86 in bedrijven, welke in de toekomst voor eene Eijksbijdrage in aanmerking komen, een aftrek van der totale gezins inkomsten zou plaats bebben en voorzooveel de dubbel uit- getrokkenen betreft eene wekelijksche uitkeering van ten hoogste f 12.voor gehuwden, benevens 1.35 per kind zou gelden, terwijl de werknemers in andere, niet voor eene Eijksbijdrage in aanmerking komende bedrijven, met eenen geringeren aftrek zouden kunnen volstaan en ook eene hoogere wekelijksche uitkeering, resp. 13.50 en 1.50 deelachtig zouden kunnen worden. Ook het sub b en c gevraagde is dus o. i. niet voor inwilliging vatbaar. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging op het verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond afwijzend te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Eaad der Gemeente Leiden. Geven beleefd te kennen, H. J. Baart en J. J. van Stralen, resp. voorzitter en secretaris van den Leidschen Bestuurders- bond, ten deze handelende namens en in opdracht van de algemeene vergadering van den Bond; dat van ondersteuning door de gemeentelijke steuncom- missie zijn uitgesloten de ongehuwde werkloozen, die bij hun ouders inwonen; dat deze uitsluiting steeds meer blijkt te zijn een onbillijk heid èn tegenover deze werkloozen zelve, die daardoor niet in staat zijn ook maar eenigszins bij te dragen in de kósten van hun eigen levensonderhoud, en ook onbillijk is tegenover de betrokken ouders, vooral wanneer in het gezin meerdere personen werkloos zijn of de inkomsten zoo gering, dat het op den duur geheel bekostigen van het levensonderhoud van den vaak volwassen zoon of dochter niet mogelijk is; dat het daarom gewenscht is dat een regeling tot stand kome, waardoor ondersteuning ook aan ongehuwde bij de ouders inwonende werkloozen mogelijk wordt; dat het voorts wenschelijk moet worden geacht, dat eenige wijziging wordt gebracht in de bestaande aftrekregeling wegens gezinsinkomsten dat de thans bestaande bepaling, dat f der gezinsinkomsten in mindering der ondersteuning wordt gebracht de strekking, althans de uitwerking heeft om het geheele bedrag en dus niet f van de gezinsinkomsten af te trekken, daar als gezins inkomsten niet wordt beschouwd het bedrag dat werkelijk in het gezin komt, maar het volle bedrag van de verdiensten der kinderen, zonder dat ook maar iets wordt vrijgelaten voor noodzakelijke uitgaven dier kinderen zelve; dat door deze onjuiste opvatting van het begrip „gezins inkomen" het vaak voorkomt dat gezinnen van ondersteuning worden uitgesloten, hoewel zij daaraan wel behoefte hebben dat verder een onbillijkheid is, dat de ondersteuning aan dubbel uitgetrokken werkloozen en daarmee gelijk te stellen groepen wordt verminderd tot ƒ12.voor gehuwden en het daarentegen wenschelijk en noodig is dat de ondersteuning aan hen, die slachtoffers van langdurige werkloosheid zijn, niet wordt verminderd; dat zij daarom beleefd de vrijheid nemen Uwen Eaad te verzoeken zoodanige maatregelen te nemen of stappen te doen bij hoogere autoriteiten, die er toe kunnen leiden, dat, a. voortaan ook aan ongehuwde bij ouders inwonende werkloozen ondersteuning vanwege de gemeentelijke steun- commissie kan worden verstrekt. b. dat worde bepaald, dat van de inkomsten van leden van het gezin een nader te bepalen bedrag in 't geheel niet en het andere deel voor f in mindering der ondersteuning wordt gebracht. e. dat de ondersteuning aan dubbel uitgetrokken werk loozen en daarmede gelijk te stellen groepen blijft bepaald op ƒ13.50 voor gehuwden, plus ƒ1.50 per kind. 'tWelk doende enz., Voor de Leidsclne Bestuurdersbond, H. J. Baart, voorzitter. J. J. v. Stralen, secretaris. Leiden, 25 April 1923.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 2