het le Suppletoir-kohier der schoolgelden voor het Middel baar- en Hooger Onderwijs, heffingsjaar 1923/24, opgemaakt tot een bedrag van ƒ496. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. H°. 39. Leiden, 25 Januari 1924. Wij hebben de eer IJ voor te stellen, op de ter visie liggende bezwaar- en verzoekschriften inzake schoolgeld Middelbaar- en Hooger Onderwijs, heffingsjaar 1922/23, te beschikken overeenkomstig ons mede ter visie liggend advies. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. H°. 40. Leiden, 26 Januari 1924. Met verwijzing naar nevensgaande aanbeveling van de Commissie voor de Bewaarscholen, bieden wij U de volgende voordracht aan voor de benoeming van een lid dier Commissie, ter voorziening in de vacature, welke den 31en December j.l. is ontstaan door de periodieke aftreding van den heer J. Baak. 1°. J. BAAK, Schoolopziener bij het lager onderwijs in de Inspectie Leiden. 2°. A. UITTEHBROEK, hoofd der o. 1. school aan de Paul Krugerstraat B. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 27 Dec. 1923. Als lid der Commissie voor de Bewaarscholen moet einde dezes jaars periodiek aftreden de Heer J. Baak. Ingevolge verordening heeft de Commissie de eer, een dubbeltal ter aanbeveling in te dienen, in verband met de benoeming of herbenoeming van een lid, en wel: 1°. De Heer J. BAAK, Schoolopziener in de Inspectie Leiden, aftredend lid; 2°. De Heer A. UITTEHBROEK, Hoofd eener O. L. School alhier. De Commissie voornoemd J. A. van Hamel, Voorzitter; M. van Wamelen, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. H°. 41. Leiden, 26 Januari 1924. Wij hebben de eer Uw College voor te dragen ter be noeming tot Secretaris van ons College, den heer Mr. E. Schotman, Referendaris ter Gemeente-Secretarie, alhier. Curatoren van het Gymnasium, D. C. Hesseling. Voorzitter. M. B. Vos. Waarn. Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. H°. 42. Leiden, 26 Januari 1924. Regenten van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kin derhuis te Leiden hebben de eer, ter vervulling van de vacature in hun college, ontstaan door het den heer A. J. Wensinck verleend eervol ontslag, Uwen Raad dit tweetal voor te dragen H. J. KROM en J. HERIHGA. Regenten voornoemd, A. Beets, Voorzitter. L. Knappert, waarnemend Secret. Aan den Gemeenteraad van Leiden. H°. 43. Leiden, 28 Januari 1924. Blijkens het hieronder afgedrukt, om praeadvies in onze handen gesteld voorstel, stelt de heer van Eek voor over te gaan tot de instelling van rechtstreeks door en uit het personeel gekozen arbeidscommissie's bij alle gemeente bedrijven en -diensten, welke commissiën een adviseerende bevoegdheid zullen hebben in zake het gansche beheer van het bedrijf of den dienst. Ha onze uitvoerige beschouwingen over de reorganisatie van het georganiseerd overleg, opgenomen in Ingek. Stukken H°. 35, kunnen wij over dit voorstel kort zijn. Het behoeft immers weinig betoog, dat er naast de door ons College voorgestelde dienstcommissie's voor commissiën, als door den heer van Eek bedoeld, eigenlijk geen plaats is. In overeenstemming toch met het advies van de Alge- meene Ambtenaren- en de Algemeene Werkliedencommissie van 28 December j.l. hebben wij de bevoegdheid der dienst- commissiën omschreven als te bestaan in het dienen van voorlichting betreffende de bijzondere arbeids- en dienst- voorwaarden in den ruimsten zin des woords; derhalve zijn ook de vertegenwoordigers van de organisatie's van oordeel, dat voor behandeling in de dienstcommissiën alleen in aanmerking komen die zaken, welke rechtstreeks of zijdelings verband houden met de bijzondere arbeids- en dienst- voorwaarden van het personeel. Tegen de instelling van commissiën, welke van advies zouden hebben te dienen omtrent het gansche beheer van het bedrijf of den dienst, hebben wij ernstig bezwaar, terwijl ook de hoofden van dienst, blijkens hunne in de Leeskamer voor U ter inzage liggende rapporten, op de instelling daarvan geen prijs stellen. Zooals zij daarin mededeelen plegen zij reeds geregeld overleg met die ambtenaren en werklieden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1924 | | pagina 1