GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 87 I^GEKOMEIf STUKKEN. N°. 170. Leiden, 15 Juni 1923. Wij hebben de eer IJ mede te deelen, dat verhooging van de navolgende posten der gemeentebegrooting voor 1922, hetzij wegens te lage raming, hetzij tengevolge van bijzondere omstandigheden, met de daarachter vermelde bedragen noodig is. Voorts zullen in verband met door Uwe Vergadering genomen besluiten eenige nieuwe posten aan die begrooting moeten worden toegevoegd. De te verhoogen of toe te voegen posten nu zijn: Volgn. 81. Jaarwedden van den conciergede boden en den bediende ten Raadhuize694.47 Tengevolge van de langdurige ziekte van een der gemeenteboden moest de voor assistentie en be looning van den boodsehappenbezorger uitge trokken som van 625.met 1055.worden overschreden. Voorts werd voor de bewaking van het Raadhuis, voor en na de bureau-uren, ƒ782.80 uitgegeven, d. i. ƒ32.80 méér dan ge raamd was. Aangezien echter in eene, met ingang van 1 November 1922, ontstane vacature van gemeente- bode voorloopig nog niet werd voorzien, kan met eene verhooging van den post met 694.47 worden volstaan. Volgn. 82. Schrijfloonen2839.01 Overeenkomstig onze reeds in de Memorie van Antwoord op de begrooting voor 1922 uitgesproken verwachting is de raming van dit artikel te laag gebleken. De uitgaven bedragen 9339.01, zoodat aanvulling van de beschikbaar gestelde som van 6500.met 2839.01 noodig is, Deze over schrijding is voornamelijk een gevolg van het navolgende. Evenals voor 1921 moest ook gedurende het jaar 1922 op het bureau „Bevolking" een tijdelijke schrijver worden te werk gesteld, ten einde aan de Raden van Arbeid en de Rijksverzekerings bank de noodige inlichtingen te kunnen ver strekken in verband met de uitvoering van de Invaliditeitswet en de Ongevallenwet; eene uit gaaf van 1248.werd hiervoor vereischt. Voorts veroorzaakten de kosten van het aan leggen, door tijdelijke werkkrachten, van een kaartverzameling met gegevens betreffende kinderen van 7 tot 14 jaar, ingevolge beschikking No. 14077 van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, tot uitvoering van de Leerplichtwet, een niet-voorziene uitgaaf van 1028.—. Tenslotte is de stijging der schrijfloonen, zooals U bekend is, een gevolg van de aanzienlijke beperking der drukkosten. Volgn. 85. Kosten van bet onderbonden en schoon houden van bet gebouw of vertrék, bestemd voor de vergaderingen van den Raad en van Burgemeester en Wethouders, en voor de Secretarie der Gemeente 120.15 De restauratie van den gevel van het Raad huis en de electrische verwarming van de Raad zaal vereischten buitengewone uitgaven van respectievelijk 373.30 en 108.66, te zamen 481.96. Tengevolge van een overschot op de voor „gewoon onderhoud" beschikbaar gestelde som kan evenwel met eene verhooging van 120.15 worden volstaan. Volgn. 87. Kosten van verlichting en venvar - ming999.05 De kosten van verlichting en verwarming van het Raadhuis hebben over 1922 ƒ8799.05 bedra gen; zij waren geraamd op 7800.zoodat aanvulling van den post met een bedrag van 999.05 noodig is. In verband met de uitgaven over 1921 (ƒ9159.83) is op de begrooting voor 1923 9000.beschik baar gesteld. Volgn. 88. Kosten van het abonnement op het Staatsblad, het Provinciaalblad en de dag-, week of maandbladen en den aankoop van boeken 66.92 De uitgaven op dit artikel zullen 1066.92 bedragen; zij waren geraamd op 1000. Volgn. 103. Overige kosten van den Burgerlijken Stand79.23 De kosten van druk- en bindwerk voor regis ters van den Burgerlijken Stand bedragen over 1922 729.23. Aanvulling van de beschikbaar- gestelde som van ƒ650.met ƒ79.23 is dienten gevolge noodig. Volgn. 