187 welke strook van gemeentewege van den nieuwen verkeers weg zal worden afgescheiden. De' weg zal aan weerskanten een verhoogd trottoir ter normale breedte van 3 M. verkrijgen, waarlangs een rijwiel klinkerpad van 1,75 M. wordt aangelegd. De rijweg met keibestrating zal van 9,5 tot 12 M. breed worden. Aan de zijde van het koor der Hartebrugkerk moet zich het Westelijk trottoir tot 1 M. vernauwen. De Hartebrug wordt, zooals gezegd, opgeruimd en de weg ter plaatse ongeveer 0,45 M. verlaagd. De breedte van den rijweg tusschen de trottoirs op het smalste punt van de Haarlemmerstraat hoek Lange Mare zal bedragen 6 M., eene breedte, welke eventueel nog voldoende zou zijn voor het aanleggen van een dubbel tramspoor. In dit verband zij medegedeeld, dat wij met de HaagscheTramweg-Maatschappij, die hier oorspronkelijk een enkel spoor heeft ontworpen, nog in onderhandeling zijn over het harerzijds wegens vereen voudiging van het tramtracé verleenen van een bijdrage in de kosten van het dempingswerk ter plaatse. Bezuiden de Haarlemmerstraat reikt de demping tot den Stillen Rijn. De perceelen aan de Ponkersteeg, die in de Stille Mare een diep gelegen achteruitgang hebben, behouden dien. Aan de Westzijde der Stille Mare wordt een 1,5 M. breed trottoir aangelegd, met daarnaast een ongeveer 7 M. breede rijweg. De verdere ruimte zal, gelijk reeds eerder werd gezegd, benut worden voor den aanleg van een plantsoen, het opstellen van aanplakborden, transformator zuilen, enz., waarvoor thans elke ruimte in deze omgeving ontbreekt. Vervolgens vervalt ook de St. Mcolaasbrug, welke smalle brug, zoo niet tot demping werd overgegaan, mede in ver band met de plaats gehad hebbende verbreeding van de voormalige Brandewijnsteeg, noodzakelijk zou moeten worden verbeterd en verbreed. Vermits nu echter de hiermede ge moeide uitgave ongeveer evenveel zou bedragen als de kosten, verbonden aan demping van de Mare van de Harte brug tot de Vrouwenkerkkoor straat (Brandewijnsteeg), te weten ongeveer 40.000.ligt het voor de hand, dat ook hierom aan eene demping, die bovendien nog zooveel meer voordeelen met zich brengt, de voorkeur wordt gegeven. Iets dergelijks geldt ten aanzien van de Touwersbrug, welke bij demping van de Mare eveneens kan verdwijnen. Ook deze brug zal, blijft zij bestaan, over eenige jaren ver nieuwd en, met het oog op het drukke verkeer, verbreed moeten worden, waarmede al gauw een 25.000.— gemoeid zal zijn. Ook deze omstandigheid kan o.i. niet anders dan vóór de demping van de Mare pleiten. De aansluiting van de gedempte Mare aan de Marebrug geschiedt volgens een schuin toeloopende lijn, waardoor de toegang van laatstgenoemde brug naar den nieuwen ver keersweg en naar de Oude Vest, en omgekeerd, zal worden vergemakkelijkt. Aan de Westzijde der Lange Mare zal, in verband met een rationeelen straataanleg, het trottoir iets hooger dan de tegenwoordige hoogte der dorpels van de aangrenzende huizen komen te liggen, een toestand, zooals die o.a. ook op .het Kort Rapenburg wordt aangetroffen en die, bij verbouwing der perceelen, allengs zal verdwijnen. Intusschen zal met de belangen der bewoners in dezen zooveel mogelijk rekening worden gehouden. Het hoofdverschil tusschen de bestaande huisdorpels en het aansluitende trottoir zal trouwens ge ringer zijn dan bij het Kort Rapenburg het geval is en waarschijnlijk slechts uit een opstap van 1 trede bestaan. De totale kosten van de demping werden destijds door ons globaal geraamd op 100.000; de overgelegde kosten berekening doet evenwel zien, dat naar alle waarschijnlijk heid met een bedrag van 96.000.zal kunnen worden volstaan. Hierbij dient er echter rekening mede te worden gehouden, dat in verband met de bovengenoemde kosten van verbetering der St. Mcolaasbrug en Touwersbrug, onver mijdelijk indien de Mare niet gedempt wordt, de aan die demping verbonden meerdere kosten feitelijk slechts op globaal 31000.te stellen zijn. Thans moeten wij nog even stilstaan bij de verschillende adressen, waarin tegen de demping van de Mare wordt geprotesteerd, althans daartegen bedenkingen worden geop perd. Die bedenkingen zijn in hoofdzaak gegrond op schoon - heidsoverwegingen, d.w.z. de onderteekenaars van de adressen en zij, die er instemming mede betuigden, meen en, dat door de demping van de Mare een gedeelte van het stadsschoon op onverdedigbare wijze wordt vernietigd en de historische ontwikkeling van het stadsplan „op krasse wijze" wordt geschonden, terwijl de motieven, welke tot de dempings plannen hebben geleid, door hen van minder waarde dan het behoud van stadsschoon en de „historische ontwikke ling" worden geacht. Het komt ons voor, en ook de Commissie van Fabricage wijst er op, dat de zoo veel geroemde schoonheid van de Mare in den laatsten