MAANDAG 15 OCTOBER 1923. 209 wel menschen bereid vinden, met voldoende artisticiteit en genoeg smaak, om een avond te kunnen vullen en die daar voor geen geld vragen. Spreker acht de commissie overigens te eenzijdig samen gesteld. De aloude commissie voor Volksbijeenkomsten, die ook in het leven geroepen werd om den menschen, die het niet betalen kunnen, een aangenaam avondje te geven, was men van de zijde van den heer van Slralen c.s. nooit wel gezind. Die commissie heet er te zijn om de arbeiders zoet te houdenvan zoo iets moeten de arbeiders niets hebben. Spreker heelt den indruk gekregen op de door hem bijge woonde ontspanningsavonden, dat wel niet directe propa ganda werd gemaakt voor de richting, welke de commissie vertegenwoordigt, maar dat het wel indirect geschiedt, en spreker kan zich voorstellen, dat van andere zijde gezegd wordtdaarom willen wij niet, dat onze arbeiders daarheen gaan. Er hangt in zulke bijeenkomsten een socialistische «spheer." Waarom heeft men die commissie zoo eenzijdig samengesteld? Laat men daarin ook personen van de over zijde opnemen. Wanneer het een neutrale commissie was, dan zou spreker nog wel willen overwegen, of daaraan niet een subsidie zou te verleenen zijn. Men begint nu al met den heer Kleerekoper te laten optre den, dat zal natuurlijk geen neutraal optreden zijn. Spreker en zijn partijgenoote zullen daarom tegen de subsidie stemmen. De heer Witmans kan namens de Democratische fractie verklaren, dat zij van harte zal steunen het voorstel van den heer van Stralen. Spreker kan niet begrijpen, dat de heer Sijtsma als vrijzinnig democraat argumenten te berde brengt zooals hij nu heelt aangevoerd. Op verschillend gebied worden subsidiën toegestaan. Indertijd is men begonnen met schoolkindervoeding; dat heette toen ook al rood. Spreker steunt uit overtuiging deze commissie financieel. Spreker heeft enkele uitvoeringen bijgewoond en het heeft hem getroffen hoe nuttig die werken. Hij kan dan ook niet begrijpen, dat men met argumenten als de heer Sijtsma bezigt, een dergelijke nuttige instelling bestrijdt. Alleen wil hij aan den heer van Stralen vragen of deze kan opgeven hoeveel inkomsten zijn organisatie voor dit doel heelt. De heer Bergers is zoowel tegen het amendement van don heer van Stralen als tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, omdat men de zorg voor de ontspanning der werkloozen zijns inziens beter bij de organisatie's kan houden en het geen zin heelt die dingen op de gemeenschap te schuiven. De Roomsch-Katholieke Volksbond en ook de Christelijke vakcentrale doen veel voor de werkloozen en als de S. D. A. P. hetzelfde deed, zou zij niet 6, maar wel 16 dergelijke avonden kunnen geven. De heer Sanders wil opmerken aan het adres van den heer van Stralen, dat, indien deze avonden dan werkelijk, zooals hij zegt, algemeene sympathie wekken, die algemeene sympathie dit is het standpunt van Burgemeester en Wet houders zich ook moet uiten in het geven van bijdragen. De commissie zal dan geen beroep behoeven te doen op de gemeentekas. De heer van Stralen wil den heer Heemskerk, die van oordeel is, dat de commissie eigenlijk moest trachten voor dit doel geld los te krijgen bij de burgerij, doen opmerken, dat de commissie in die richting meermalen pogingen heeft gedaan, onder anderen door middel van de pers, maar met weinig resultaat. De waardeering, welke het werk der commissie ondervindt, uit zich niet in financieele bijdragen der burgerij, zoodat de steun van die zijde zoo goed als nihil is. Dat de Katholieken, zooals de heer Heemskerk zegt, het noodige voor hun werkloozen doen, daarvan is spreker nooit iets gebleken. Zij doen weinig en het gebeurt althans niet op dezelfde wijze als deze commissie werkt. De Roomsch-Katho lieke Volksbond heeft alleen dit gedaan, dat hij, een avond voor geestverwanten gevende, den toegang ook voor de Roomsch- Katholieke werkloozen open stelde. Waar de heer Heemskerk er spreker en den zijnen een verwijt van maakt, dat zij geld aan de gemeenschap vragen, terwijl zij er zeiven voor moesten zorgen, en waar de heer Sijtsma klaagt over de eenzijdige samenstelling der commissie, wijst spreker er op, dat indertijd de commissie, samengesteld uit vertegenwoordigers der S. D. A. P. en van den Leidschen Bestuurdersbond, een conferentie heeft gehad met den Roomsch- Katholieken Volksbond en den Christelijken Bestuurdersbond met het doel tezamen een commissie voor arbeidersontwik keling te vormen en dan tezamen te trachten de gelden bijeen te krijgen om het ontwikkelingswerk te kunnen uit voeren. Toen is èn door den Katholieken Volksbond èn door den Christelijken Bestuurdersbond geweigerd om daarop in te gaan. Dus het is niet de schuld van de Centrale Commissie, dat zij dit werk geheel alleen moet aanvatten, maar van die