4 Artikel 9. Eindigen der overeenkomst. Deze overeenkomst eindigt, behoudens het bij de volgende alinea's van dit artikel bepaalde, op 31 December 1953. Zij wordt telkenmale stilzwijgend voor vijf jaren verlengd, tenzij een der partijen drie jaren vóór het einde van den eersten concessietermijn of van een vijfjarigen verlengings termijn deze overeenkomst schriftelijk opzegt. Noord wijker- hout zal echter bevoegd zijn deze overeenkomst na 20, 21, enz. jaren te doen eindigen, mits zij het verlangen daartoe ten minste drie jaren tevoren aan Leiden schriftelijk doet kennen. Het gasbuizennet in Noordwijkerhout blijft het eigendom van Leiden, ook na afloop van deze overeenkomst. Leiden is bevoegd het gasbuizennet na afloop van deze overeen komst weg te nemen, behoudens het bepaalde bij de 5e alinea van dit artikel. Indien Leiden van deze bevoegdheid gebruik maakt, is zij verplicht de wegen, straten, pleinen, bruggen en andere werken in goeden staat te herstellen en ten genoegen van Noordwijkerhout op te leveren. Leiden behoudt, zonder dat eenige vergoeding of recog nitie hoe ook genaamd, gevorderd kan worden, de vergun ningen tot het leggen, hebben en onderhouden van gasbuizen, toestellen en inrichtingen, bedoeld in artikel 2, voor zoover deze noodig zijn om aan hare na afloop van deze overeen komst loopende verplichtingen tot gaslevering aan andere gemeenten te kunnen voldoen. Indien Noordwijkerhout de overeenkomst opzegt op of na 31 December 1953, kan zij na afloop der overeenkomst dat gedeelte van het door Leiden gelegde buizennet met toebehooren, hetwelk niet tevens dienst doet voor de gas- voorziening in andere gemeenten, overnemen tegen taxatie, in gemeenschappelijk overleg vast te stellen. Wenscht Noord wijkerhout echter, gebruik makende van hare bevoegdheid volgens alinea 1 van dit artikel, de overeenkomst vóór 31 December 1953 te doen eindigen, dan is zij verplicht het in deze alinea bedoelde gedeelte van het buizennet over te nemen tegen taxatie, in gemeenschappelijk overleg vast te stellen, doch minstens tegen een bedrag, vertegenwoordigende het nog niet afgeschreven gedeelte van de aanlegwaarde van het distributienet, welke aanlegwaarde wordt vastgesteld op een bedrag van ƒ39000.(zeggenegen en dertig duizend gulden). Mocht het gemeenschappelijk overleg niet tot overeen stemming omtrent de taxatie leiden, dan zal de taxatie in hoogste ressort geschieden door drie deskundigen, benoemd op de wijze als in artikel 10 voor scheidsrechters aangegeven. Artikel 10. Arbitrage. Alle geschillen tusschen de gemeenten Leiden en Noord wijkerhout uit of naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaande, zullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheidsrechters, behoudens maatregelen van conser- vatoiren aard of in kort geding voor den President van de Rechtbank. Rik der partijen zal een scheidsman benoemen, terwijl de aldus benoemden in gemeen overleg een derden zullen aanwijzen. Mocht een der partijen in gebreke blijven tot benoeming van een scheidsman over te gaan, na daartoe door de wederpartij schriftelijk te zijn aangemaand, of kun nen de beide benoemde arbiters niet tot overeenstemming geraken omtrent den derden scheidsman, dan geschiedt de benoeming der drie arbiters door den bevoegden rechter op verzoek van de meest gereede partij. De scheidsrechters zullen als goede mannen naar billijk heid rechtspreken binnen een bij de benoeming door partijen te bepalen tijd en zelf de regelen der procedure vaststellen. Leiden, 13 December 1923. Onderhandelingen, door den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit met het Gemeentebestuur van Noordwijkerhout gevoerd omtrent de levering van gas binnen die gemeente, hebben er toe geleid, dat overeen stemming is bereikt over de voorwaarden, zooals die in bijgaande concept-overeenkomst zijn vervat. De gemeente Noordwijkerhout zal aan Leiden concessie verleenen voor het distribueeren van gas op dezelfde voor waarden als te dezer stede geschiedt, met dien verstande, dat de gasprijs 2 cent per M3. hooger dan dien te Leiden is gesteld. De hoogedrukgasleiding (persgasleiding) wordt in aan sluiting op de persleiding in Voorhout, naar de gemeente Noordwijkerhout gebracht, waar in een regulateurstation de hooge druk zal worden gereduceerd tot den verbruiksdruk in het distributienet. Op de overgelegde schetsteekening is een en ander aangegeven. Na raming zullen de totale kosten van persgasleiding, regulateurtoestellen, dienstgebouw en distributienet bedragen ongeveer ƒ51500.welke som uit de beschikbare gelden van de gasfabriek kan worden bestreden. Wij geven Uw College beleefd in overweging den Raad voor te stellen tot vaststelling van de hierbij overgelegde concept-overeenkomst betreffende de levering van gas in de gemeente Noordwijkerhout over te gaan. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, J. F. X. Sanders, Voorzitter. F. Schotman, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. No. 13. Leiden, 7 Januari 1924. De Directie van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij heeft ons medegedeeld, dat in verband met den aanleg van de electrische tramlijn naar den Haag de groote bijwagens, waarmede tijdens de drukke uren sommige tramdiensten in de stad in den laatsten tijd plegen te worden versterkt, gedurende de eerstvolgende maanden (waarschijnlijk Januari, Februari en Maart van dit jaar) op het traject Leidenden Haag dienst zullen moeten doen, zulks in af wachting van het gereedkomen van de nieuwe voor die lijn bestelde wagens. Ten einde dan evenwel op de stadslijn dezelfde plaatsruimte te kunnen bieden als door het aan koppelen van de groote bijwagens mogelijk is, zal het noodig zijn, dat gedurende bovenbedoelden tijd in plaats van met één groote, met twee kleine bijwagens wordt gereden. Op grond hiervan heeft de Directie van de tramweg maatschappij ons verzocht goed te keuren, dat tijdelijk zoo noodig twee bijwagens in dienst worden genomen. Aangezien echter in artikel 28, eerste lid, van de voor waarden, waaronder aan de maatschappij vergunning is verleend tot het hebben en exploiteeren van een tramver binding met bovengrondsche electrische beweegkracht binnen de gemeente Leiden, onder meer bepaald is, dat bij den motorwagen niet meer dan één bijwagen mag worden ge bruikt, is voor afwijking van dit voorschrift de goedkeuring van Uwe Vergadering vereischt. Bij ons College, en ook bij de Commissie van Fabricage, bestaat er tegen inwilliging van het verzoek niet het minste bezwaar. Zooals reeds werd opgemerkt, zal alleen tijdens de drukke uren, bijv. bij het uit- en aangaan der scholen, met twee aanhangwagens worden gereden, terwijl, behalve op den motorwagen, ook op eiken bijwagen een conducteur in dienst zal zijn. En ten slotte draagt de geheele regeling een tijdelijk karakter en zal zij slechts enkele maanden duren. Wij geven U mitsdien in overweging, tot weder op zeggens goed te keuren, dat, in afwijking van het eerste lid van artikel 28 van de voorwaarden, waaronder aan de Noord- Zuid-Hollandsche Tramweg-Maatschappij vergunning is ver leend tot het hebben en exploiteeren van een tramverbinding met bovengrondsche electrische beweegkracht binnen de ge meente Leiden, op de stadslijn, zoo noodig, met twee bijwagens wordt gereden, onder bepaling, dat alsdan op eiken bijwagen een conducteur in dienst moet zijn. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 14. Leiden, 7 Januari 1924. In Uwe Vergadering van 17 December 1923 werd het voorstel van Uw medelid, Mr. D. A. van Éck, tot wijziging van de verordening op de straatpolitie ten aanzien van de artikelen 23, 50, 51 en 52, in onze handen gesteld om prae- advies. Wij hebben dienaangaande het gevoelen ingewonnen van de Commissie voor de Strafverordeningen, die in haar hierachter afgedrukt advies herinnert aan de schriftelijke en mondelinge gedachten wisseling, welke in 1922 omtrent dit onderwerp heeft plaats gevonden en waarvan het einde was de verwerping door Uwe Vergadering van de door den heer van Eek ingediende voorstellen. (Zie Ingek. Stukken No. 59 van 1922 en Handelingen 1922, blz. 136 tot en met 141). Evenals destijds kan ons College zich ook thans geheel vereenigen met de meerderheid der Commissie, waar deze van oordeel is, dat aanneming van het voorstel van den heer van Eek geen aanbeveling verdient.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 28