MAANDAG 26 NOVEMBER 1923.
237
XVII. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 18 Januari 1917 (Gem.blad No. 5), op Vergunnings- en
Veriofslocaliteiten en Logementen.
(Zié Ing. St. No. 352.)
Algemeerie beschouwingen worden niet gehouden.
Art, I wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
De Voorzitter zegt, dat hij artikel II zal voorstellen aan
te vullen met een tweede lid; deze aanvulling is te danken
aan een gesprek, dat hij met den heer Coster heeft gehad.
De heer Coster wees namelijk op de onbillijkheid, dat de
weduwe van een vergunninghouder, die zelf geen vergunning
meer heeft noch om eenige reden kan verkrijgen, en daarom
alleen verlof wil blijven houden, verplicht zou zijn voor een
grootere loealiteit te zorgen, dan die, waarin tevoren de ver
gunningszaak werd gedreven. Als dit artikel niet werd ge
wijzigd, zou zulk een weduwe echter gelijk gesteld worden
met ieder ander, die een verlof vraagt en dus aan de nieuwe
eischen moeten voldoen.
liet is daarom uit een billijkheidsoogpunt gewenscht, aan
artikel II een tweede alinea toe te voegen van den volgenden
inhoud:
«De in het eerste lid van dit artikel aangehaalde artikelen
IA tot en met 1D zijn mede niet van toepassing ten aanzien
van eene voor het publiek toegankelijke loealiteit, waarvoor
verlof wordt verleend aan de(n) overlëvende(n) echtgenoot
van den houder van eene vergunning voor den verkoop van
sterken drank in het klein, mits de overlevende echtgenoot
de verlof aanvrage indiene binnen een maand na het overlijden
van den vergunninghouder."
Hierdoor zal in een omissie worden voorzien. Het aanwezige
lid van de Commissie voor de Strafverordeningen heeft aan
spreker verklaard tegen die wijziging geen bezwaar te hebben.
Het door de Commissie voor de Strafverordeningen nader
gewijzigd artikel II wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen, waarna de geheele verordening even
eens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
vastgesteld.
(De heeren Huurman en van Stralen waren inmiddels ter
vergadering gekomen.)
XVIII. Praeadvies op het verzoek van de «Onderlinge ver-
eeniging voor Ziekenhuisverpleging", in zake het verieenen
van een bijdrage in de verpleegkosten van hare leden voor
zoover zij in aanmerking zouden kunnen komen voor koste-
looze genees- en heelkundige hulp.
(Zie Ing. St. No. 344.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Wilbrink zegt met eenige bevreemding van dit
praeadvies kennis te hebben genomen. Het ziet er betrekkelijk
onschuldig uit, maar er zitten nog al voetangels in. Men
heeft uit vrees voor tegenstand in d8n Raad en bij Burge
meester en Wethouders trachten te vermijden om met een
subsidie-aanvrage voor een nieuwe zaak te komen, maar de
zaak zou zuiverder zijn gesteld, indien men direct met een
subsidie-aanvrage voor de vereeniging als zoodanig kwam.
Nu vertroebelt men haar.
Deze vereeniging vertegenwoordigt ongetwijfeld een sociaal
belang, omdat zij menschen, die in moeilijkheden dreigen te
komen, daarvoor wil bewaren of, als de kwade dagen zijn
aangebroken, hen er doorheen wil helpen.
De verkeerde kant daarvan is, dat door deze subsidie
aanvraag uit het mooie sociale, hetwelk hierin ligt, geheel het
ideëele wordt weggenomen.
Hetgeen Dr. Horst, Secretaris van de vereeniging, tevens
ook Directeur van den Geneeskundigen Dienst, heeft geschreven,
en nog wel onderstreept, zou spreker juist willen aanhalen
ter bestrijding van het praeadvies.
Daar staat, dat degenen, die lid geworden zijn van deze
orgatiisatie, niet afhankelijk wenschen te zijn van de gemeente
doch zelf zooveel mogelijk hunne verpleegkosten -willen
betalen; zij ontgaan daarmede het onaangename onderzoek
haar hun Welstand en hebben het voordeel zelf een ziekenhuis
voor hunne verpleging te kunnen kiezen. Zooals het praeadvies
voor ons ligt, wordt de reden, welke deze personen hebben
geleid om lid te worden van deze organisatie, totaal weg
genomen. Immers, de Secretaris van deze organisatie zegt:
wij moeten trachten tot versterking van onze geldmiddelen
te komen en wij zullen voor de minder kapitaalkrachtige
leden een beroep doen op het gemeentebestuur wij zullen
tot het gemeentebestuur zeggen: wij hebben in onze organi
satie leden, wier verpleegkosten, als zij niet bij ons aange
sloten waren, voor rekening van de gemeente zouden komen
het moet de gemeente toch wel één gulden per verpleegdag
waard zijn om bij ziekte die leden te steunen.
Dus die menschen, die zich bij de vereeniging aangesloten
hebben om van het onderzoek naar hun welstand verlost te
zijn, zullen zich dan toch weder dergelijk onderzoek moeten
laten welgevallen. En nu niet ten bate van zichzelf maar van de
organisatie. Zoodoende wordt voor deze menschen al het
ideëele uit deze organisatie weggenomen.
