116
MAANDAG 25 JUNI 1923.
zooveel mogelijk ongewijzigd wil laten, maar toch stelt hij
voor om den naam van Pieter de la Court straat te wijzigen.
Dat is dus niet erg consequent.
Spreker zal bij de stemming deze volgorde in acht nemen:
eerst het voorstel van Burgemeester en Wethouders; bij ver
werping daarvan het voorstel van den heer Sijtsma, en indien
ook dit verworpen mocht worden het voorstel van den heer
Groeneveld.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om den
naam »Brandewijnsteeg" te veranderen in «Vrouwenkerk-
koorstraat", komt het eerst in stemming en wordt met 16
tegen 11 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Bisschop, Oostdam, mevrouw
DubbeldemanTrago, de heeren Meijnen, Pera, Mulder,
Sanders, Huurman, Kuivenhoven, Schoneveld, Wilmer,
Splinter, de Lange, Eikerbout, Knuttel en de Voorzitter.
Tegen stemmen: de heeren van Eek, Heemskerk, Kooistra,
Dubbeldeman, Eerdmans, Wilbrink, mevrouw van - Itallie
van Embden, de heeren Sijtsma, van Stralen, van Hamel
en Groeneveld.
Tengevolge van deze beslissing worden het amendement
van den heer Groeneveld en dat van den heer Sijtsma
geacht te zijn vervallen.
(De heer Jan de Lange had tijdens deze stemming de
vergadering tijdelijk verlaten).
XX1IIZ». Voorstel tot het geven van namen aan een 3-tal
straten nabij den Rijnsburgerweg.
(Zie Ing. St. No. 189.)
De Voorzitter deelt mede, dat op dit voorstel door den
heer Heemskerk is voorgesteld een amendement om telkenmale
»weg" te veranderen in «straat".
De heer Heemskerk verklaart tegenstander te zijn van het
veranderen van straatnamen, tenzij bijzondere omstandigheden
daartoe nopen, omdat dergelijke verandering in den volksmond
steeds tot moeilijkheden aanleiding geeft.
Wanneer men «weg" wijzigt in «straat" wat betreft deze
straten, die nu nog pas in aanleg zijn doch binnen enkele
jaren bestraat zullen zijn, dan voorkomt men later moeilijk
heden. Door de voorstanders van het woord «weg" zal na
tuurlijk aangevoerd worden, dat het op dit oogenblik betrek
kelijk nog wegen zijn en er daar van bebouwing van eenige
beteekenis geen sprake is, maar er staat tegenover, dat de
Rijnsburgerweg binnen korten tijd zal worden verbreed en
zich aan dien kant van de gemeente de bebouwing geleidelijk
ontwikkelt. Onder die omstandigheden is het verkeerd deze
straten met den naam van weg te betitelen. Men heeft daar
wel den Rijnsburgerweg en den Warmonderweg, maar die
zijn van de gemeente Oegstgeest overgenomen, welke een
landelijke gemeente is. Nu dit gedeelte bij Leiden is gevoegd,
zou het verkeerd zijn den naam «weg" vast te stellen met
de kans, dat men dien naam over enkele jaren onjuist acht
en hem weer in «straat" zal moeten veranderen. Om die reden
heeft spreker zijn amendement voorgesteld.
Het amendement van den heer Heemskerk wordt voldoende
ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraad
slaging uit.
De heer Knuttel wenscht in het algemeen te steunen
hetgeen de heer Heemskerk heeft gezegd, maar op andere
gronden. Als men het woord «weg" bezigt, dan ligt daarin
de opvatting opgesloten, dat men te doen heeft met iets, dat
naar een bepaald punt leidt. Zoo leidt de Warmonderweg
naar Warmond. Nu is het de vraag of men langs den
«Kagerweg" naar de Kaag kan komen; is dat niet het geval
en heeft men alleen te doen met een straat, die op een
andere straat uitloopt, dan is de naam «weg" niet op zijn
plaats.
De heer Wilbrink vraagt hoe Burgemeester en Wethouders
er toe zijn gekomen een van deze straten den naam van
«Braassemerweg" te geven. Vermoedelijk heeft de gedachte
voorgezeten, dat enkele uren hiervandaan een Braassemermeer
ligt. Nu is het de gewoonte een weg of straat zulk een naam
te geven, indien hij of zij ligt in de richting van zoo'n meer
zoo ligt de Warmonderweg in de richting van Warmond,
maar het kan voor vreemdelingen tot verwarring aanleiding
geven, indien de Braassemerweg, of de Braassemerstraat ligt aan
den anderen kant van de stad dan de weg, die naar het
Braassemermeer leidt.
De Voorzitter vraagt- of de heer Wilbrink bezwaar heeft
tegen den geheelen naam «Braassemerweg".
