DINSDAG 48 DECEMBER 1923. 289 Departement van Oorlog, waar officieren als bureau-ambtenaar dienst doen. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr. 71 zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 72, luidende: »Kleeding en uit rusting der politiedienaars en veldwachters f 28255". De Voorzitter deelt mede, dat dit volgnummer verlaagd wordt met 105,—, wegens lagere rijwielhuur. Bij dit volgnr. komt tevens in behandeling het voorstel van Burgemeester en Wethouders om in verband met de daling der kleedingprijzen het Raadsbesluit van 7 Februari 1921 in zake de toekenning van een toeslag aan de inspecteurs en het personeel der recherche van een toeslag ad 100 op het kleedinggeld in dien zin aan te vullen, dat deze toeslag als een maximum-toeslag wordt beschouwd en dien toeslag voor 1924 te bepalen op 90 Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Vervolgens wordt eveneens zonder hoofdelijke stemming besloten de toelage als tegemoetkoming in de kosten van aanschaffing van schoeisel en beenkappen voor het politie personeel, voor zoover dit in het genot is gesteld van kleeding geld, voor 1924 te bepalen op 35. De heer van der Wall vestigt er de aandacht op, dat op de begrooting der gemeente Groningen, waar 51 agenten meer zijn dan te Leiden, bijna 6000.minder uitgetrokken is voor kleeding en uitrusting. Spreker meent daarom, dat dit volgnummer alsnog een vermindering zou kunnen ondergaan. De Voorzitter geeft toe, dat per agent de kleeding te Leiden wat meer kost dan te Groningen, maar dat zou hieraan kunnen liggen, dat in streken als het noordelijk deel van het land de kleeding goedkooper vervaardigd wordt dan te Leiden. Het is een goedkoopere streek. Spreker geeft toe, dat de kleeding te Leiden meer kost, maar de toelage voor kleeding en schoeisel is gebaseerd op een Raadsbesluit. Te Groningen kleedt men een agent voor 125.maar hier krijgen de agenten 85.kleedinggeld met toeslag voor duurte en maximaal 59.voor schoeisel. De kleeding wordt hier wellicht in wat ruimer mate verstrekt. Men is hier trouwens op dit punt aan het bezuinigen, want op voorstel van Burgemeester en Wethouders heeft de Raad de 100 toeslag op het kleedinggeld reeds terugge bracht tot 90% en het schoenengeld van f 50.op f 35. Waarschijnlijk heeft men te Groningen minder ruim betaald, zoodat de menschen meer schuld op hun boekjes hebben. Het is ook mogelijk, dat de kleeding daar goedkooper wordt gemaakt. De heer van der Wall. Het is eigenaardig, dat, terwijl te Groningen meer agenten zijn, er in totaal minder is uit getrokken. De Voorzitter wijst er den heer van der Wall op, dat in de Memorie van Antwoord wordt gezegd: »De opmerking, dat op de begrooting der gemeente Groningen ondanks het feit, dat aldaar 60 agenten minder zijn dan in Leiden, ongeveer ƒ6000.minder is uitgetrokken voorkleeding, moet op een misverstand berusten". Verder wordt er gezegd hoeveel er moet worden afgetrokken en dan leest men tenslotte: «Toegegeven wordt, dat de kosten per man voor kleeding en schoeisel hooger zijn, dan in Groningen". Verder kan spreker er niets van zeggen. De in de stukken gegeven berekening berust op een Raadsbesluit. De levering van de kleeren wordt hier openbaar aanbesteed en misschien wordt hier meer betaald dan in Groningen, maar men moet de uniformen nu eenmaal hier laten maken.J Spreker zal de zaak nog eens met den Commissaris bespreken en zien of de uitgaven kunnen worden verlaagd. De beraadslaging wordt gesloten en het verlaagd volgnr 72 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs 73, 74 en 75 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 76, luidende: s>Reisgeld voor- passanten en overige uitgaven der politie 1580.