127 Ferdinand Wernerspoort Nis 1, 3 en 4, Willem Frederiks- poort Nis 1, 2, 4, 5, 6 en 7 en Paradijssteeg No. 58 met zes maanden verlengd en vastgesteld op 25 September 1923. De termijn van ontruiming van de bij Uw besluit van 12 Februari j.l. (Ingek. Stukken No. 54) onbewoonbaar ver klaarde woningen Schapenpoort Nis 6, 8, 10 en 12, Molen- •werfsteeg Nis 1 en 3, Jufferspoort Nis 1, 2, 3, 4 en 5, Kloot- of Vischpoort Nis 1 en 2, Alida Mariahof Nis 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8, Groenepoort Nis 1 en 2, Elisabethspoort Nis 1, 2, 3 en 4, Rabarberpoort Nis 1, 2, 3, 4 en 5, Gekroonde Liefdepoort Nis 1, 2, 2bov., 3c en 3bov., Hagemanspoort Nis 1, 2, 3 en 4, Brandewijnspoort Nis 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, van de woning Leeuwenpoort ongenummerd, en van de woningen Barbarahof Nis 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9, Jan Potagepoort Nis 1, 2 en 3, Pottebakkersgang Nis 4, 5, 6 en 7 en Breepoort Nis 1 en 3 werd daarbij gesteld op zes maanden na den dag, waarop de tijd tot voorziening zou zijn verstreken of het besluit tot onbewoonbaarver klaring zou zijn gehandhaafd. Met uitzondering van de woningen Pottebakkersgang Nis 4 en 6, waarvoor de termijn van ontruiming op 8 November a. s. eindigt, en van de woningen Jufferspoort Nis 1 en 2, welke inmiddels ont ruimd zijn, moeten de laatstbedoelde woningen dientenge volge ontruimd zijn voor den 19 September e.k. Aangezien het den bewoners van de nog niet ontruimde woningen ook tot heden niet is mogen gelukken eene andere woning té verkrijgen, bestaat er aanleiding, om den termijn van ontruiming van die woningen met 6 maanden te verlengen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de termijnen van ontruiming van de hierboven vermelde nog niet ontruimde woningen met zes maanden te verlengen en thans te bepalen: a. dat de hierboven genoemde, bij Uw besluit van 20 Februari 1922 onbewoonbaar verklaarde, woningen moeten zijn ontruimd uiterlijk op 25 Maart 1924; b. dat de hierboven genoemde, bij Uw besluit van 12 Februari 1923 onbewoonbaar verklaarde, woningen, uitge zonderd de woningen Pottebakkersgang Nis 4 en 6 en Jufferspoort Nis 1 en 2, moeten zijn ontruimd uiterlijk op 18 Maart 1924; c. dat de woningen Pottebakkersgang Nis 4 en 6 moeten zijn ontruimd uiterlijk op 8 Mei 1924. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 247. Leiden, 14 Augustus 1923. NO. 248. Leiden, 15 Augustus 1923. Het is gebleken, dat de afvoer van rioolstoffen uit de Maria Gondastraat naar de definitieve plaats van loozing veel te wenschen overlaat. Het hoofdriool van genoemde straat mondt n.l. uit in een straatriool, ter wijdte van slechts 30 X 45 c.M., dat oorspronkelijk alleen diende voor den afvoer van regenwater van den Rijksweg. Dit te nauwe riool loost in een sloot, welke dientengevolge in hooge mate wordt verontreinigd en waarvan de vervuiling in de toekomst nog zal toenemen, wanneer ook de Vink-, Gisette- en Nannie- straat en andere straten op de rioleering van de Maria Gonda straat zullen worden aangesloten. Afdoende verbetering van dezen ongewenschten toestand kan verkregen worden door verlenging van het hoofdriool der Maria Gondastraat in schuine richting dwars door den Haagweg en vervolgens door een nauwen gang naar het Galgewater, waarin dan rechtstreeks geloosd wordt, een en ander, zooals op de teekening is aangegeven. De kosten van' dit werk worden geraamd op ongeveer ƒ2400.Hiervan komt echter slechts 1900.voor rekening van de gemeente, aangezien het Rijk bereid bevonden is de kosten van het riool, voor zoover gelegen in den Rijksweg, tot een maximum van 500.te zijnen laste te nemen. De eigenares van den doorgang van den Haagweg naar het Galgewater heeft voorts toegestaan, dat voor de rioollegging van gemeentewege over dezen grond wordt beschikt. Overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage geven wij U op grond van het bovenstaande in overweging door vaststelling van den hierbij overgelegden begrootings- staat ten behoeve van het doortrekken van het hoofdriool van de Maria Gondastraat naar het Galgewater, een bedrag van 2400.te onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan, in verband met de door het Rijk te betalen kosten, een bedrag van 1900. zal moeten worden afgeschreven, is nog 82290.