65
ligt, wordt verbeterd, resp. verbreed. Waar nu echter de
kosten van het vernieuwen van genoemde brug ongeveer
evenveel zouden bedragen als het dempen van de Mare van
de Hartebrug tot de Brandewijnsteeg, ligt het voor de hand de
voorkeur te geven aan demping, waar deze bovendien de belang
rijke voordeelen met zich brengt, dat er een ruime verkeersweg
naar en van de Haarlemmerstraat wordt geschapen, dat de
Hartebrug kan worden verlaagd en dat de St. Mcolaasbrug
vervalt. Ten volle komen evenwel de voordeelen van de ver-
keersverbetering ter plaatse eerst tot haar recht, indien de dem
ping wordt voortgezet, eenerzijds tot aan de Oude Vest, ander
zijds tot aan den Stillen Eijn. Behalve dat hierdoor de
St. Mcolaasbrug, de Hartebrug en de Touwersbrug geheel
kunnen verdwijnen, geeft deze demping naast de zoozeer
gewenschte verkeersverbetering tevens de oplossing van de
vraag, waar in deze omgeving de voor allerlei doeleinden
zoo noodige ruimte moet worden gevonden. Er wordt zoo
doende immers bezuiden de Hartebrug een pleintje gevormd,
dat niet in de eerste plaats voor het verkeer is bestemd en
daardoor ten goede kan komen aan onderscheidene zaken,
die nu eenmaal in een drukke stadswijk onmisbaar zijn,
doch waarvoor in dit oude en nauwe stadsdeel thans volstrekt
geen ruimte is te vindenmen denke aan aanplakborden,
reclame- en transformatorzuilen, urinoirs, e.d. Het over
blijvende gedeelte kan eventueel van een plantsoen worden
voorzien. Dempt men de Mare bezuiden de Hartebrug niet,
dan zal zich daar een sterk verontreinigde, doodloopende,
hoek vormen.
De bezwaren, welke de hier besproken demping mogelijk
voor het plaatselijke scheepvaartverkeer zouden kunnen
opleveren, leggen o.i. geen gewicht in de schaal tegenover
de groote voordeelen, welke daarvan voor het verkeer te
land het gevolg zullen zijn. Nu nagenoeg uitsluitend met
motorvaartuigen wordt gevaren, kunnen immers de schippers,
die thans door de Mare naar de Aalmarkt en omgeving
gaan, zonder bezwaar een omweg maken door andere wateren.
Uit een oogpunt van waterverversching is het onverschillig,
of de Mare al of niet wordt gedempt, aangezien de zuiver
heid van het water in de grachten bepaald wordt door
stroomingen in Westelijke en Oostelijke richting, maar niet
door die uit andere richting.
De kosten van demping van de Mare van den Stillen Eijn
tot de Oude Yest worden globaal geraamd op 100.000.
Gezien de hierboven in het kort aangegeven voordeelen
van deze demping en gelet op het feit, dat dit zoo nuttige
en tevens urgente werk zich bovendien goed leent voor
werkverschaffing, meenen wij, dat tot uitvoering daarvan
behoort te worden besloten. Tenzij Uwe Vergadering van
een ander gevoelen mocht zijn, zullen wij mitsdien opdracht
geven tot verdere uitwerking van de desbetreffende plannen
en zoo spoedig mogelijk een voorstel tot beschikbaarstelling
van de benoodigde gelden bij U aanhangig maken.
De Leidsche Bestuurdersbond en de afdeeling Leiden van
de S. D. A. P. zeggen in hun adres te hebben geconstateerd,
dat, ondanks de buitengewoon groote werkloosheid, van
Overheidswege tot nog toe zeer weinig is gedaan om in de
behoefte aan werkgelegenheid te voorzien. Weliswaar, zoo
vervolgen zij, is in Uwe Vergadering als de plicht der
Overheid erkend, dat zoo snel mogelijk productieve werk-
verschaffiüg ter hand moet worden genomen, doch van een
omzetting van deze woorden in daden is niets gebleken.
Integendeel, het heeft allen schijn, zoo meenen zij, dat het
Leidsche Gemeentebestuur met te weinig ernst de moge
lijkheid van het uitvoeren van meer of minder belangrijke
werken onderzoekt.
Het schijnt ons na het zakelijke overzicht, dat wij U
hierboven hebben gegeven, overbodig, voor de ongegrondheid
van de beweringen van de adressanten nog nadere bewijzen
bij te brengen. De lijst van werken spreekt voor zichzelf.