centrale's, welke hare medewerking daartoe geweigerd hebben. Deze commissie is in principe niet opgericht om voor werk loozen ontspanningsavonden te organiseerenhaar taak was oorspronkelijk het brengen van ontwikkeling aan de tot hare organisatie behoorende arbeiders. Spreker wijst er verder op, dat de ontspanningsavonden absoluut onpartijdig en neutraal zijn gehouden, waarvan men zich kan overtuigen. En wat betreft de uitwerking van die ontspanningsavonden, over het algemeen wordt van de arbeiders gedacht, althans van de arbeiders, die het hier betreft: het zijn halve rabauwen, die zich niet rustig kunnen gedragen in een zaal. In den beginne was hiervan wel iets aan, omdat die menschen niet gewoon waren in een zaal bijeen te komen en rustig te zitten luisteren naar hetgeen hun geboden werdin dit opzicht moest eenigszins opvoedend gewerkt worden, maar het is ook gebeurd met uitstekend resultaat. Met de grootst mogelijke rust en aandacht wordt aangehoord hetgeen door de verschillende artisten aan de werkloozen wordt aangeboden. Men verzet zich nu hier tegen sprekers voorstel op grond van partijdige overwegingen; men wil voorkomen, dat de menschen van eigen kleur onder het bereik van menschen van andere kleur komen. Dat sectarisme is oorzaak, dat men zich er tegen verklaart, maar dat is eigenlijk een schande. Het komt toch niet te pas, dat dergelijk verzet komt van de zijde van hen, die medewerking op dit gebied geweigerd hebben. De Katholieken hier nemen in deze een veel enger en benepener standpunt in dan hunne par tij ge noo ten elders. Te Amsterdam is er een goede samenwerking tusschen Katho lieken en sociaal-democraten en andere partijen op dit stuk, maar hier vindt men altijd aanleiding om dergelijke zoo noodige zaken af te kammen. De heer Sijtsma, sprekende over de partijdige samenstelling der commissie, heeft gezegd op de ontspanningsavonden een sfeer van socialisme te hebben ondervonden. Vooreerst is daarvan geen sprake, want al is van de ongeveer 1000 werk loozen een groot deel modern georganiseerd, op die avonden is nooit sprake geweest van socialistische uitlatingen, waar door de aanwezigen in zulk een sfeer zouden zijn gebracht, maar bovendien kan de heer Sijtsma niet geheel op de hoogte zijn, omdat hij niet op al de ontspanningsavonden tegenwoor dig is geweest en dus niet uit ervaring spreekt. Spreker geeft den heer Sijtsma toe, dat er voor de avonden wel gratis krachten zijn te krijgen, maar toch blijven er kosten aan verbonden, o. a. voor de verlichting van de zaal en voor reis- en verblijfkosten der artisten, die van elders komen, welke niet uit de middelen der commissie zijn te bestrijden. Aan den heer Witmans kan spreker mededeelen, dat de commissie eigenlijk over niets te beschikken heeft. Zij heeft eenige inkomsten in den vorm van subsidiën, welke zij krijgt van de lichamen, waaruit zij is voortgekomen, maar die gelden moet zij besteden op de wijze als dat door die organisatie's wordt verlangd. Verleden jaar heeft zij reeds een deel van die gelden voor de ontspanningsavonden gebruikt, zoodat er dit jaar voor dat doel niets meer is overgebleven. Om die reden klopt de commissie bij de gemeente aan en spreker hoopt, dat de Raad door aanvaarding van zijn amendement die 250.zal toestaan. De heer van Rosmalen was aanvankelijk van plan alleen voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders te stem men, maar gehoord de toelichting van den heer van Stralen, waaruit onder andere bleek, dat de commissie de verlichting van de zaal moet betalen, zoodat er ten slotte van die 250. slechts een 150.voor het organiseeren van 6 ontspan ningsavonden overblijft, zal hij zijn stem ook geven aan het amendement van den heer van Stralen, vooral na diens toe zegging, dat iedereen die gezellige avonden kan bijwonen zonder zich te ergeren, omdat zij geheel neutraal zijn. De heer Heemskerk wenscht naar aanleiding van het ge sprokene door den heer van Stralen te doen opmerken, dat de Roomsch-Katholieke Volksbond het niet noodig vindt voor de werkloozen afzonderlijke avonden te organiseeren, teneinde niet het stempel der werkloosheid op die menschen te drukken. Men acht het beter dien menschen gratis in de gelegenheid te stellen de avonden, die voor allen worden gegeven, bij te wonen. Verder wijst spreker op het merkwaardige verschil tusschen de samenwerking te Amsterdam en die te Leiden. Het is volkomen juist, dat indertijd op de verschillende vakcentrale's een beroep is gedaan om met elkander te gaan samenwerken, doch dat deze zaak afgewimpeld is, omdat men meende, dat die menschen niet noodwendig met elkander moesten verga deren en dat uiteraard geen bijeenkomsten of voorstellingen konden plaats hebben, waartoe alle menschen konden toege laten worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 9