MAANDAG 27 AUGUSTUS 1923. 173 vraagt of Burgemeester en Wethouders zich ervan vergewist hebben, dat voor het aangevraagd bedrag goed werk zal ge leverd worden. De heer Elkerbout maakt het bezwaar, dat slechts aan 3 Leidsche drukkerijen prijsopgaaf is gevraagd. Indien men ook nog aan andere Leidsche drukkers prijsopgaaf had ge vraagd, dan zou mogelijk het werk voor een lager bedrag te Leiden kunnen geplaatst zijn, al was dan niet een garantie van f 500.gesteld voor advertentiën, en dan zou men mis schien beter werk krijgen dan nu het geval kan zijn. Spreker uit de hoop, dat men er in het vervolg rekening mede zal houden, dat de gemeentenaren, die voor de lasten zitten, ook van de lusten kunnen genieten. De heer Eerdmans heeft er zich ook over verwonderd, dat slechts aan 3 Leidsche firma's prijsopgaaf gevraagd is, terwijl er toch nog vele andere goed uitgeruste drukkerijen zijn, waarvan er ook wel zullen staan buiten de organisatie in het drukkersbedrijf, zooals de firma te Wassenaar. Nu is het voor zoo'n niet-aangesloten firma te Leiden niet mogelijk om dergelijk werk te krijgen, omdat men plotseling met dit voorstel gekomen is, en spreker zou er dan ook voor zijn de behandeling van dit voorstel aan te houden, zoodat men alsnog een poging zou kunnen doen om dit werk door Leidsche krachten te zien uitgevoerd. Sprekers ervaring met het opdragen van werk aan een goedkoopen drukker is niet gunstig; men heeft een vrij groote outillage noodig om een werk als dit behoorlijk te kunnen uitvoeren en het is noodzakelijk, dat deze catalogus goed uitgevoerd wordt, maar daarvan is men niet zeker als het werk aan den drukker te Wassenaar wordt opgedragen. Er is dus alles voor te zeggen, dat Burgemeester en Wet houders deze zaak nog eens zelf onderzoeken. Zij hebben nu eigenlijk gezeild op het compas van de commissie, maar de inlichtingen, door deze ingewonnen, doen tekort aan hetgeen het drukkersbedrijf te Leiden ver tegenwoordigt. Met den heer Heemskerk is spreker van oordeel, dat iemand, die zich een catalogus van de «Lakenhal" wil aan schaften, blijkbaar belang stelt in de kunst en ook wel 0.75 of 1.voor zulk een boekwerkje kan geven. De heer van Stralen onderschrijft den wensch van de heeren Eikerbout en Eerdmans, dat gepoogd zal worden dezen catalogus te Leiden te doen vervaardigen. Spreker weet niet tot wie men zich heeft gewend, maar er zijn te Leiden druk kerijen, welke, met welke aanbieding ook, kunnen concurreeren. Zelfs al wendt men zich uitsluitend tot drukkerijen, welke bij den Bond van Drukkerspatroons zijn aangesloten er zijn ook een paar niet bij dien Bond aangeslotene dan zal men goed- koopere aanbiedingen krijgen dan die, welke reeds zijn gedaan. De Voorzitter wijst er op, dat eenerzijds wordt gezegd, dat het werk niet erg mooi zal worden uitgevoerd, omdat het slechts 2000.kost, terwijl men aan den anderen kant beweert, dat het bij een Leidsche drukkerij zooveel minder zou hebben gekost. Men kan wel zeggen, dat bij verkoop van den catalogus de kostende prijs moet worden betaald, maar het is de vraag of dat kan. Dat men van een bezoeker van het Rijksmuseum te Amsterdam ƒ1.voor een catalogus vraagt, kanspreker begrijpen, maar hij vreest, dat, als men hier voor een catalogus van veel minder inhoud 0.70 of 0.80 vraagt, men er mede zal blijven zitten, wat te betreuren zou zijn met het oog op de opvoedende kracht, welke van een oordeelkundige bezichtiging van het museum uitgaat. Laat men den catalogus drukken, dan moet men dat doen met verlies, evenals men op het onderwijs toelegt. Wil men dat niet, dan moet men van het laten drukken afzien. Spreker had tevoren wel gedacht, dat zou worden aange drongen op het uitnoodigen van meer firma's, maar hij ziet daarin geen heil met het oog op de ervaring, vroeger te dien aanzien opgedaan. Als men drie opgaven