128 N°. 250. Leiden, 15 Augustus 1923. Met het in nevensgaand schrijven van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit vervatte voorstel in zake de levering van gas in de gemeente Voor hout kunnen wij ons geheel vereenigen. Onder verwijzing naar den inhoud van de missive van Commissarissen, geven wij U mitsdien in overweging tot vaststelling van de hierbij overgelegde concept-overeenkomst betreffende de levering van gas in de gemeente Voorhout over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. CONCEPT-OVEREENKOMST betreffende de levering van gas in de gemeente Voorhout door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden. Artikel 1. Duur der overeenkomst. Leiden verbindt zich (behoudens omstandigheden van haren wil onafhankelijk) van den datum af, waarop voor het eerst gas uit het distributienet door de gasmeters aan de ver bruikers wordt afgeleverd, tot 31 December 1953, gas te zullen leveren ten behoeve van de gasvoorziening te Voor hout, terwijl Voorhout zich verbindt onder de in deze over eenkomst gestelde voorwaarden het voor de gasvoorziening van de gemeente Voorhout benoodigde gas uitsluitend van Leiden te betrekken. Artikel 2. Vergunningen; concessie aan derden. Voorhout verleent aan Leiden gedurende den duur dezer overeenkomst met uitsluiting van anderen, vergunning tot het leggen, hebben en onderhouden van een gasbuizennet met toebehooren in openbare gronden en wateren en tot het plaatsen van de benoodigde regulateurstati< >ns op open bare terreinen binnen de gemeente Voorhout, zonder dat voor die vergunning eenige vergoeding of recognitie, hoe ook genaamd, gevorderd kan worden. De concessie wordt verleend voor alle openbare terreinen, wegen, bruggen, overgangen, wateren, enz. in de gemeente Voorhout en, voor zoover deze eigendom van de gemeente Voorhout zijn, ook buiten de gemeente Voorhout, zoowel ten behoeve der gasvoorziening van Voorhout, als ter voor ziening van gemeenten (waaronder begrepen buurtschappen), andere publiekrechtelijke lichamen of particulieren, enz. buiten de grenzen van Voorhout. Voor zoover die wegen aan anderen, dan de gemeente Voorhout toebehooren, staat Voorhout niet in voor de ver- eischte vergunningen; echter zal Voorhout onmiddellijk na de totstandkoming van deze overeenkomst een verordening uitvaardigen, waarin wordt bepaald, dat het leggen, hebben en onderhouden van gasbuizen, toestellen en inrichtingen in alle openbare terreinen, wegen, bruggen, overgangen, wateren, enz. ten behoeve der gasvoorziening door Leiden, zal moeten worden gedoogd. Voorhout verbindt zich gedurende den duur dezer over eenkomst aan derden geen concessie te verleenen tot het leveren van gas of eenigen anderen energievorm, noch zelf gas of eenigen anderen energievorm te produceeren ten behoeve van hare eigendommen, publiekrechtelijke lichamen of particulieren, noch zich van derden gas of eenigen ener gievorm als voren genoemd, op welke wijze ook, te doen verschaffen en evenmin te gedoogen, dat derden gas of eenigen anderen energievorm, op welke wijze ook, aan parti culieren of publiekrechtelijke lichamen leveren. Voorhout behoudt zich het recht voor, in het laatste jaar vóór den afloop van deze overeenkomst alle zoodanige maat regelen te nemen als zij noodig oordeelt, teneinde na afloop van de overeenkomst stagnatie in de centrale voorziening van gas aan Voorhout te voorkomen. Deze maatregelen mogen Leiden in het nakomen harer verplichtingen niet belemmeren. Indien ten behoeve van de gasvoorziening van andere gemeenten gebruik wordt gemaakt van de toevoerleiding naar Voorhout en als gevolg daarvan verandering in de gasvoorziening te Voorhout mocht worden aangebracht, komen de kosten dezer veranderingen voor rekening van Leiden. Artikel 3. Wijze van aanleg. Leiden verbindt zich in de wegen, straten, pleinen, enz. van Voorhout volgens een door beide partijen te waarmerken en te onderteekenen teekening gasbuizen te leggen en daarop perceelen aan te sluiten. Indien later ten behoeve van perceelen, gelegen op plaatsen, waar volgens deze teekening geene hoofdgasleiding aanwezig is, gasaanleg