210 MAANDAG 15 OCTOBER 1923. De Katholieken hier staan op hetzelfde standpunt als de Katholieken te Amsterdam. Daar werken de 5 vakcentrale's samen; die krijgen van de gemeente een subsidie, dat door de besturen dier vakcentrale's in gemeenschappelijk overleg wordt verdeeld naar gelang van het aantal leden der cen- trale's, maar daar hebben niet plaats uitvoeringen, waar men- schen van alle richtingen door elkaar gehaspeld worden. De heer van Stralen wil echter geld uit de gemeentekas beschikbaar stellen ten bate van een bepaalde categorie van ingezetenen. Men zegt, dat ook anderen kunnen gebruik maken van de geboden gelegenheid, maar daarvan zullen toch in hoofdzaak gebruik maken de menschen, die behooren tot die richting. Spreker kan zich dus niet vereenigen met het voorstel van den heer van Stralen. De heer Wilbrink zal na de verklaring van den heer van Stralen, dat [men er zeker van kan zijn dat die ontspan ningsavonden zoo neutraal mogelijk zullen zijn, medegaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, maar hij kan zich in geen geval vereenigen met het voorstel van den heer van Stralen, omdat spreker zich levendig kan inden ken wat door den heer Sijtsma is gezegd, dat op die bijeen komsten zal heerschen een socialistische sfeer. In elk geval geldt voor spreker het bezwaar, dat hier avonden worden georganiseerd door personen uit een bepaalde politieke groep, en dat, als de Raad begint met subsidie te geven, het hek van den dam is en men ook van andere zijde om subsidie zal komen. De heer Pera, die niet met sympathie met het voorstel -van Burgemeester en Wethouders medegaat, moet met be slistheid ontraden het toekennen van een subsidie. Men moet niet uit het oog verliezen, dat in de middelen tot amusement een groot verschil is hierbij komt het beginsel niet weinig op den voorgrond en dat wat voor den een amusement is voor den ander ten slotte iets is, dat hij laat passeeren, maar waarin voor hem geen grondslag voor genoegen ligt. Als spreker met het voorstel van Burgemeester en Wethouders meegaat, waardoor gelegenheid tot samenkomen zal worden gegeven, dan gaat dat al verder dan voor hem aantrekkelijk is en dan is het krachtens het beginsel voor hem heel moeilijk om verder mede te bevorderen hetgeen op die bijeenkomsten, gezien de leiding, als ideaal wordt nagestreefd. De heer van Stralen meent, dat het niet te pas komt, dat een Raadslid zoo spreekt als de heer Wilbrink doet, vooral als men ruimschoots gelegenheid heeft gehad zich te over tuigen van het neutraal karakter van het werk der commissie, ■maar daarvan geen gebruik heeft gemaakt. Waarom blijven de heeren stelselmatig weg en waarom moeten spreker en de zijnen dan telkens argumenten aanhooren, die niet steek houdend zijn? Als men denkt, dat die avonden niet neutraal zijn, dan moet men dat komen constateeren, maar dat zal niet gelukken, want die gedachte is onjuist. De heer Heemskerk wil aan spreker de bewering in de schoenen schuiven, dat van deze avonden alleen door modern georganiseerden gebruik zou worden gemaakt. Spreker heeft dat echter niet gezegd, integendeel, door het voorschiift van Burgemeester en Wethouders, dat alleen op vertoon van de Arbeidsbeurskaart toegang tot deze avonden mag worden verleend, is het mogelijk geworden na te gaan welk soort van werkloozen van deze avonden gebruik maakt en nu is het bij de aanteekening, welke men daarvan heeft gehouden, .opgevallen, dat tal van christelijke arbeiders op die avonden aanwezig zijn geweest, terwijl van die zijde nooit klachten zijn gekomen dat hetgeen er geboden werd in strijd was met de christelijke beginselen. Het is beter, dat de heeren met hun smoesjes wegblijven en ronduit zeggen, dat zij zullen -trachten hun arbeiders buiten het bereik van spreker en de zijnen te houden, al heeft dat laatste geen zin. Zooeven is bij wijze van interruptie door den heer Wilbrink gezegd, dat Kleerekoper op die avonden kwam optreden, maar dat is onjuist. Kleerekoper komt spreken op den openings avond van het ontwikkelingswerk der commissie en wel op Zaterdagavond aanstaande in de Gehoorzaal, waarvoor geen subsidie en ook de zaal niet gratis is gevraagd. Zooals spreker heeft medegedeeld is deze commissie voort gekomen uit' de S. D. A. P. en