192 N°. 326. Leiden, 29 October 1923. Binnenkort eindigt de huur van eenige perceelen wei- en teelland n.l.: die van het perceel teelland met schuur bewesten het Raamland, Sectie M nis. 4048 (oud 3893 ged.) en 854, groot 1.07.50 H.A., krachtens raadsbesluit van 25 September 1922 (Ingek. Stukken No. 290) voor het tijdvak van 1 December 192230 November 1923 verhuurd aan C. Boekee, alhier, voor 500. die van de perceelen teelland met woning in den Bosch- huizerpolder, Sectie O nis. 846 ged., 913, 914 en 915, groot 0.54.00 H.A., krachtens raadsbesluit van 25 September 1922 (Ingek. Stukken No. 290) voor het jaar 1923 verhuurd aan C. van der Meij te Oegstgeest voor 140. c. die van de perceelen grond met woning c.a. in de Waard, Sectie N nis. 360, 361 en 357, groot 0.45.87 H.A., krachtens raadsbesluit van 19 December 1918 (Ingek. Stukken No. 321) voor het tijdvak van 1 Januari 191931 December 1923 verhuurd aan P. van Ulden, alhier, voor 325.per jaar; d. die van de perceelen weiland in den Stadspolder, Sectie N nis. 132, 138, 137, 146, 145, 129, 128 en 147, groot 6.47.49 H.A., thans verhuurd aan A. van Leeuwen te Leider dorp voor 1350.per jaar, welke huur bij den aankoop van de perceelen bij raadsbesluit van den 22sten Januari 1923 (Ingek. Stukken No. 37) werd overgenomen; e. die van de perceelen weiland in den Stadspolder, Sectie N nis. 139, 144, 143 en 148, groot 3.90.90 H.A., thans verhuurd aan G. Dorrepaal te Zoeterwoude voor 800.' per jaar, welke huur eveneens bij den aankoop van de perceelen bij genoemd raadsbesluit werd overgenomen. Met uitzondering van den heer van Ulden hebben alle huurders den wensch te kennen gegeven tot bestendiging der huur voor den tijd en tegen de prijzen, als in de hieronder volgende conclusie van ons voorstel is vermeld. Wat de tot nog toe aan den heer van Ulden verhuurde perceelen betreft, hebben de heer M. Menken en de Gebrs. Tijssen verzocht deze perceelen, die bij hen reeds bij wijze van onderhuur in gebruik zijn, rechtstreeks van de gemeente te mogen huren, tegen inwilliging van welk verzoek bij ons College geen bezwaar bestaat. De Gebrs. Tijssen willen ten behoeve van hunne scheepsmakerij het perceel Sectie N no. 357, groot 0.12.87 H.A. huren en zijn bereid daarvoor 260.per jaar te besteden, terwijl de heer Menken in aanmerking wenscht te komen voor de perceelen grond met woning c.a. Sectie N nis. 360 en 361, groot 0.33.00 H.A., voor een jaarlijkschen huurprijs van 400.De totale opbrengst van dit land wordt dus van 325.tot 660. verhoogd. Ten aanzien van de overige in de stukken vermelde terreinen, wordt nog, voorzoover zij weder voor verhuring in aanmerking komen, met de pachters over verlenging der huur onderhandeld. Het overleg is echter nog niet beëindigd, zoodat wij niet in staat zijn ook omtrent deze perceelen thans reeds een voorstel te doen. Onder mededeeling, dat de huurprijzen ons voldoende voorkomen, geven wij Uwe Vergadering alsnu, overeen komstig het advies van de Oommissie van Beheer over het Grondbedrijf en onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, in overweging de genoemde perceelen wei- en teelland te verhuren als bij elk perceel is aangegeven: 1°. aan C. Boekee, alhier, het perceel teelland met schuur bewesten het Baamland, Sectie M nis. 4048 en 854, groot 1.07.50 H.A., voor den tijd van één jaar, ingaande 1 December 1923, tegen een huurprijs van 500.en voorts onder de bestaande en bij de gemeente gebruikelijke voor waarden 2°. aan C. van der Mey, te Oegstgeest, de perceelen teelland met woning in den Boschhuizerpolder, Sectie O nis. 846 ged., 913, 914 en 915, groot 0.54.00 H.A., voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Januari 1924, tegen een huurprijs van 140.en voorts onder de bestaande en bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden 3°. aan M. Menken, alhier, de perceelen grond met woning c. a. in de Waard, Sectie N nis. 360 en 361, groot 0.33.00 H.A., voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Januari 1924, tegen een huurprijs van ƒ400.per jaar en voorts onder dein de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden; 4°. aan de Gebrs. G. en A. Tijssen, alhier, het perceel grond in de Waard, Sectie N n°. 