168
MAANDAG 27 AUGUSTUS 1923.
stedigheid en de heeren van Eek, Piekaar, Stijnman en Jan
de Lange.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
30 Juli 1923 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede,
1°. dat op 2 Augustus j.l. een telegram van gelukwenschen
is gezonden aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder ter ge
legenheid van Hoogstderzelver verjaardag en dat daarop een
telegram van dankbetuiging is ingekomen.
De Voorzitter deelt verder mede, dat zijn ingekomen:
2°. Mededeeling van den Minister van Arbeid dat bezwaar
bestaat de verklaring uit te vaardigen dat de maximum-huur-
verhooging, welke kan worden toegepast zonder goedkeuring
van de Huurcommissie voor Leiden zal bedragen respectievelijk
40 en 30
3°. Mededeeling van L. A. Mennes dat hij de benoeming
tot Directeur van den Markt- en Havendienst aanneemt.
4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten tot wijziging van de begrootingen
voor 1922 en 1923, ten behoeve vande meerdere kosten van
den bouw van de Arbeidsbeurs; de meerdere kosten van
verbouwing van de school Aalmarkt; de verhoogde voorschotten
aan de woningbouwvereeniging »de Eendracht'' voor de uit
voering van het 2e en 3e bouwplan dier vereeniging; de hoogere
kosten van de uitkeering over 1921, bedoeld in artikel 1U0
der Lager Onderwijswet, aan de bijzondere scholende storting
van de waarborgsom, bedoeld in artikel 73 der Lager Onder
wijswet voor de uitbreiding der bijzondere school aan de
Hooglandsche Kerkgracht; de uitkeering aan de gemeentelijke
commissie tot steun verleening; de kosten van de uitbreiding
der Buitengewone school voor Lager Onderwijs met 3 lokalen
en de kosten van inrichting van een gedeelte van het land
aan den Lagen Morschweg, tot standplaats voor woonwagens.
5°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordening
tot wijziging van die op het Rijden.
6°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordeningen
a. tot wijziging van die betreffende het toelaten van kinderen
tot lichtbeeldenvertooningen, b. tot wijziging van die op ver-
gunnings- en verlofslocaliteiten en logementen, c. tot wijziging
van die op Openbare Vermakelijkheden en bijeenkomsten.
7°. Mededeeling van Mr. P. M. Trapman dat hij de benoeming
tot Commissaris der Gemeentelijke Bank van Leening aanneemt.
8°. Mededeeling van den Minister van Onderwijs, dat hij
berust in de benoeming van Mejuffrouw W. H. Nederhoed
tot tijdelijk leerares in de Engelsche taal en letterkunde aan
de Hoogere Burgerschool voor meisjes.
9°. Mededeeling van den Minister van Onderwijs dat het
raadsbesluit tot continuatie van de tijdelijke benoeming van
Prof. Dr. Th. Frings, tot leeraar in de Hoogduitsche taal aan
bet Gymnasium wordt goedgekeurd.
10°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van bet goed
gekeurd raadsbesluit tot overneming in eigendom en onder
houd bij de gemeente van een gedeelte grond aan den Haar
lemmerweg, Sectie K. No. 2699.
11°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot wijziging der begrooting, dienst 1923,
ten behoeve van de stichting van een schoolgebouw in de
Caeciliastraat voor de Roomsch-Katholieke Parochiale Jongens
scholen.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1*. Verzoek van C. Janssen om teruggave van door hem
betaalde vervolgingskosten.
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 14—8'23.
Aan den Raad der Gemeente J.eiden,
Edelachtbare Heeren!
Ondergeteekende, C. Janssen, Koffiehuishouder, wonende
Rijnzichtstraat No. 1, alhier, neemt bij dezen de vrijheid zich
met het navolgende tot Uw geacht College te wenden:
Voor de navorderingsbelasting 1920'21 werd hij aange
slagen voor een te betalen bedrag, groot ƒ276.75.
Na reclame bij den Heer Ontvanger der Gem: Bel: werd
dit bedrag door dezen teruggebracht tot ƒ150.waarbij
dan kwamen ƒ26.19 aan onkosten, een en ander onder nadere
goedkeuring van den Gemeente-Raad.
Hem werd toen tevens medegedeeld, dat dit bedrag van
ƒ150.wel gehandhaafd zou worden en met deze betaling
overal van af zou zijn.
Onder dagteekening van 16 Juli j.l. ontving hij een extract
uit het Register van het verhandelde uit den Gemeenteraad,
waarbij hem werd medegedeeld, dat hij nader berekend was
naar een verschil in zuiver inkomen van 1500.