gevraagd wordt, zal Leiden daartoe kunnen overgaan, nadat Voorhout verklaard heeft een tegemoetkoming in de aanlegkosten dezer hoofdleiding aan Leiden te zullen betalen. Het bedrag van deze tegemoetkoming wordt voor ieder geval afzonderlijk door Leiden vastgesteld. Deze bedragen worden nooit gerestitueerd, terwijl de gasleidingen het eigen dom van Leiden blijven. Artikel 4. Prijs van het geleverde gas. De prijs van het aan de gemeente en aan de ingezetenen van Voorhout geleverde gas zal bedragen 2 cent per M3 boven den door Leiden aan hare eigen ingezetenen berekenden prijs per M3. Bij levering over een muntgasmeter, in welk geval de binnenleiding en toestellen kosteloos worden aangebracht en geen huur voor den gasmeter in rekening wordt gebracht, zal de overeenkomstig vorenstaande alinea voor Voorhout geldende gasprijs met 1 cent per M3 worden verhoogd. Voor levering over een muntgasmeter komen in aanmer king perceelen, waarvan de huur bij de week wordt uitge drukt en die overigens aan bepaalde door Leiden te stellen voorwaarden voldoen. Artikel 5. Voorwaarden van aansluiting. De levering van het gas in Voorhout geschiedt, behoudens het in deze overeenkomst omtrent den prijs bepaalde, geheel overeenkomstig de bepalingen van de gas verordening van Leiden, gelijk deze is vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden in zijne openbare vergadering van 17 Decem ber 1914, en laatstelijk gewijzigd bij Raadsbesluit van 16 Juli 1923 en zooals deze nog nader mocht worden gewijzigd. De verordening voornoemd zal, voor zoover daarvan bij deze overeenkomst niet uitdrukkelijk is afgeweken, worden toegepast op de wijze en volgens de regelen als bij aan sluiting in de gemeente Leiden gelden. Artikel 6. Bevordering van het gasverbruik. Indien Leiden het noodig oordeelt maatregelen ter bevor dering van het gasverbruik in Voorhout te nomen, is zij daartoe bevoegd. Artikel 7. Kwaliteit van het gas. Leiden verbindt zich aan Voorhout gas te leveren van dezelfde hoedanigheid als het gas, hetwelk aan de ingezetenen van Leiden geleverd wordt. Artikel 8. Uitvoering der overeenkomst. Indien Leiden een of meer harer verplichtingen uit deze overeenkomst voortvloeiende niet nakomt, zal zij slechts dan tot betaling van schadevergoeding aan Voorhout gehouden zijn, indien deze bewijst, dat het niet nakomen door Leiden van hare verplichtingen te wijten is aan hare nalatigheid. Artikel 9. Eindigen der overeenkomst. Deze overeenkomst eindigt, behoudens het bij de vol gende alinea's van dit artikel bepaalde, op 31 December 1953. Zij wordt telkenmale stilzwijgend voor vijf jaren verlengd, tenzij een der partijen drie jaren vóór het einde van den eersten concessietermijn of van een vijfjarigen verlengings termijn deze overeenkomst schriftelijk opzegt. Het gasbuizennet in Voorhout blijft het eigendom van Leiden, ook na afloop van deze overeenkomst. Leiden is bevoegd het gasbuizennet na afloop van deze overeenkomst weg te nemen. Indien Leiden van deze bevoegdheid gebruik maakt, is zij verplicht de wiegen, straten, pleinen, bruggen en andere werken in goeden staat te herstellen en ten ge noegen van Voorhout op te leveren. Leiden behoudt, zonder dat eenige vergoeding of recognitie, hoe ook genaamd, gevorderd kan worden, de vergunningen tot het leggen, hebben en onderhouden van gasbuizen, toe stellen en inrichtingen, bedoeld in artikel 2, voor zoover deze noodig zijn om aan hare na afloop van deze overeenkomst loopende verplichtingen tot gaslevering aan andere gemeenten te kunnen voldoen. Indien Voorhout de overeenkomst opzegi", zal zij na afloop der overeenkomst dat gedeelte van het door Leiden gelegde buizennet met toebehooren, hetwelk niet tevens dienst doet voor de gasvoorziening in andere gemeenten, overnemen tegen taxatie, in gemeenschappelijk overleg vast te stellen. Mocht dit gemeenschappelijk overleg niet tot overeen stemming omtrent de taxatie leiden, dan zal de taxatie in hoogste ressort geschieden door drie deskundigen, benoemd op de wijze als in artikel 10 voor scheidsrechters aangegeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 4