357, groot 0.12.87 H.A. voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Januari 1924, tegen een huurprijs van ƒ260.per jaar en voorts onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden; 5°. aan A. van Leeuwen, te Leiderdorp, de perceelen wei land in den Stadspolder, Sectie N nis. 132, 138, 137, 146, 145, 129, 128 en 147, groot 6.47.49 H.A., voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Januari 1924, tegen een huur prijs van ƒ1350.per jaar en voorts onder de in de Lees kamer ter visie liggende voorwaarden; 6°. aan G. Dorrepaal, te Zoeterwoude, de perceelen weiland in den Stadspolder, Sectie N nis. 139, 144, 143 en 148, groot 3.90.90 H.A., voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Januari 1924, tegen een huurprijs van 800.per jaar en voorts onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 327. Leiden, 29 October 1923. Op 30 April 1924 eindigt de krachtens raadsbesluit van 17 April 1919 (Ingek. Stukken No. 92) voor den tijd van 5 jaren met den heer W. P. van Ingen Schenau Jr. aan gegane pacht van de buffetten in de Stadsgehoorzaal, in verband waarmede de pachter verzocht de exploitatie wederom voor een gelijk tijdvak aan hem op te dragen. Tegen verlenging van de overeenkomst bestaat bij ons College, aangezien de heer van Ingen Schenau zijn ver plichtingen steeds goed is nagekomen, geen bezwaar, doch wel achtten wij eenige verhooging van de pachtsom met het oog op het gebruik dat van de Stadsgehoorzaal gemaakt wordt, gemotiveerd. De Commissie van Fabricage meende dat de pachtsom, thans 2015 bedragende, zou dienen te worden gebracht op 2500.per jaar, doch het komt ons voor, dat een dergelijke verhooging in verband met de tijdsomstandig heden niet voldoende gerechtvaardigd is en dat met eene verhooging tot 2250.dient te worden volstaan. Aangezien de heer van Ingen Schenau in deze verhooging heeft toegestemd, geven wij Uwe Vergadering onder ver wijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, alsnu in overweging de bediening van de buffetten in de Stadsgehoorzaal wederom voor den tijd van 5 jaren, in gaande 1 Mei 1924, voor 2250.per jaar te verpachten aan W. F. van Ingen Schenau Jr., alhier, zulks onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 328. Leiden, 29 October 1923, In Uwe Vergadering van 30 April j.l. (Ingek. Stukken No. 120) werd besloten aan de wóningbouwvereeniging „de Eendracht" een hypothecair crediet te verstrekken van 407.620.ten behoeve van den bouw van 120 arbeiders woningen op een terrein benoorden den Lagen Rijndijk (plan IV). Toen het terrein werd uitgezet, bleek dit echter grooter te zijn, dan bij het opmaken van het plan werd aangenomen. Er bleef n.l. ruimte over, voldoende om aan elke zijde van blok G, één boven- en één benedenhuis bij te plaatsen, in totaal dus 4 woningen. Met het bestuur van de vereeniging is ons College van oordeel, dat het alleszins gewenscht is, genoemde 4 woningen alsnog in het plan op te nemen en den bouw daarvan derhalve gelijktijdig met dien van de 120 woningen te doen plaats hebben. De aannemer is bereid zich hiermede te belasten voorde som van 10500.d. i. 2625.per woning, een aanbod waarop gereedelijk kan worden ingegaan, daar deze prijs 50.per woning lager is, dan die waarvoor de 120 woningen werden aangenomen. Voor verdere kosten (aanleg van electrische lichtleidingen, honorarium van architecten, salarissen van opzichters) zal 700.noodig zijn, zoodat de meerdere uitgaaf in totaal zal bedragen 11.200. In mindering komt echter de ook voor deze 4 woningen toegekende rijkspremie ad 300.weshalve een bedrag van 10.000.uit het door de gemeente in uitzicht gestelde hypothecair voorschot moet worden gevonden. Intusschen behoeft het bij genoemd raadsbesluit verstrekte maximale voorschot van 407.620.niet te worden verhoogd, aan gezien de aanbesteding van de 120 woningen 18000. beneden de raming bleef. Slechts is noodig de begrootings- posten betreffende de ontvangst en de uitkeering van de premie met 1200.te verhoogen. Meerdere grondkosten brengt deze uitbreiding van het plan niet mede, terwijl ook het besluit tot verkoop van den grond en tot het verstrekken van het hypothecair crediet geen andere wijziging behoeft te ondergaan, dan dat daarin het cijfer 60 wordt veranderd in 62. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering, onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende, stukken in overweging:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 4