175
N°'. 299. Leiden, 5 October 1923.
Tegen de inwilliging van nevensgaand verzoek bestaat bij
ons College geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
den heer L. van Prooijen op zijn verzoek, eervol ontslag te
verleen en als onderwijzer aan de O. L. School aan de Paul
Krugerstraat A.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
EdelAchtbare Dames en Heeren,
Ondergeteekende, Leendert van Prooijen, onderwijzer aan
de Openb. Lagere School Paul-Krugerstraat A, en wonende
Bijns burgersingel 2a. te Leiden, verzoekt Uw College hem,
wegens benoeming in een andere functie, buiten het onder
wijs, eervol ontslag te willen verleenen en dit ontslag te doen
ingaan op 1 November a.s.
't Welk doende,
L. v. Prooijen.
Leiden, 27 Sept. '23.
N°. 300. Leiden, 5 October 1923.
Onder overlegging van nevensgaand adres van J. W.
Beijneveld geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
adressant vergunning te verleenen om de te bouwen schuurtjes
op de terreinen aan de Cobetstraat Nis 45 en 47, kad. sectie
M Nis 4060 en 4061, van hout te doen maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 4 September 1923.
Aan Burgemeester en Wethouders, Leiden.
Edelachtbare Heeren
Ondergeteekende verzoekt Uw College vergunning tot het
bouwen van twee houten schuurtjes met pannen gedekt,
op de perceelen gelegen Cobetstraat No. 45 47 Kadastraal
bekend in Sectie M No. 4060 4061.
Met verschuldigde
Hoogachting
J. W. Beijneveld.
N°. 301. .Leiden, 5 October 1923.
Onder overlegging van nevensgaand adres van den op
zichter van fortificatiën te Leiden, namens den Staat der
Nederlanden, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
den Staat der Nederlanden vergunning te verleenen om de
twee rijwielloodsen op het terrein van de Morschpoortkazerne,
kad. Sectie B No. 2491, van hout te doen maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 10 September 1923.
Overeenkomstig het bepaalde in art. 76 van de verorde
ning op het bouwen en sloopen in de Gemeente Leiden, heb
ik de eer Uw College beleefd te verzoeken vergunning te
willen verleenen voor het bouwen van twee rijwielloodsen,
voor rekening van de Cantine van het 4e Beg. Inf., als op
de bijgevoegde schets is aangegeven op het terrein van de
Morschpoortkazerne, kadastraal bekend Gemeente Leiden,
Sectie B No. 2491, en te willen bevorderen, dat ontheffing
wordt verleend van het bepaalde in art. 18 van boven
genoemde verordening, teneinde de loodsen van hout te
kunnen maken.
De Opzichter van Fortificatiën,
Harmsen.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
N°. 392. Leiden, 5 October 1923.
Onder overlegging van nevensgaand adres van J. V. Elemans,
namens G. Schaap, geven wij Uwe Vergadering in overweging
aan G. Schaap vergunning te verleenen om de schuur in den
tuin van het perceel Hooge Morschweg No. 10, kad. sectie
P. No. 684, van hout te doen maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 11 September 1923.
Aan de Edelachtbare Heeren Burgemeester en
Wethouders der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Namens zijn principaal de Heer G. Schaap Morschweg 40
te Leiden verzoek ondergeteekende vergunning van het bouwen
van een houten schuurtje achter perceel Morschweg No. 40
Kad. bek. Gemeente Leiden sectie P. No. 684 een en an dei-
volgens bijgaande teekening.
Gedaan te Leiden 11 September 1923
p/o G. Schaap
J. V. Elemans
Lange Mare 18, Leiden.
Ne. 303. Leiden, 5 October 1923.
Blijkens het in de Leeskamer ter inzage gelegd schrijven
d.d. 17/24 September 1923, B No. 2185 (4e afd.) G. S. No. 127,
heeft de kennisneming van de op 27 Augustus j.l. door
Uwe Vergadering vastgestelde Verordening, regelende het
openbaar vervolgonderwijs, Gedeputeerde Staten aanleiding
gegeven tot de opmerking, dat uit artikel 3 dier veror
dening de regeling der schooltijden dient te vervallen, omdat
een dergelijke regeling, ingevolge het bepaalde in art. 21,
4e lid, der Lager-onderwijswet 1920, niet tot de bevoegdheid
van den Gemeenteraad behoort.
Hoewel Gedeputeerde Staten tegen de overeenkomstige
bepaling der thans nog geldende verordening destijds geen
bezwaar hebben gemaakt, moet niettemin worden toege
geven, dat de regeling van de schooltijden op grond van
het aangehaalde wetsartikel in de verordening niet op haar
plaats is. Om die reden hebben wij het artikel aldus gere
digeerd, dat thans slechts wordt bepaald, dat in het tijdvak
van 1 October31 Maart per week 8 uren onderwijs zal
worden gegeven.
Op grond van het bovenstaande geven wij U in over
weging
I. artikel 3 der Verordening regelende het openbaar ver
volgonderwijs te Leiden, te lezen als volgt:
„Het onderwijs, toegankelijk voor jongens of voor meisjes,
wordt gegeven van 1 October31 Maart, gedurende 8 uren
per week.";
II. de sub I genoemde Verordening, aldus gewijzigd,
opnieuw vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 304. Leiden, 5 October 1923.
Zooals Uwe Vergadering bekend is, werd door het Bijk
indertijd aan onze gemeente voor den bouw van een aantal
woningen premie in uitzicht gesteld, waarbij de bedoeling
voorzat, dat het verder benoodigde bouwkapitaal rechtstreeks
uit de gemeentekas zou worden verstrekt.
Nadat Uwe Vergadering sedert dien reeds hare goed
keuring heeft gehecht aan een plan voor den bouw door de
gemeente zelve van 162 woningen benoorden den Heeren
singel en aan een plan van de vereeniging „de Eendracht",
beoogende de stichting van 120 woningen benoorden den
Lagen Bijndijk, kunnen wij U hierbij thans aanbieden een
plan van de vereeniging „Tuinstadwijk", dat den bouw van
71 beneden- en 71 bovenwoningen omvat op een terrein
nabij de Heerenstraat, aansluitende aan het reeds door deze
vereeniging gestichte omvangrijke complex.
Met het nieuwe plan der vereeniging, voor welks totstand
koming mitsdien eveneens hypothecair crediet van de
gemeente wordt vereischt, kunnen wij ons wel vereenigen.
De plaats van stichting heeft onze instemming, aangezien
met de reeds gebouwde woningen een goed geheel wordt ver
kregen. De ontworpen benedenhuizen hebben gemiddeld