MAANDAG 27 AUGUSTUS 1923.
177
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Knuttel voorstelt
artikel 2 te doen luiden:
»Het onderwijs wordt in drie achtereenvolgende leerjaren
gegeven".
Het amendement van den heer Knuttel wordt voldoende
ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraad
slaging uit.
De heer van der Lip constateert, dat de aanneming van
het amendement zou beteekenen, dat de regeling van het
vervolgonderwijs ongewijzigd bleef, waartegen Burgemeester
en Wethouders bij de algemeene beschouwingen hun bezwaren
voldoende hebben doen kennen. Waar met den heer Knuttel
over argumenten van financieelen aard niet valt te spreken,
ziet spreker verder van het woord af, de beslissing aan den
Raad overlatende.
De heer Knuttel antwoordt, dat met hem wel over kwesties
van financieelen aard is te spreken, maar dat het alleen de
vraag is waarover het gaat. De bepaling van het rentetype
voor een gemeentelijke leening is bijvoorbeeld iets, waarin
spreker wel belang stelt.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer Knuttel wordt in stemming
gebracht en met 19 tegen 5 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Mulder, Bots, van der Lip,
de Lange, Meijnen, Kuivenhoven, van Hamel, Sanders, Splinter,
Huurman, Wilbrink, Wilmer, Bisschop, Oostdam, Heemskerk,
Eerdmans, Schoneveld, Eikerbout en Pera.
Vóór stemmende heeren Sijtsma, Dubbeldeman, Gróeneveld,
Knuttel en mevrouw DubbeldemanTrago.
(De heer Kooistra had inmiddels de vergadering verlaten,
terwijl de heer van Stralen deze tijdens deze stemming tijdelijk
had verlaten.)
Artikel 2 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Knuttel voorstelt
in artikel 3 de woorden »van 1 October31 Maart" te doen
vervallen.
Het amendement van den heer Knuttel wordt voldoende
ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraad
slaging uit.
Het amendement van den heer Knuttel wordt in stemming
gebracht en met 20 tegen 5 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Mulder, Bots, van der Lip,
de Lange, Meijnen, Kuivenhoven, van Hamel, Sanders, Splinter,
Dubbeldeman, Huurman, Wilbrink, Wilmer,Bisschop,Oostdam,
Heemskerk, Eerdmans, Schoneveld, Eikerbout en Pera.
Vóór stemmen: de heeren Sijtsma, van Stralen,Gróeneveld,
Knuttel en mevrouw DubbeldemanTrago.
Artikel 3 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming en
artikel 4 zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
Beraadslaging over artikel 5 (Zie Ing. St. No. 267, bladz. 155.)
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Knuttel voorstelt
om in dit artikel in plaats van »24" te lezen: »20".
Het amendement van den heer Knuttel wordt voldoende
ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraad
slaging uit.
Het amendement van den heer Knuttel wordt in stemming
gebracht en met 19 tegen 6 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Mulder, Bots, van der Lip,
de Lange, Meijnen, Kuivenhoven, van Hamel, Sanders, Splinter,
Huurman, Wilbrink, Wilmer, Bisschop, Oostdam, Heemskerk,
Eerdmans, Schoneveld, Eikerbout en Pera.
Vóór stemmende heeren Sijtsma, Dubbeldeman, van Stralen,
Gróeneveld, Knuttel en mevrouw DubbeldemanTrago.
Artikel 5 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming en
de artikelen 6 tot en met 14 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna
de geheele verordening zonder hoofdelijke stemming wordt
vastgesteld.
XXXVill. Verordening, houdende regeling van de jaarwedden
der leeraren aan het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool
met, vijfjarigen cursus en de Hoogere Burgerschool voor meisjes,
te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 268.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
Artikel 1 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Beraadslaging over artikel 2 (Zie Ing. St. No. 2G8, bladz. 157.)
De heer de Lange vestigt er de aandacht op, dat in dit
artikel en in andere artikelen bij afwisseling gesproken wordt
van «wekelijksch lesuur" en van Bwekelijksche les", en
vraagt of het niet beter zou zijn om overal te gebruiken de
uitdrukking »wekelijksche les".
De heer van der Lip doet opmerken, dat deze bepaling
zoo overgenomen is .uit de Rijksregeling; daar heeft men
precies dezelfde redactie. Het is misschien het beste dat
Burgemeester en Wethouders, als de Raad dit kan goed
vinden, nog eens overwegen of de door den heer de Lange
genoemde verandering wenschelijk is en dat zij gemachtigd
worden casu quo die wijziging aan te brengen.
De heer de Lange kan zich daarmede vereenigen.
De Voorzitter zegt, dat, als van de zijde van den Raad
daartegen geen bezwaar gemaakt wordt, Burgemeester en
Wethouders bereid zijn, om, indien zulks uit een redactioneel
oogpunt gewenscht mocht blijken, de in de verordening
voorkomende woorden «wekelijksche les" en »lesuur", waar
noodig, door eenzelfde uitdrukking te vervangen.
Daartoe worden Burgemeester en Wethouders gemachtigd.
De beraadslaging wordt gesloten en art. 2 zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De artikelen 3 tot en met 6 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter zegt, dat naar aanleiding van het rapport
van de beide Inspecteurs Burgemeester en Wethouders in
art. 7 3,50" veranderen in 3,—".
Het aldus gewijzigd art. 7 zoomede de artikelen 8 tot en
met 16 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele veror
dening zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
XXXIX. Voorstel in zake de beschikbaarstelling van gelden
op de begrooting, dienst 1924, ten behoeve van het verleenen
van maatschappelijke hulp bij ziekte en de verpleging van
kinderen van on- en minvermogenden in de Leidsche Buiten
school.
(Zie Ing. St. No. 261.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Lange zegt zich er buitengewoon over te
hebben verbaasd, dat Burgemeester en Wethouders het eerste
punt hebben voorgesteld. Een van beide: öf in het college
wordt een nieuwe koers ingeslagen, of hij heeft zich in zijn
opvatting omtrent den geest van het college, welken hij
eenigszins meende te kennen, ten eenen male vergist. Onlangs
adviseerde het college unaniem tot verwerping van een
voorstel van mevrouw Dubbeldeman-Trago tot instelling van
een gemeentelijken kraam vrouwen verplegingsdienst en de
geheele Raad, behalve de roode en de rose elementen, is met
Burgemeester en Wethouders meegegaan.
Eveneens heeft het college zich unaniem ten krachtigste
en doorloopend verzet tegen het in het leven roepen van
een speciale Steuncommissie ten behoeve van werkloozen, die
niet geholpen konden worden door de werklozenkassen. Zulk
een commissie is ten slotte met een kleine meerderneid ingesteld,
maar kort geleden liet een der Wethouders zich minder
welwillend uit over de wijze, waarop die commissie haar
taak vervult.
Niet lang geleden is op voorstel van Burgemeester en
Wethouders en met medewerking van den geheelen Raad
het Burgerlijk Armbestuur ingesteld, omdat dit onontbeerlijk
was geworden door den nood der tijden, en nu komt het