104. Kosten van de bevolkingsregisters en van de huisnummering. b. Overige kosten53.85 Ook de kosten van druk- en bindwerk voor het aanvullen en bijhouden van de bevolkings registers hebben meer bedragen dan geraamd was. Verhooging van de uitgetrokken som van ƒ400.met ƒ53.85 is noodzakelijk. Volgn. 107. Kosten van toezicht op en van invordering van de plaatselijke belastingen. b. Verdere kosten op de invordering vallende 6861.845 De uitgaven op dit uit verschillende onder deden bestaande artikel zullen over 1922 ƒ34269.845 bedragen; aanvulling van de beschik- baargestelde som van ƒ27408.met ƒ6861.845 is dientengevolge noodig. De inrichting van de administratie voor de heffing en invordering der schoolgelden, alsmede het opmaken der schoolgeldkohieren voor open baar en bijzonder lager onderwijs en voor middel- baar- en hooger onderwijs, is in hoofdzaak door tijdelijke werkkrachten geschied en heeft over 1922 eene buitengewone uitgaaf van ƒ3466.41 op dit artikel tengevolge gehad. Vervolgens bleek ook nu weder, dat de arbeids- loonen van de gemeentewerklieden, ter assistentie op de boter-, kaas- en veemarkten, te laag zijn geraamd en dat aanvulling van de uitgetrokken som van 4784.met 1207.92 noodig is. Op de volgende begrooting zal met de hoogere uitgaven rekening worden gehouden. Voorts werd in verband met de belangrijk toe genomen aanvoer van varkens op de vette-varkens- markt de voor werkloonen van de waagwerkers uitgetrokken som van 2600.met 1503.50 overschreden, terwijl tenslotte de kosten van druk- en bindwerk, bureaubehoeften enz. van den Gemeente-Ontvanger hooger waren dan ge raamd was. Volgn. 109. Uitkeering aan het Rijk van het aandeel in de kwade posten wegens directe belas tingen Wetten van 29 Juli 1848, Stbl. No. 32 en 18 September 1852, Stbl. No. 177)683.39 Het aandeel in de kwade posten der Grond belasting, dienst 1919, en der Personeele Belas ting, dienst 1919, door de gemeente aan het Rijk verschuldigd, bedraagt respectievelijk 34.72 en 3148.67, of te zamen 3183.39. De raming bedroeg 2500.Eene verhooging van den post met 683.39 is dientengevolge noodig. Volgn. 110. Belooning der schatters en her- schatters van de huurwaarde der localiteiten, waar voor vergunning voor den verkoop van sterken drank in het klein is verleend23.75 De uitgaven op dit artikel bedragen ƒ273.75; zij waren geraamd op 250. Volgn. 116. Kosten van de verstrekking van nachtverblijf, voeding of reisgeld aan doortrekkende behoeftige personen308. Deze kosten vereischten over 1922 eene uit gaaf van 908.zij waren geraamd op 600. Van bovenstaand bedrag wordt van het De partement van Justitie 351.95 terugontvangen voor de kosten van voeding van personen, die op last van de Justitie zijn gearresteerd. Volgn. 121. Onderhoud van brandweerkazernen en brandspuithuizen249.55s De uitgaven op dit artikel bedragen 849.555 en overtreffen derhalve de beschikbaar gestelde som van 600.met 249.555In hoofdzaak is deze overschrijding een gevolg van de ten laste van dit artikel komende kosten van ver lichting en verwarming van de auto-garage aan de Garenmarkt, welke over 1922 230.63 bedragen en waarvoor op de begrooting nog geene gelden waren uitgetrokken. Volgn. 124. Kosten van de bouwpolitie en het woningonderzoék. c. Overige kosten20.74s Deze kosten, waaronder o. a. begrepen zijn de kosten van druk- en bindwerk en bureaubehoef ten, bedragen over 1922 630.745. Aanvulling van de uitgetrokken som van 610.met 20.745 is dientengevolge noodig. Volgn. 131. Kosten ter voorkoming en bestrijding van epidemische ziekten75. De kosten van het verrichten van bacteriologi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 1