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. De sloot, gelegen tusschen de huizen aan de Rijnzicht- straat en de de Wetstraat, nader op de overgelegde situatie aangegeven, is in hooge mate verontreinigd. Deze sloot dient tot vergaarplaats van allerlei afvalstoffen van de huizen aan de Rijnzichtstraat en van de Oostelijke huizenrij aan de de Wetstraat en wordt daardoor ten zeerste vervuild, zonder dat er gelegenheid tot verversching bestaat. In zuidelijke richting toch wordt de sloot afgesloten door een riool en in noordelijke richting staat zij in verbinding met de spoorsloot, welke evenmin ververscht wordt, omdat deze naar het Westen dood loopt en oostelijk op geruimen afstand ligt van water, dat geacht kan worden geregeld te worden ververscht. Waar periodieke reiniging tegen de sterke vervuiling van deze stinksloot niets vermag, komt ons op ruiming daarvan om redenen van hygiënischen aard geboden voor. Eene commissie, bestaande uit den Directeur van Gemeentewerken en de stadsgeneesheeren Drs. J. A. Schreuder en W. Th. M. Weebers, door ons aangewezen om ons over eenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de verordening- op wegen, lanen, straten enz. en wateringen en slooten omtrent den toestand der sloot uit een oogpunt van open bare gezondheid van advies te dienen, is, zooals uit het door haar uitgebrachte, te Uwer inzage liggende, rapport blijkt, eveneens van oordeel dat de sloot schadelijk is voor de openbare gezondheid en derhalve dient te worden gedempt. Overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van Fabricage geven wij U mitsdien in overweging, den eigenaren van de sloot, gelegen tusschen de perceelen aan de Rijn zichtstraat en de de Wetstraat en kadastraal bekend ge meente Leiden, Sectie P nis 483 en 523 tot en met 531, alle gedeeltelijk, op grond van het bepaalde bij artikel 12 van bovengenoemde verordening te gelasten die sloot te dempen en door een riool te vervangen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 249. Leiden, 15 Augustus 1923. Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven van Com missarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri- citeit, geven wij U in overweging goed te keuren, dat over het jaar 1922 voor normale uitbreidingen der gasfabriek 54.000.en der electriciteitsfabriek 72.000.is besteed. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 31 Juli 1923. Wij hebben de eer U te berichten, dat de normale uit breidingen van de Stedelijke Fabrieken van Gas- en Elec- triciteit, in verband met de gas- en electriciteitslevering volgens de bestaande verordeningen en overeenkomsten in 1922 hebben bedragen: Noch het aanleg- en uitbreidingskapitaal van de gasfabriek, noch dat der electriciteitsfabriek, behoeft voorloopig aan vulling, zoodat wij volstaan met U beleefd te verzoeken den Raad in overweging te geven, zijne goedkeuring aan de bovenomschreven normale uitbreidingen te hechten. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, J. A. Bots, Voorzitter. E. Schotman, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Voor de gasfabriek: Voor de electriciteitsfabriek: 6500.— 3000.- 6500.— 5000.- hoofdbuizen dienstleidingen muntleidingen dienstgebouwen invent, bouwwerken alg. dienst metersf 20000. Totaal 13000.- f 54000.— Transformatorstations laagspanningskabelnet huisaansl. kabelnet idem bovengrondsche netten transformatoren dienstgebouwen invent, dienstgebouwen Totaal 24000.- 10000.- 9000.- 4000. 8000.- 16000. 1000. f 72000.—

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 3