Ook zullen wij niet ingaan op de boven geciteerde uitlating
aan het adres van ons College, daar het in dezen niet op
den schijn, maar op de werkelijkheid aankomt. Wij volstaan
derhalve met op te merken, dat hier ter stede sinds geruimen
tijd juist met het oog op de heerschende werkloosheid al
die werken ter hand worden genomen, waarvan de uit
voering geacht wordt mede in het belang van een goede
werkverschaffing te strekken. Met alleen werden vele werken
uitgevoerd, die weliswaar eenvoudig en weinig kostbaar
waren, doch die anders vermoedelijk uitgesteld zouden zijn
geworden, maar ook werden, naast de gewone onderhouds-
en de normale vernieuwingswerken, zeer belangrijke en dure
werken ondernomen en voorbereid met de vooropgezette
bedoeling, om thans aan werklooze handen arbeid te ver
schaffen. Dat daarbij de eisch werd gesteld, dat de werk
verschaffing productief moest zijn, ligt voor de hand; even
duidelijk is het, dat het belang van de gemeentefinanciën
niet uit het oog mocht worden verloren en dat deze ook
aan den besten wil een grens stellen. Met andere woorden:
wat betreft de uitvoering van werken ter bestrijding van
de werkloosheid, wordt hier ter stede van gemeentewege
gedaan, wat redelijkerwijs gedaan kan worden; hetgeen
achterwege bleef, werd op goede gronden nagelaten.
Daarom kunnen wij in het adres van den Leidschen Be
stuurdersbond en van de afd. Leiden van de S. D. A. P.
moeilijk iets anders zien als het intrappen van een open
deur en het aannemen door adressanten van den schijn,
alsof elke verruiming van de werkgelegenheid van gemeente
wege nu eigenlijk alleen door hun toedoen en diligentie tot
stand kan komen, terwijl inderdaad wij kunnen het niet
verhelen de zakelijke inhoud van het adres niet in ver
houding staat tot zijn woorden. Immers, alle in het adres
genoemde werken zijn of reeds uitgevoerd óf in voorberei
ding, dan wel brengen zoodanige bezwaren mede, dat het
algemeen belang zich tegen de uitvoering daarvan verzet.
Onder mededeeling, dat wij ons voorstellen in zake de
uitvoering van werken eenzelfde gedragslijn te blijven volgen
als tot dusverre, d. w z., dat wij, rekening houdend met het
algemeen gemeentebelang, waar noodig eene productieve
werkverschaffing zullen blijven bevorderen, geven wij Uwe
Vergadering alsnu in overweging het adres van den Leid
schen Bestuurdersbond en van de afdeeling Leiden van
de S. D. A. P. voor kennisgeving aan te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 9 Februari 1923.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Geven beleefd te kennen de Leidsche Bestuurdersbond en
de afdeeling Leiden der S. D. A. P.
dat zij met leedwezen hebben geconstateerd, dat ondanks
de buitengewoon groote werkloosheid, welke thans de
Leidsche arbeidersbevolking teistert, van Overheidswege tot
nog toe zeer weinig is gedaan om in de behoefte aan werk
gelegenheid te voorzien;
dat weliswaar in den Gemeenteraad tijdens de behandeling
der begrooting als de plicht der Overheid is erkend, om
zoo snel mogelijk productieve werkverschaffing ter hand te
nemen, doch dat van een omzetting van deze woorden in
daden, welke kunnen leiden tot verbetering in den ellendigen
toestand, niets is gebleken;
dat integendeel, het allen schijn heeft dat het Leidsche
gemeentebestuur met te weinig ernst de mogelijkheid van
het uitvoeren van meer of minder belangrijke werken
onderzoekt
dat het toch in een crisistijd als deze geheel onvoldoende
is, om de werklooze arbeiders alleen met geldelijke onder
steuning te helpen, daar immers door den langen duur der
werkloosheid, bij de onvoldoende ondersteuning, de armoede
uit de gezinnen der werkloozen niet is weg te houden;
dat het verschaffen van productief werk, ook uit maat
schappelijk oogpunt, daarom verre de voorkeur verdient;
dat het adressanten wel bekend is, dat in Leiden de
mogelijkheid om productief werk te verschaffen beperkt is,
doch zulks niet wegneemt dat toch verschillende meer of
minder belangrijke werken wel voor uitvoering in aanmer
king komen;
dat daarnaast moet worden geconstateerd, dat op het
gebied van arbeiderswoningbouw in deze gemeente nog
veel te doen zou zijn;
dat, indien de gemeente zou besluiten tot het beschikbaar
stellen van gelden voor deze zoo bij uitstek geschikten
vorm van werkverruiming, tegelijk een einde zou kunnen
worden gemaakt aan de krankzinnigheid, dat bij een groot
gebrek aan arbeiderswoningen, honderden bouwvakarbeiders
zonder werk rondloopen;
dat in een gehouden vergadering met de werklooze
arbeiders krachtig is aangedrongen op maatregelen van
gemeentewege om zoo snel mogelijk met productieve werk
verschaffing een aanvang te maken;
dat, om het gemeentebestuur te overtuigen dat ook de
werkloozen zelf, die veel onverdiende verwijten van arbeids-
schuwheid moeten hooren, ten sterkste verlangen naar de
gelegenheid om door arbeid in hun onderhoud te voorzien,
hierbij een aantal lijsten worden overgelegd met 858 hand-
teekeningen van werkloozen, waarmede deze hunne volkomen
instemming betuigen met dit adres;
dat zij zoo vrij zijn als bijlage over te leggen verschil
lende werkverruimingsplannen, welke hier ter stede kunnen
worden uitgevoerd;
dat zij Uw College met den meesten aandrang verzoeken
deze plannen, eventueel vermeerderd met door Uw College