Het tweede gevolg daarvan zal zijn, dat al die hoog
gespannen verwachtingen, als zou deze vereeniging aan de
gemeente daardoor zeer groote onkosten besparen, totaal de
bodem wordt ingeslagen, omdat er wel niemand met een
inkomen minder dan ƒ2200.die dus in aanmerking komt
voor verpleging op gemeentekosten, zich bij die vereeniging
zal aansluiten. Het ideëele voor de menschen zou hierin
liggen, dat zij, teneinde zich zeiven te helpen, lid werden
van deze vereeniging, maar, als deze bepaling werkelijk van
kracht wordt, zal geen dier menschen dat doen.
Spreker geeft Burgemeester en Wethouders in overweging
dit voorstel in te trekken en met een ander te komen,
waarbij aan de vereeniging direct subsidie wordt verleend.
De heer van Stralen zegt, dat de heer Wilbrink in zijn
zucht om te speuren naar hen, die voornemens zijn een
aanval op de gemeentekas té doen, wel wat ver en in de ver
keerde richting gaat. Er is hier geen sprake van een subsidie,
juist het tegenovergestelde, het is een bate voor de gemeente
kas. De gemeente zou anders voor hen, die voor kostelooze
geneeskundige behandeling en verpleging in aanmerking
komen, per persoon en per dag 1.91 moeten betalen, terwijl,
als de gemeente per persoon en per verpleegdag voor de
leden der vereeniging 1.in de kas der vereeniging stort,
zal dat voor haar een besparing van ƒ0.91 per dag en per
persoon geven.
In verband met hetgeen de heer Wilbrink over het ideëele
heeft gezegd, had hij het doen van een onderzoek naar den
welstand wel buiten beschouwing kunnen laten. Dit voorstel
van Burgemeester en Wethouders is niet geheel af, want er
zit iets tegenstrijdigs in, dat iemand, die wegens on- of min
vermogendheid recht zou kunnen doen gelden op kostelooze
geneeskundige behandeling en verpleging van gemeentewege,
lid zou worden van een dergelijke vereeniging en dus zelf
vrijwillig zou gaan betalen voor iets, dat hij kosteloos kon
krijgen. In dat opzicht had de heer Wilbrink het ideëele op
het oog, maar spreker kan constateeren, dat er slechts weinig
van dergelijke «ideëele" menschen zijn.
Vooropgesteld moet worden, dat de gemeente het alleen
doet voor hen, die niet uit eigen middelen de kosten van een
verpleging kunnen betalen, en nu voorziet spreker, dat, als
dit voorstel wordt aangenomen, weinig gevallen, waarin de
gemeente een bedrag zal terugbetalen, zich zullen voordoen,
Spreker heeft gehoord, dat deze maatregel een voorloopig
karakter heeft en dat er sprake is van het ontwerpen van
nieuwe tarieven voor de ziekenhuisverpleging. Als dat gebeurt,
zal deze regeling wel beteekenis krijgen, niet voor hen, die
ook volgens de nieuwe regeling worden beschouwd als de
kosten niet zelf te kunnen betalen, maar wel zullen na het
vaststellen der tarieven bepaalde personen bepaalde bedragen
de een ƒ0.50, de ander ƒ0.75 per dag moeten bijbetalen,
terwijl de gemeente dan, buiten hetgeen de personen zeiven
moeten bijbetalen, aan de vereeniging een zeker bedrag zal
uitkeeren.
Dat is hetzelfde als hier staat. Het zal alleen niet bepaald
kunnen worden op ƒ1.het zal moeten variëeren naar
gelang de betrokken patiënt zelf bijbetaalt of door de contri
butie van zijn vereeniging betaalt.
Spreker meent, dat het voorstel, zooals het thans luidt,
eigenlijk niet veel zin heeft, en beter zou kunnen wachten
totdat het nieuwe tarief eventueel in werking is. Spreker
heeft echter niet het minste bezwaar ertegen, dat reeds in
deze zaak een beslissing genomen wordt. Dan zal, wanneer
later dat tarief in den Raad komt, dit voorstel dienovereen
komstig gewijzigd moeten worden.
De heer Sijtsma sluit zich geheel aan bij het eerste deel
van het betoog van den heer van Stralen. Spreker kan niet
begrijpen, hoe men kan meenen, dat door wat Burgemeester
en Wethouders voorstellen het ideëele uit dit mooie werk
wordt weggenomen; integendeel, het ideëele zal er juist door
bevorderd worden. De menschen, die het niet kunnen be
talen, zullen nu een gulden per verpleegdag van de gemeente
krijgen, terwijl anders de gemeente hunne verpleegkosten
geheel zou moeten betalen. Dus het is een voordeel voor de
gemeente, maar anderzijds krijgen die menschen het gevoel:
wij dragen ook iets daarin bijen ook kunnen zij de zieken-
inrichting kiezen, waar ze verpleegd wenschen te worden,
dat werkt opvoedend.