MAANDAG 25 JUNI 1923. 121 XXX. Voorstel: a. tot verhooging van het bedrijfskapitaal der Gemeente lijke Bank van Leening; b. tot vaststelling van de desbetreffende begrootingsregeling. (Zie Ing. St. No. 182.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. XXXI. Praeadvies op het verzoek van de Oudercommissie der voormalige 3e klasseschool aan de Medusastraat, in zake de verstrekking van schoolpantoffels aan de leerlingen dier school. (Zie Ing. St. No. 200.) De beraadslaging wordt geopend. Mevrouw DubbeldemanTrago heeft, toen zij van het praeadvies had kennis genomen, gedacht: Leiden is en blijft toch altijd Leiden. Wat in alle andere plaatsen kan is hier volgens Burgemeester en Wethouders uitgesloten. Hetgeen die Oudercommissie vraagt is toch zeer logisch en spreekster heeft zich verbaasd over de argumenten van de schoolhoofden, welke al zeer gezocht en stumperig zijn. Het bezwaar van de opberging is te verhelpen door een eenvoudige kast en dat behoeft zooveel geld niet te kosten. Het derde bezwaar, het uitvallen der pantoffels, is eenvoudig te verhelpen door het aanzetten van een bandje, en wanneer, wat als vierde bezwaar wordt genoemd, er kinderen zijn met al te slechte schoenen, dan geve men dien ook pantoffels. De hoofden zijn bevreesd met de zorg ervoor belast te zullen worden. Men drage het opbergen en verdeelen der pantoffels op aan den eenvoudigen klasse-onderwijzer. Daar voor is geen acte noodig. Dat er schoolhoofden zijn, die van de behoefte aan pantoffels niets gemerkt hebben, spreekt vanzelf; als men zijn oogen sluit ziet men heelemaal niets. Pantoffels zullen alleen verstrekt moeten worden aan kin deren, wier ouders niet voldoende zorg aan hun kinderen besteden; voor deze laatste vooral moet de gemeenschap in de bres springen. De Schoolcommissie, die niet motiveert waarom het dragen van schoolpantoffels voor het onderwijs niet bevorderlijk zou zijn, behoeft over de wettelijke bevoegdheid in deze niet te oordeelende Onderwijswet verbiedt niet het verstrekken van schoolpantoffels. Alleen de Directeur van den Geneeskundigen Dienst heeft het ditmaal bij het rechte eind. De schoolartsen zullen nog eens moeten nagaan, welke de gevolgen kunnen zijn van doorloopend koude voeten. Spreekster geeft in overweging aan den Raad om dit geringe bedrag van ƒ3200.voor dit doel toe te staan. De heer Knuttel geeft Burgemeester en Wethouders in overweging, om, als zij weder een praeadvies uitbrengen, de schoolhoofden niet zoo'n gek figuur te laten maken door allen onzin, die van die zijde wordt gedebiteerd, ook te laten drukken. Spreker wijst ook nog op het argument, dat de kinderen thuis dikwijls onder veel ongunstiger omstandigheden op kousen rondloopen dan op school. Maar dan is er dubbel reden, dat die kinderen dat niet op school doen. Het is een van die schandalige argumenten, die men nog maar al te veel tegenkomt. Wanneer bijvoorbeeld in een of andere open bare instelling het eten slecht is, wordt er al heel spoedig gezegd, dat zij het thuis niet beter hebben. Zoo is het hier ook: omdat die kinderen thuis in de meest ongelukkige en ongunstige omstandigheden zijn, moeten zij dat op school ook maar blijven. Zoo is ook het argument, dat de kinderen, die slechte schoenen dragen, in even ongunstigen of nog ongunstiger toestand verkeeren, een belachelijke letterknechterij, alsof het namelijk er om te doen is te zweren bij de kinderen, die klompen dragen, en alsof de geest van een dergelijk voorstel niet evengoed slaat op de kinderen met slechte schoenen. Men doet naar sprekers oordeel den schoolhoofden er geen dienst mede, wanneer men dergelijke argumenten van hen laat afdrukken. Spreker betreurt het, dat dit verzoek van de oudercommissie van slechts één school is uitgegaan. De verstrekking van die schoolpantoffels behoort tot de dingen, welke reeds eerder hadden moeten gebeuren, omdat zij noodzakelijk zijn. Men denkt van de zijde van Burgemeester en Wethouders altijd indruk te maken door een berekening van de kosten te geven. Al kan spreker het opgegeven bedrag niet contro leeren, het lijkt hem hoog, omdat het voor hem de vraag is of- er wel 4000 kinderen voor het ontvangen van die pan toffels in aanmerking zouden komen. Maar, afgezien daarvan, hoe grooter de bedragen zijn, welke met dergelijke maat regelen zijn gemoeid, hoe grooter het nut is, dat door deze wordt gesticht. De heer Wilbrink verschilt met mevrouw Dubbeldeman en den heer Knuttel van meening ten aanzien van de vraag wat in deze de taak der gemeente is te achten, vooral waar laatstgenoemde hen, die