MAANDAG 25 JUNI 1923. Ill Zullen worden behandeld tegelijk met het nader uitge werkt voorstel. 8°. Rekening, dienst 1922, van de Stedelijke Werkinrichting. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 9°. Verzoek van de Zwemvereeniging »de Zijl" om toekenning van een subsidie in de kosten van een te houden openbaar zwemfeest. 10°. Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij om vergunning tot uitbreiding van het pompgebouw op haar terrein onder Wassenaar. 11°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in het schoolgeld Middelbaar en Lager onderwijs. 12°. Verzoek van het Bestuur der Roomsch-Katholieke Parochiale Jongensscholen onder Roomsch-Katholiek Parochiaal Kerkbestuur, om beschikbaarstelling van gelden voor de stichting van een bijzondere lagere school aan de Caecilia- straat Nis 11—15. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 13°. Amendement van den heer Heemskerk op het voorstel in zake het geven van namen aan een 3-tal straten nabij den Rijnsburgerweg. Zal worden behandeld bij punt '23. 14®. Motie van den heer Sijtsma, om punt 33, in zake de demping van het Levendaal, van de Raadsagenda af te voeren. Zal worden behandeld bij punt 33. 15°. Voorstel van mevrouw van Itallievan Embden om terug te komen op het besluit tot demping van de Mare en de demping van het Levendaal ter hand te nemen. De Voorzitter zegt tot zijn leedwezen niet te kunnen voorstellen om ook dit voorstel te behandelen bij het des betreffende punt van de agenda. Volgens het tweede lid van artikel 20 van het Reglement van Orde mag een voorstel om op een vroeger besluit terug te komen nimmer worden be handeld, wanneer het niet in den oproepingsbrief is vermeld. Dit voorstel kan dus heden niet aan de orde worden gesteld, het zal op de agenda van de volgende Raadsvergadering ge plaatst moeten worden. Mevrouw van Itallievan Embden zegt, dat dit niet meer noodig zal zijn, indien de Raad vandaag den knoop doorhakt. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 16°. Verzoek van Mej. C. Korsse, om eervol ontslag als lid der Commissie voor de Bewaarscholen. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 17°. Voorstel van den heer van Stralen, in zake den aftrek van gezinsinkomsten der ondersteunde werkloozen en de ondersteuning van dubbel-uitgetrokken werkloozen en daarmede gelijk te stellen groepen, en in zake de ondersteuning van ongehuwde werkloozen. Zal worden behandeld bij punt 32. 18°. Adres van de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer in zake de demping van het Levendaal. Zal worden behandeld bij punt 33 der agenda. 19°. Verzoek van de Vereeniging voor Christelijk Middelbaar Onderwijs en van de Naamlooze Vennootschap Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen »Beperkt Bezit", om de medewerking der gemeente bij het tot stand komen van een verbindingsweg tusschen den Rijnsburgerweg en den Maredijk. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 20°. Adres van N. Kwestroo e.a., in zake de toepassing van artikel 27a van de verordening ter voorkoming van brand, betreffende de berging van motorrijtuigen. De Voorzitter zegt, dat de voorwaarden, welke Burge meester en Wethouders aan de oprichting dezer inrichtingen verbonden hebben, gesteld zijn ex art. 27a van de verordening ter voorkoming van brand. Het betreft hier de uitvoering eener verordening en die uitvoering berust bij Burgemeester en Wethouders en niet bij den Raad. Mitsdien stelt spreker voor dit request in handen van Burgemeester en Wethouders te stel'en ter afdoening. De heer Sijtsma had liever, dat Burgemeester en Wethou ders over het adres praeadvies uitbrachten. De Voorzitter blijft er bij, dat het hier betreft de uit voering der desbetreffende verordening, die bepaalt, dat men dergelijke inrichtingen niet mag oprichten zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders en dat deze, dit staat in art. 34, het recht hebben aan elke vergunning, krachtens die verordening te verleenen, voorwaarden te ver binden. De heer Sijtsma zegt, dat het bezwaar minder betreft de gestelde voorwaarden dan wel de wijze, waarop die toegepast worden, niet door Burgemeester en Wethouders maar door den persoon, aan wien Burgemeester en Wethouders dit heb ben opgedragen, namelijk den commandant van de brandweer. Die zaak is ook in een vergadering van belanghebbenden behandeld. Burgemeester en Wethouders zullen vermoedelijk zeggenwij hebben het dien persoon opgedragen en daarmede is het uit; maar dan krijgt men die quaestie toch later weder terug. De Voorzitter wijst erop, dat de voorwaarden officieel uit gaan van Burgemeester en Wethouders, zij het dan ook dat zij voorgelicht worden door hunne deskundige ambtenaren. Burgemeester en Wethouders zullen deze zaak nader onder de oogen zien, zij behoort niet tot de competentie van den Raad. De heer Sijtsma geeft Burgemeester en Wethouders in overweging om na te gaan wat in die vergadering van belang hebbenden gesproken is, want Burgemeester en Wethouders zullen zeker ook niet willen, dat in dergelijke zaken willekeur plaats heeft, zooals daar beweerd is, wat hij niet op gezag dier vergadering aanneemt, doch gaarne zou onderzocht heb ben, naar hij hoopt, om den commandant te rechtvaardigen. De Voorzitter zegt toe, dat Burgemeester en Wethouders die zaak ernstig zullen onderzoeken, zooals zij trouwens ten opzichte van alle zaken handelen. De beraadslaging wordt gesloten, waarna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter wordt besloten. 21°. Ongeteekend schrijven vaneen bewoner van het Wouden- dorphof, waarbij verzocht wordt om de Brandewijnsteeg te noemen naar den stichter van dat hof »Woudendorpstraat''. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter deelt alsnog mede: 1°. dat aan J. Meijers, eervol ontslagen sulfaatmaker aan de Stedelijke Lichtfabrieken, met ingang van 1 Juli a.s., een suppletie-pensioen is toegekend van f 27Ü.'sjaars, zoolang het hem door den Pensioenraad verleend pensioen, bepaald blijft op f 883. 2°. dat aan C. C. van Duuren, eervol ontslagen onderwij zeres bij het bewaarschoolonderwijs, met ingang van 15 Januari j.l. een suppletie-pensioen is toegekend van 111.'s jaars, zoolang het haar door den Pensioenraad verleend pensioen bepaald blijft op 990.—. Mevrouw van Itallievan Embden zegt van menschen, die beter dan zij bekend zijn met de formeele regelen van den Raad, vernomen te hebben, dat haar voorstel wel be handeld zal kunnen worden, indien zij het spoedeischend maakt. De Voorzitter verwijst naar artikel 20 van het Reglement van Orde, luidende: »De Raad kan in spoedeischende gevallen op voorstel van den Voorzitter of van een der leden besluiten, onderwerpen, niet in den oproepingsbrief vermeld, terstond in behande ling te nemen". »Een voorstel om op een vroeger besluit terug te komen mag echter nimmer worden behandeld, wanneer het niet in den oproepingsbrief is vermeld",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 3