—" De heer van Eck maakt, evenals vorig jaar, bezwaar tegen uitkeering van deze subsidie aan die twee politiescholen, in het bijzonder tegen de subsidie aan de school van den Neder- landscben Roomsch Katholieken Politiebond »St. Michaël". Het lijkt spreker verkeerd, dat men verschillende soorten politie-agenten krijgt. Bij de oprichting dier school heeft het op den voorgrond gestaan, dat men politie-agenten wenschte met eigen beginselen, dat wil zeggen met Katholieke begin selen. Een politie-agent heeft het recht om de Katholieke beginselen te zijn toegedaan, maar dat behoeft niet een stempel te drukken op de politie. Men krijgt voortaan twee soorten: de een aldus gemerkt en de andere op een andere manier. Dan krijgt de politie het karakter van een soort partij-instituut, wat verkeerd is. De opleiding der politie behoort te geschieden van Rijkswege, zoo onpartijdig als in den tegenwoordigen Staat mogelijk is. Spreker stelt dus voor om dezen post met 200.te verminderen. De Voorzitter ziet niet in, waarom alles vanwege het Rijk zou moeten geschieden. Er bestaat reeds jaren een vakschool voor politiebeambten te Hilversum en later is er nog een te 's Hertogenbosch bij gekomen. Deze laatste school, waaromtrent de Commissaris inlichtingen heeft ingewonnen, werkt op denzelfden basis als de eerste school. Spreker ziet daarom niet in, op grond waarvan zij niet op gelijken voet behandeld zouden worden. Men kan daar evengoed zijn diploma halen, en wat verschil maakt het nu, of men zijn diploma haalt aan een openbare onderwijsinrichting of aan een bijzondere inrich ting? Als men er een Rijkszaak van maakte, dan zou het weder zooveel meer kosten, want alles wat het Rijk doet is duurder dan wanneer het van particuliere ziide geschiedt. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer van Eck, strekkende om volgnummer 76 met ƒ200,te verminderen, voldoende onder steund, wordt met 24 tegen 8 stemmen verworpen. Tegen stemmen: mevrouw Dietrichde Rooy, de heeren Witmans, Oostdam, Spendel, Mulder, Reimeringer, Meijnen, Sanders, Coster, van der Wall, Bergers, Heemskerk, Pera, mevrouw van Itallievan Embden, de heeren van Hamel, Sijtsma, Wilmer, van Rosmalen, Splinter, Huurman, Eerdmans, Wilbrink, Eikerbout en mevrouw de StoppelaarZeeman. Vóór stemmende heeren van Eck, Verwey, van Stralen, Baart, Kooistra, Knuttel, van den Heuvel en Groeneveld. Volgnr. 76 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming en volgnr. 77 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter zegt, dat volgnummer 78 met ƒ10.wordt verminderd wegens lagere rijwielhuur. Het verminderd volgnr. 78 en volgnrs. 79 tot en met 87 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bij volgnr. 93 wordt de begrooting van de Gezondheids commissie zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed gekeurd, waarna ook dit volgnummer zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen. De volgnrs. 94 tot en met 97, 97a en 98 tot en met 102 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 103, luidende: y>Kosten van gemeentelijke volksbaden13972. De heer Wilbrink herinnert er aan, dat bij de invoering van de schoolbaden door den Wethouder is betoogd, dat door de onderwijzers en onderwijzeressen in het badhuis de noodige hulp aan de kinderen zou worden verleend. Nu heeft spreker gelezen, dat er extra hulp moet zijn voor het uit en aankleeden der kinderen, en vraagt of daaruit de conclusie moet worden getrokken, dat de Wethouder heeft getaald en de hulp der onderwijzers en onderwijzeressen niet aan de verwachting heeft voldaan; dan wel of men bij de invoering der baden heeft verzuimd die hulp te vragen. De heer Meijnen meent, dat de hulp bij de kinderen extra hulp is en die niet wordt verleend door de onderwij zers en de onderwijzeressen. Spreker geeft dit antwoord echter onder reserve. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr. 103 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Yolgnr. 104 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 17