aan dergelijke verzoeken als dit niet toegeven, van niet minder beschuldigt dan van verwaarloozing van de belangen der schoolkinderen. Ook kan spreker niet de stelling van den heer Knuttel onderschrijven, dat het een schandaal is, als de adviezen der schoolhoofden worden afge drukt. Die adviezen lijken spreker zeer practisch. Wanneer die kinderen thuis op kousen loopen of moeten loopen, is dat voor den heer Knuttel een reden te meer hen op school pantoffels te laten dragen, maar spreker ziet dat niet in. Indien de kinderen op school pantoffels aan krijgen en zij hebben ze thuis niet, dan zal dat verschil in behandeling tusschen thuis en op school hun eerder schade doen dan goed. Spreker begrijpt niet, dat de kinderen er onder zouden lijden, indien zij, op klompen op school komende, geen pantoffels kregen. Er wordt ook gesproken over kinderen, die met goede en kinderen, die met slechte schoenen op school komen, maar men zal het er over eens zijn, dat kinderen, die op klompen naar school gaan, in den winter minder last van koude voeten zullen hebben dan kinderen, die zelfs goede schoenen dragen. Als men gewoon is om klompen te dragen, dan heeft men over het algemeen minder hinder van koude voeten, al loopt men binnenshuis altijd op kousen, dan wanneer men gewoon is schoenen te dragen. Volgens mevrouw DubbeldemanTrago en den heer Knuttel moet de gemeenschap optreden in het belang van het kind, maar zij vragen er niet naar, of dat werkelijk ook strookt met het belang van dat kind; de gemeenschap moet in elk geval daarvoor opkomen; de gemeenschap is in het algemeen in staat en veel beter dan de ouders in staat om voor het kind te zorgen en daarom moet zij het doen. Deze stelling gaat absoluut niet op. In de eerste plaats heeft het gezin te zorgen voor het belang van het kind; pas in de tweede plaats komt de school en via de school de gemeenschap. Eerst heeft men gekregen schoolkindervoeding en -kleeding en nu moet men er nog iets bij practiseeren, schoolpantoffels. Spreker hoopt, dat de Raad het afwijzend praeadvies van Burgemeester en Wethouders zal aanvaarden. De heer Sijtsma kan zich vereenigen met het denkbeeld van verstrekking van schoolpantoffels, maar meent, dat dit een zaak is, waarin voorzien zal moeten worden door de Com missie voor schoolkindervoeding en -kleeding, die het best in staat is na te gaan, welke kinderen pantoffels zouden moeten krijgen, omdat hun ouders niet in staat zijn het te betalen. Er zijn genoeg ouders, die zelf de kosten daarvan kunnen dragen. Als men pantoffels zou geven aan alle kinderen, die op klompen naar school komen, dan zou dat geweldige kosten medebrengen. Overigens wil spreker er op wijzen, dat de scholen goed verwarmd worden en dat de kinderen, die op klompen komen en op school op hun kousen loopen, veelal twee paar kousen dragen: zij hebben dus geen kou te lijden. Men moet de zaak practisch bezien en niet sentimenteel worden. Als men het uitbreidt tot kinderen, die schoenen dragen, dan krijgt men het bezwaar dat er veel tijd weggaat aan het uittrekken en aantrekken van schoenen en het ver wisselen met pantoffels. De Raad kan het praeadvies van Burgemeester en Wet houders gerust aannemen. Het verstrekken van schoolpan toffels kan gevoegelijk toevertrouwd worden aan de Commissie voor Schoolkindervoeding en -kleeding voor de gevallen, dat het strikt noodig is. Het is iets wat ook behoort tot de schoolkleeding. De heer Heemskerk heeft nog niet veel argumenten gehoord, die pleiten voor inwilliging van dit verzoek. Algemeen is men het er over eens, dat het voor kinderen niet goed is met natte voeten op school te zitten, maar de kwestie is hoe men aan dat euvel zal tegemoetkomen en dan ligt het, naar spreker meent, niet op den weg der gemeente daarvoor schoolpantoffels te verstrekken. Op dorpen komen de kinderen algemeen met klompen op school en daar krijgen zij geen pantoffels. Er moet gezorgd worden, dat de kinderen, als zij naar school gaan, goede klompen of schoenen hebben ter voorkoming van natte voeten, maar zulks is niet de taak van de gemeente, doch van een of andere vereeniging, die zich op dat gebied beweegt. Men moet niet vergeten, dat de laatste tien jaren het gebruik van klompen in alle plaatsen, ook te Leiden, sterk is afge nomen en nog slechts sporadisch voorkomt. De meeste kinderen dragen schoenen en dientengevolge zullen velen slechte schoenen aan hebben, maar dan kan de gemeente toch geen pantoffels voorschrijven voor jkinderen, die op schoenen loopen. Of moet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 13