den Leidschen Bestuurdersbond, met het doel ontwikkeling te brengen onder de bij deze lichamen georganiseerde arbeiders, maar toen het aantal werkloozen beduidend toenam en niemand, ook niet het gemeentebestuur, het noodig oordeelde voor die menschen iets te doen, is de commissie voor alle werkloozen deze ontspanningsavonden gaan organiseeren. Verleden jaar is voor enkele avonden een gemeentezaal afgestaan, maar thans bevindt de commissie zich in de noodzakelijkheid om daarnevens ook geldelijken steun aan de gemeente te vragen, omdat zij anders haar werk niet kan volbrengen. Het is de vraag of men van Katholieke en van andere zijde ook zoo iets zou doen. Door dit bedrag van ƒ250.toe te staan zullen de Raads leden niet iets doen, dat strijdt tegen hun beginsel. Er zit alleen dit mooie beginsel voor, dat den werkloozen, die een ellendig bestaan leiden, gelegenheid wordt geboden zich te ontspannen. Van moreele zijde bezien, is dit een bedrag van ƒ250. dubbel waard. De beraadslaging wordt gesloten. Het amendement van den heer van Stralen wordt met 17 tegen 14 stemmen verworpen. Tegen stemmende heeren Spendel, Bergers, Pera, Oostdam, Coster, van Hamel, Heemskerk, Eikerbout, Wilbrink, Huurman, Wilmer, Sijtsma, Eerdmans, Mulder, Meijnen, Reimeririger en Sanders. Vóór stemmen: de heeren van Rosmalen, Witmans, mevr. Dietrich-de Rooy, de heeren van Stralen, Knuttel, Groeneveld, van Eek, Dubbeldeman, Baart, mevr. de Stoppelaar-Zeeman, de heeren van der Wall, Kooistra, Verweij en mevr. van Itallie-van Embden. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt ver volgens met 26 tegen 4 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Spendel, Pera, Oostdam, van Rosmalen, Witmans, mevr. Dietrich-de Rooy, de heeren Coster, van Stralen, van Hamel, Eikerbout, Knuttel, Groeneveld, van Eek, Sijtsma, Eerdmans, Dubbeldeman, Baart, mevr. de Stoppelaar-Zeeman, de heeren van der Wall, Kooistra, Verweij, mevr. van Itallie-van Embden, de heeren Mulder, Meijnen, Reimeringer en Sanders. Tegen stemmen: de heeren Bergers, Heemskerk, Huurman en Wilmer. (De heer Wilbrink had gedurende de laatste stemming de vergadering tijdelijk verlaten.) XXX. Praeadvies op het voorstel-van Stralen, in zake beschik baarstelling van een ontspanningslokaal ten behoeve van werklooze arbeiders. (Zie Ing. St. No. 312.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. XXXI. Praeadvies op het verzoek van den Leidschen Bestuur dersbond, om aan daarvoor in aanmerking komende werklooze hoofden van gezinnen een wekelijksche uitkeering te ver- leenen voor de aanschaffing van brandstoffen, subsidiair brandstoffen in natura te verstrekken. (Zie Ing. St. No. 313.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter doet hierop de deuren sluiten. Na eenigen tijd wordt de openbare vergadering hervat. (De heer Splinter was inmiddels ter vergadering gekomen.) De Voorzitter stelt thans spoedeischend aan de orde een voorstel tot aankoop van eenige perceelen bouwterrein met de zich daarop bevindende huizen en verdere opstallen nabij de Heerenstraat en ten Zuiden van den Zoeterwoudschen Singel. Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot dadelijke behandeling besloten is, geeft de Voorzitter namens Burgemeester en Wethouders in overweging: A. te besluiten tot den aankoop in het belang van de Volkshuisvesting 1. van de perceelen bouwterrein met de zich daarop be vindende huizen en verdere opstallen, gelegen nabij de Hee renstraat, bezuiden den Zoeterwoudschen Singel, kadastraal bekend Sectie M. nis. 586, 587. 2525, 590, 701, 700, 699, 3482, 686, 685, 734, 732, 731, 727, 726, 728, 729, 725, 723, 3708, 2817, 3706, 3707, 3804, 733, 3803, 585, 769 en 3127 gedeeltelijk, ter gezamenlijke grootte van 43675 M*.op de kaart door een groene randarceering omgeven; 2. van de volgende perceelen bouwterrein met de zich daarop bevindende huizen en verdere opstallen, te weten a. de perceelen, aangeduid in licht-gele kleur en gemerkt I, kadastraal bekend Sectie M. nis. 3840 gedeeltelijk (weiland), 1445 gedeeltelijk (weiland), 1446 gedeeltelijk (weiland), 735 gedeeltelijk (water), 2323 gedeeltelijk (teelland), 3127 (water) en 4078 (water), tezamen groot 19850 M2.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 10