tijd wel ietwat te hoog is aan geslagen, of liever, dat men over het algemeen bij de beoordeeling van die schoonheid niet vrij van eenige over drijving is gebleven. Zoo lazen wij bijv. in een van de be schouwingen over deze kwestie, dat door de demping de schoone weerspiegeling van de Marekerk in het water van de Mare te loor zou gaan, hoewel van weerspiegeling van bedoelde kerk in de Mare geen sprake is, tenzij men de zwakke weerkaatsing van het bovenste gedeelte der kerk, welke met eenigen goeden wil vanaf een enkele plaats aan den walkant tegenover de kerk waarneembaar is, als eene tot verfraaiing van het stadsbeeld bijdragende weerspiege ling zou willen beschouwen. Ook naar ons gevoelen bezit het gedeelte van de Mare, waarvan de demping thans moet worden voorgesteld, voor het oog eenige aantrekkelijkheid. Yan stadsschoon zou o.i. echter alleen gesproken kunnen worden ten opzichte van het gedeelte van de Hartebrug tot de St. Mcolaasbrug en het is nu juist dit gedeelte, waarvan de demping het meest urgent is. Dit stuk van de Mare echter eenmaal gedempt zijnde, kan, althans naar onzen smaak, het overige gedeelte zonder eenige schade aan het stadsschoon eveneens tot straat worden gemaakt. Het gezicht op de Marekerk, dat vanaf den Ouden Singel en door de Yrouwenkerkkoorstraat wel het mooist is, wordt door de demping in het minst niet benadeeld, terwijl het aspect van de „doodsche en kale steenvlakte" als hoedanig de nieuwe verkeersweg in sommige adressen nu reeds gedoodverfd wordt, bij eene beplanting in het midden van den weg werkelijk niet leelijk behoeft te zijnmen zie slechts naar de Hooglandsche Kerkgracht. Intusschen, over smaken valt bezwaarlijk te redetwisten, en wij volstaan hier dus met als onze meening, welke door de Commissie van Fabricage gedeeld wordt, uit te spreken, dat de dringende eischen van het verkeer, welke de demping van de Mare noodig maken, zwaarder moeten wegen dan de ontsiering van het stadsschoon, welke van die demping, naar ons oordeel slechts in zeer geringe mate, het gevolg zal zijn. Het is, zooals gezegd, zelfs niet uitgesloten, dat die ontsiering in het geheel niet plaats zal vinden, want het is wel gebleken, dat ook gedempte grachten en in welke stad treft men die niet aan het stadsschoon geenszins behoeven te bederven. Wij vragen ons af, of de belangen van het verkeer, zoo als die heden, ook en vooral met het oog op de toekomst, worden gevoeld en beoordeeld, opgeofferd mogen worden aan de meening van hen, die vreezen, dat een klein ge deelte van de stad minder fraai zal worden? Moeten dan onwelriekende grachten en grachten, die het verkeer be lemmeren, ten eeuwigen dage ongedempt blijven, alleen ter wille van het behoud van werkelijk of vermeend stads schoon Meent men, dat daaraan de veiligheid van het verkeer en dus die van de ingezetenen mag worden op geofferd Voor de Mare kan het antwoord niet anders dan ontkennend luiden. Deze uiterst smalle en daarbij zeer drukke verkeersweg toch, waar rij- en voertuigen elkaar bijna niet kunnen passeeren en waar voetgangers vaak niet zonder gevaar kunnen gaan, eischt inderdaad dringend ver ruiming. Voegt men hierbij de verschillende voordeelen, welke ook op ander gebied uit de voorgestelde demping zullen voortvloeien (wij noemen nogmaals het verdwijnen van 3 bruggen en van de onderhoudskosten daarvan, het verkrijgen van de hoog noodige ruimte voor allerlei doel einden, en, wat in de tegenwoordige omstandigheden niet zonder belang is: de werkverschaffing), dan kan o.i. om trent de wenschelijkheid van de demping van de Mare, welke daarenboven, zooals wij boven aantoonden, geen over dreven groote geldelijke offers vergt, geen twijfel bestaan. Wij meenen dan ook, dat deze demping onverwijld ter hand behoort te worden genomen. Hetgeen hierboven omtrent de demping van Levendaal en Mare in het midden werd gebracht, is tevens te beschouwen als praeadvies op (het mede hierachter afgedrukt voorstel van Uw medelid, Mevrouw van Itallievan Embden. Resumeerende geven wij Uwe Vergadering alsnu in over weging A. in beginsel te besluiten tot het maken van eene centrale rioleering der gemeente, overeenkomstig het hierboven be sproken plan, en door vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat ten behoeve van den bouw van een noordelijk pompstation met persleiding naar de Slaagh- sloot een bedrag van 180.500.te onzer beschikking te stellen B. vooralsnog niet over te gaan tot demping van het Levendaal C. door vaststelling van den mede hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat ten behoeve van de demping van de Mare van den Stillen Rijn tot de Oude Vest, met bijbehoorende werken, een bedrag van 96.000.te onzer beschikking te stellen;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 3