Ondergeteekende was door de ontvangst van dit stuk van
meening verder niets meer te betalen te hebben.
3 Augustus d. a. v. kreeg hij echter zonder eenige waar
schuwing te voren te hebben ontvangen of eenigerlei mede
deeling, dat het bedrag door hem betaald ad 150.niet
voldoende was en er alzoo nog aan tekort kwam, een Proces
verbaal van Beslag, waarop het resteerende nog te betalen
ad ƒ18.63 werd medegedeeld.
Hiermede gaat hij natuurlijk geheel accoord, maar ten
zeerste onbillijk vindt hij het, bovendien weder 4.onkosten
te hebben moeten betalen voor deurwaaider en zijn trawanten.
Was hem eerst medegedeeld, wat er nog moest worden
bijbetaald, dan had hij voorzeker gezorgd dit bedrag aanstonds
te voldoen, waartoe hij nu niet meer in de gelegenheid was.
Redenen waarom hij U beleefd verzoekt de laatst betaalde
onkosten ad ƒ4.te mogen terugontvangen.
't Welk doende enz..
C. Janssen.
De Voorzitter merkt op, dat geheel volgens de wet is
gehandeld en dus geen restitutie der vervolgingskosten kan
plaats hebben. Om echter bij de leden niet de gedachte te
doen rijzen, dat aan de billijkheid te kort is gedaan, zal hij
voorlezen wat de waarnemend Ontvanger aau het College
heeft gerapporteerd.
Leiden, 22 Augustus 1923.
»Naar aanleiding van nevensgaand verzoekschrift van C.
Janssen te Leiden, heb ik de eer Uw College het navolgende
mede te deelen:
Requestrant werd aangeslagen in de navorderingsbelasting
dienst 1920/1921 voor een bedrag van 276.75. Het aanslag
biljet werd hem toegezonden op 24 Februari j.l. Verder werd
hem een waarschuwing uitgereikt op 9 Maart j.l. een aan
maning op 23 Maart j.l. terwijl hem een dwangbevel werd
beteekend op 23 April j.l.
Vermits requestrant echter in gebreke bleef om tot vol
doening der belasting over te gaan werd op 1 Juni j.l. beslag
gelegd op zijne roerende goederen. Naar aanleiding van deze
beslaglegging is een conferentie gevoerd tusschen den reque
strant, den deurwaarder Baan en den Heer Spiesz, waarbij
werd overeengekomen, dat wanneer requestrant, die tegen
bovengenoemde belasting reclameerde, voorloopig 150.
plus de gevallen executiekosten betaalde, het beslag zou
worden opgeheven, op voorwaarde, dat, zoodra requestrant
een beslissing van den Gemeenteraad op zijn reclame zou
hebben ontvangen, hij onmiddellijk het eventueel alsnog te
betalen bedrag ten kantore van den Gemeenteontvanger zou
voldoen. Dit voorstel werd door hem geaccepteerd.
Op 16 Juli j.l. werd op de reclame van requestrant door
den Gemeenteraad beslist en aan requestrant die beslissing
schriftelijk toegezonden.
Echter bleef requestrant in gebreke om over te gaan tot
voldoening van het nog door hem verschuldigde ad 18.63,
waarop hem bij exploit van 3 Augustus j.l. herhaald bevel
tot betaling van gemeld bedrag werd gedaan.
M. i. is deze zaak dan ook volkomen regelmatig en wettelijk,
zelfs zeer coulant, behandeld en zijn er geen .termen aan
wezig om aan het verzoek van requestrant om terugbetaling
der door het doen van herhaald bevel veroorzaakte vervolgings
kosten te voldoen."
Spreker stel mitsdien voor, afwijzend op het verzoek te
beschikken.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
2°. Verzoek van de Naamlooze Vennootschap voorheen
A. Waals, om ontheffing van het bepaalde bij artikel 19 der
Bouwverordening, ten opzichte van den gevel van zijn perceel
aan de Van der Werfstraat.
3°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Centralen
Bond van Transportarbeiders en van den R. K. Bond van
Transportarbeiders »St. Bonifacius" om het venten en
verkoopen van melk op den openbaren weg op Zondag bij
verordening te verbieden.
De Voorzitter stelt voor om dit adres in handen van Bur
gemeester en Wethouders te stellen om prae-advies, hoewel
het adres op zich zelf dat eigenlijk niet waard is, want daarin
wordt gevraagd om ten aanzien van een zaak, welke de wet reeds
verbiedt en dus strafbaar is, een strafverordening te maken;
dat is dus een contradictio in terminis. Daarentegen is het
wellicht gewenscht de zaak zelf nog eens materieel te bezien.