krijgt, heeft men wel den gangbaren prijs. Bovendien hebben Burgemeester en Wethouders wel iets anders te doen dan voor een werkje van 2000.alle drukkers uit te noodigen. Wat de uitvoering betreft, acht spreker de vrees van den heer Eerdmans, dat het werk, in verband met den lagen prijs, niet goed zal worden uitgevoerd, ongegrond, te meer omdat de heer Overvoorde, die tijdelijk ook te Wassenaar woont, op de uitvoering wel behoorlijk toezicht zal houden. Dat de drukker te Wassenaar woont, is geen bezwaar. Spreker moet ontraden om de motie van den heer Heemskerk aan te nemen; daarin zit geen nut. Ook van uitstel is geen heil te verwachten. Van den heer Eerdmans ontvangt spreker de volgende motie: «Ondergeteekende stelt voor de behandeling van punt 32 uit te stellen, ten einde nadere inlichtingen in te winnen over den prijs bij levering door een drukkerij te Leiden." De motie van den heer Eerdmans wordt voldoende onder steund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadsla ging uit. De beraadslaging wordt gesloten. De motie van den heer Eerdmans wordt het eerst in stemming gebracht en met 13 tegen 12 stemmen verworpen. Tegen stemmen: de heeren Mulder, Bots, van der Lip, Meijnen, Kuivenhoven, van Hamel, Sanders, Splinter, Huurman, Wilbrink, Heemskerk, Schoneveld en Pera. Vóór stemmen: de heeren de Lange, Sijtsma, van Stralen, Wilmer, Groeneveld, Knuttel, Bisschop, Oostdam, mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Eerdmans, Eikerbout en Kooistra. (De heer Dubbeldeman had de vergadering inmiddels tijdelijk verlaten.) De motie van den heer Heemskerk wordt vervolgens met 21 tegen 4 stemmen verworpen. Tegen stemmende heeren Mulder, Bots, van der Lip, de Lange, Meijnen, Sijtsma, Kuivenhoven, van Hamel, Sanders, Splinter, Huurman, Wilbrink, van Stralen, Groeneveld, Knuttel, Oostdam, mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Schone veld, Eikerbout, Kooistra en Pera. Vóór stemmen: de heeren Wilmer, Bisschop, Heemskerk en Eerdmans. Zonder hoofdelijke stemming wordt ten slotte overeen komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXXIII. Verordening op Woonwagens. (Zie Ing. St. No. 259.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 tot en met 6 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXXIV. Verordening, regelende de heffing van eene belas ting onder den naam van „Staangeld voor woonwagens'' in de gemeente Leiden. (Zie Ing. St. No. 260). De Voorzitter vraagt of bij de Commissie van Financiën tegen deze verordening bezwaar bestaat. De heer Huurman. Neen, Mijnheer de Voorzitter! en tegen de volgende ook niet. Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 tot en met 9 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele verordening eveneens zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. XXXV. Verordening, regelende de invordering van de be lasting onder den naam van «Staangeld voor woonwagens" in de gemeente Leiden. (Zie Ing. St. No. 260.) Algemeene beschouwingen worden niet gehouden. De artikelen 1 tot en met 6 worden achtereenvolgens zonder be raadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming wordt vastgesteld. XXXVI. 1. Vaststelling van: a. de verordening, regelende de heffing van eene belasting onder den naam van «Havengeld" in de gemeente Leiden; b. de verordening, regelende de heffing van eene belasting onder den naam van «Liggeld" in de gemeente Leiden c. de verordening, houdende wijziging van de verordening van 17 Mei 1920 (Gemeenteblad No. 24), regelende de invordering van de belasting onder den naam van «Lig geld" in de gemeente Leiden; d. de verordening, houdende wijziging van de verordening van 3 Mei 1920 (Gemeenteblad No. 19), regelende de heffing van eene belasting onder den naam van «Brug geld" in de gemeente Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 7