De heer Wilbrink. Ja, mijnheer de Voorzitter.
De Voorzitter zegt, dat hij dan een amendement zal moeten
indienen.
De heer Mulder zegt, dat de heer Heemskerk feitelijk reeds
heeft medegedeeld hoe Burgemeester en Wethouders aan
deze namen zijn gekomen. Men heeft daar in de buurt War
monderweg, Rijnsburgerweg, kortom, het is daar weg en
nogmaals weg. Het is niet te denken, dat men daar binnen
eenigen tijd reeds een meer bebouwd gedeelte zal krijgen,
maar dat kan nog heel lang duren. Het is beter zich aan de
thans bestaande omstandigheden aan te passen.
Wat betreft de bezwaren van de heeren Knuttel en Wil
brink, spreker meent, dat de voorgestelde namen zeer juist,
gekozen zijn, want deze drie wegen liggen wel degelijk inde
richting van de Kaag, de Vroon wateren en het Braassemermeer,
evengoed als de Warmonderweg ligt in de richting van
Warmond het duurt alleen wat langer eer men er is.
Iets anders zou het zijn, als men een van die wegen noemde
«den Amsterdamschen weg", omdat die ligt in de richting
van Amsterdam, maar waar de Kaag, de Vroonwateren en
het Braassemermeer onder het beheer van Leiden staan, bestaat
tegen de gekozen namen allerminst bezwaar.
De heer Eerdmans zegt, dat het hem veel leed zou doen,
indien het amendement-Heemskerk niet werd aangenomen.
Het is taalkundig volkomen foutief om iets, wat niet ergens
op uitloopt, een weg te noemen. Het zou er geheel naast en
belachelijk zijn om een doodloopend stuk te noemen Kagerweg.
De heer Heemskerk houdt tegenover den Wethouder vol,
dat, gezien de situatie van Leiden, met redelijken grond ver
wacht kan worden, dat binnen eenige jaren die straten be
bouwd zullen worden. In de eene straat komt de Christelijke
H. B. S. en het is niet te denken, dat daar niet spoedig
bebouwing zou komen.
Bij den Haarlemmerweg zijn verschillende straten, waar
niet tot bebouwing wordt overgegaan en daar heeft men er
ook niet aan gedacht om te spreken van wegen in plaats
van straten. Het gaat niet aan om binnen de grenzen der
gemeente wegen aan te leggen; het moeten straten zijn.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer Heemskerk wordt in stemming
gebracht en met 23 tegen 4 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren van Eek, Bisschop, Heemskerk,
Kooistra, Oostdam, Dubbeldeman, mevrouw Dubbeldeman
Trago, de heeren Jan de Lange, Eerdmans, Wilbrink, Meijnen,
Sijtsma, van Stralen, Huurman, Kuivenhoven, Schoneveld,
Wilmer, de Lange, van Hamel, Groeneveld, Eikerbout, Knuttel
en de Voorzitter.
Tegen stemmende heeren Pera, Mulder, Sanders en Splinter.
(Mevrouw van Itallievan Embden had tijdens deze
stemming de vergadering tijdelijk verlaten).
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop besloten de op
de overgelegde teekening met de cijfers 1, 2 en 3 aangeduide
straten nabij den Rijnsburgerweg te noemen onderscheidenlijk
«Kagerstraat", «Vroonstraat" en «Braassemerstraat".
XXIIIc. Voorstel om op het voorstel-Groeneveld tot verandering
van den naam «Pieter de la Courtstraat" niet in te gaan.
(Zie Ing. St. No. 189).
De heer Groeneveld heeft in de vergaderingen van 26 Maart
en 16 April reeds voldoende aangegeven, waarom hij dezen
naam wil veranderen in «Dahliastraat". Spreker heeft in de
vergadering van 16 April, toen namen gegeven zouden worden
aan de straten van «Tuinstadwijk", dit voorstel ingediend en
verzocht dat het spoedeischend zou verklaard worden. De
Raad heeft daaraan echter niet gewild. Spreker wil aannemen,
dat daaraan niet alleen maar een zucht ten grondslag lag om
een voorstel van spreker af te stemmen, maar meer de wensch
om tijd te hebben, teneinde deze zeer gewichtige zaak te
bestudeeren. Het woord-is thans dus, niet aan spreker, maar
aan de leden, die de zaak wenschten te bestudeeren, om de
resultaten van hun studiën mede te deelen.
Ten slotte herinnert spreker er aan, dat de archivaris tegen
zijn voorstel geen bezwaar heeft en er iets voor gevoelt om,
waar al de straten in die buurt bloemennamen hebben ge
kregen, ook de Pieter de la Court-straat een bloemennaam te
geven.