144 MAANDAG 16 JULI 1923. de Lange, Wilmer, Splinter, Huurman, Bisschop, Wilbrink, Heemskerk, Eerdmans en Sanders. Vóór stemmen: de heeren Sijtsma, van Stralen, de dames van Itallievan Embden en Dubbeldeman—Trago, de heeren van Hamel, Groeneveld, Knuttel, Kooistra, van Eek en Dubbeldeman. Wordt zonder hootdelijke stemming overeenkomstig punt a van het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. Punt b wordt in stemming gebracht en met 19 tegen 8 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren Schoneveld, Oostdam, Eikerbout, Kuivenhoven, Pera, Mulder, Bots, van der Lip, Meijnen, de Lange, Wilmer, van Hamel, Splinter, Huurman, Bisschop, Wilbrink, Heemskerk, Eerdmans en Sanders. Tegen stemmen: de heeren Sijtsma, van Stralen, de dames van Itallie-van Embden en Dubbeldeman-Trago, de heeren Knuttel, Kooistra, van Eek en Dubbeldeman. (De heer Groeneveld onthield zich gedurende de laatste stemming van medestemmen.) XXIII. Vaststelling van het 2e suppletoir kohier der school gelden voor Middelbaar en Hooger Onderwijs, schooljaar 1922/1923. (Zie Ing. St. No. 217.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten tot vaststelling van het 2e suppletoir kohier der schoolgelden voor het Middelbaar en Hooger Onderwijs, dienst 1922/1923, opgemaakt tot een bedrag van ƒ196,50. XXIV. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1919/1920 en 1920/1921. (Zie Ing. St. No. 218.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt beschikt op diverse bezwaarschriften in zake de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, belastingjaren 1919/1920 en 1920/1921, overeenkomstig het advies van de met het onderzoek daarvan belaste commissie. De Voorzitter doet thans de deuren sluiten. Na hervatting van de openbare vergadering wordt op voor stel van Burgemeester en Wethouders zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten, punt X der agenda aan te houden tot een volgende vergadering en punt XXV tot de volgende vergadering. De Voorzitter vraagt, of een der leden nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer van Eck klaagt er over, dat bij de zwemplaats van het Poelmeer geen drinkwater te krijgen is. Ook is er geen telefoon, zoodat bij een ongeluk geen water is te ontbieden. De heer Mulder zal dit feit laten nagaan, maar hij kan zich niet voorstellen dat de vrouw, die in de nabijheid woont op de boerderij, zoo onwelwillend is om geen water te willen geven. Aansluiting aan de waterleiding is daar niet. De heer Groeneveld heeft vernomen, dat in de warme dagen van de vorige week de badhuizen bijna geen water hadden en er dus niet voldoende baden genomen konden worden. De heer Mulder zegt, dat dienaangaande geenerlei klacht is ingekomen. De heer Wilbrink vestigt er de aandacht op, dat enkele vergaderingen geleden een voorstel aan de orde is geweest tot wijziging van de havengelden en toen door den heer Pera er op werd aangedrongen, dat dat voorstel binnen twee weken zou worden behandeld. Dat is nu al twee maanden geleden en daarom vraagt spreker wanneer dat voorstel zal worden behandeld. De heer Pera antwoordt, dat binnenkort het desbetreffende voorstel bij den Raad zal inkomen. Het heeft wel lang geduurd, maar er moest met verschillende voorstellen, onder andere dat van de Kamer van Koophandel, rekening worden gehouden, wat heel wat werk en onderzoek veroorzaakt heeft, omdat het Gemeentebestuur op meerdere dingen heeft te letten, dan waarmee de Kamer van Koophandel te rade gaat. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 12