59 welke verwachting alle reden bestaat, dan kan de huurprijs uiteraard lager gesteld worden. De voorwaarden, aan het verleenen van het hypothecair crediet te verbinden, stemmen over het algemeen overeen met die, welke door rijk en gemeente bij woningwetvoorschot ten worden gesteld. De rijksvoorschriften zouden in casu even wel niet van toepassing zijn, indien dit niet uitdrukkelijk werd gezegd. De voorwaarden, die men in den regel in de conclusie van onze voorstellen inzake het verleenen van woningwetvoorschotten aantreft, moeten alzoo met die rijks- voorschriften worden aangevuld, met dien verstande natuur lijk, dat in de plaats van het Rijk de gemeente treedt. Onder mededeeling ten slotte, dat de Commissie van Fabricage zich met ons voorstel volkomen kan vereenigen, geven wij Uwe Vergadering, mede in het belang van de be strijding van de werkloosheid, alsnu in overweging: A. in te trekken Uw besluit van 6 December 1920 tot verkoop van het perceel bouwterrein ten noorden van den Lagen Rijndijk, ter grootte van 8500 M2., deel uitmakende van het kadastrale perceel der gemeente Leiden Sectie N No. 219, aan de woningbouwvereniging „de Eendracht" en tot het aanvragen van voorschotten en bijdrage uit 's Rijks kas en het verleenen van deze voorschotten en bijdrage aan genoemde vereeniging voor den bouw van 90 woningen op gemeld terrein; B. aan de te Leiden gevestigde woningbouw vereeniging „de Eendracht", ten behoeve van de uitvoering van haar plan voor den bouw van 60 beneden- en 60 bovenwoningen te verkoopen een op de situatie in rood aangegeven terrein ter oppervlakte van 7225 M2., deel uitmakende van het kadastrale perceel der gemeente Leiden, Sectie FT. No. 219, gelegen ten noorden van den Lagen Rijndijk tegen een prijs van .3.501 per M2; C. I. aan de woningbouwvereeniging „de Eendracht" toegelaten als vereeniging uitsluitend werkzaam in het belang van de Volkshuisvesting bij Koninklijk besluit van 6 October 1913, No. 70 voor de uitvoering van het hieronder nader omschreven bouwplan en den aankoop en het in gereedheid brengen van den benoodigden grond, tegen een rente van 6 's jaars, de volgende voorschotten te verleenen: a. een bouwvoorschot, groot 325.200.bestemd voor den woningbouw; b. een grondvoorschot, groot 82.420.bestemd voor den aankoop van den grond, voor den straataanleg enz. of zooveel minder als in verband met de kosten van de sub a en b genoemde werken zal noodig blijken; II. aan de verstrekking van deze voorschotten de navol gende voorwaarden en bepalingen te verbinden: a. voor rente en aflossing van het bouw- en het grond- voorschot moet gedurende onderscheidenlijk 55 jaren en 75 jaren een annuïteit worden voldaan, groot onderscheiden lijk 6.253 en 6.077 ten honderd van de werkelijk verleende voorschotten, welke annuïteiten voor de eerste maal zullen vervallen op de dagen, nader door Burgemeester en Wet- houd,ers te bepalen in verband met het tijdstip of de tijd stippen, waarop de voorschotten geheel of in termijnen zullen zijn uitbetaald. De betaling der annuïteiten geschiedt op de wijze door Burgemeester en Wethouders te bepalen; b. de voorschotten moeten uitsluitend worden aangewend ten behoeve van den bouw van 60 beneden- en 60 boven woningen, en den aankoop en het in gereedheid brengen van den daarvoor benoodigden grond, gelegen onder de gemeente Leiden, ten noorden van den Lagen Rijndijk, op de teekening nader aangegeven, volgens door Burgemeester en Wethouders vooraf goed te keuren plannen en bestekken, terwijl gunning aan aannemers, ook van onderdeelen van den bouw, slechts zal mogen plaats hebben na daarvoor bekomen machtiging van Burgemeester en Wethouders; c. de vereeniging verbindt zich tot terugbetaling van alle kosten, verbonden aan het aanleggen van de straten en de rioleering en aan het ophoogen van het bouwterrein enz., voor zoover zulks van gemeentewege, doch voor rekening van de vereeniging zal geschieden of reeds geschied is; d. de uitbetaling van de voorschotten aan de vereeniging geschiedt volgens regelen door Burgemeester en Wethouders te stellen; e. de vereeniging verbindt zich jegens de gemeente op de met behulp der voorgeschoten gelden verkregen onroerende goederen eerste hypotheek te verleenen tot een aan de voor schotten gelijk bedrag; de kosten der hypotheekstelling zullen komen ten laste van de vereeniging; bij faillissement of bij ontbinding van de vereeniging, als mede indien één of meer van de voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nageleefd, zullen de voorschotten cf het onafgeloste deel daarvan terstond opvor- derbaar zijn; g. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der vereeniging zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, zoomede, indien een of meer der voorwaarden waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nage leefd, of in geval het Bestuur zijn bij statuten of reglement opgedragen taak verwaarloost, tengevolge waarvan geldelijk nadeel voor de gemeente kan ontstaan, zal het bestuur aan de gemeente verbeuren eene som van vijf duizend gulden, waarvoor de leden van het bestuur hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn, onverminderd het recht der gemeente om, zoo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eischen en om de vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen; h. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel is afgelost, het recht hebben alle bezittingen der vereeniging, met de voorschotten verkregen, met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der vereeniging, voor zoover die ten behoeve van die bezittingen zijn ge maakt, gezamenlijk over te nemen, tegen betaling van een bedrag, door Burgemeester en Wethouders vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of de instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen van de vereeniging, slechts eene billijke vergoeding voor noodzakelijke met den eigendomsovergang verband houdende kosten wordt uitgekeerd; indien de ver eeniging zich met het door Burgemeester en Wethouders vastgestelde bedrag niet kan vereenigen, zal het bedrag worden vastgesteld door drie schatters, waarvan de ge meente en de vereeniging elk een aanwijzen en de derde door de beide-anderen zal worden aangewezen; kunnen de schatters, door de gemeente en de vereeniging benoemd, het over de aanwijzing van den derden niet eens worden, dan geschiedt de aanwijzing door den bevoegden rechter; i. bij de uitvoering van het bouwplan mogen bestuurs leden der vereeniging niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken of voordeel genieten als aannemer, onderaan nemer, uitvoerder, opzichter, arbeider of architect j. personen, die hun eigen woning vrijwillig hebben ver kocht mogen eerst in de laatste plaats als huurder in aan merking komen en dan nog alleen tegen een huur, die den kostprijs der woning dekt; k. de gemeente heeft het recht, op door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze, in haar dienst zijnd perso neel als huurders voor ten hoogste 6 woningen aan te wijzen, met dien verstande, dat deze huurders verplicht zijn zelf de huur aan de vereeniging te betalen en ook overigens de regelen, welke voor de huur en de wijze van bewoning bij den aanvang der bewoning of later gesteld zijn, na te komen; zullende de gemeente ook het recht hebben ge noemde 6 woningen of een deel daarvan ten behoeve van zieken, ter beschikking te stellen van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst te Leiden, in welk geval deze Dienst 1°. de huurders aanwijst, terwijl deze huurders verplicht zijn de regelen, welke voor de wijze van bewoning bij den aanvang der bewoning of later gesteld zijn, na te komen 2 de huur aan de vereeniging zal betalen l. het bestuur der vereeniging is verplicht aan Burge meester en Wethouders of aan iemand daartoe door hen gemachtigd alle gevraagde inlichtingen te verschaffen. Daar enboven zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd om in persoon of door een gemachtigde de kas der vereeniging op te nemen, alsmede inzage, afschriften of uittreksels te nemen van de boeken en bescheiden der vereeniging; m. jaarlijks wordt de begrooting vóór 1 October van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient, de balans met winst- en verliesrekening en het jaarverslag vóór 1 April na afloop van dat jaar aan Burgemeester en Wet houders ingezonden; de begrooting, alsmede de balans en winst- en verliesrekening behoeven de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders de jaarlijksche annuïteit wordt gebracht ten laste van de winst- en verliesrekening, tenzij Burgemeester en Wethouders met een andere regeling genoegen nemen; de boekhouding van het bouwplan, dat als één exploitatie-geheel moet worden beschouwd, moet worden gevoerd naar de daaromtrent door Burgemeester en Wethouders te geven voorschriften. Eventueele batige saldi op de exploitatierekening zullen worden gestort in een fonds, dat in de eerste plaats moet worden bestemd tot dekking van tekorten, die het bouw plan in andere jaren mocht opleveren of opgeleverd hebben. Het eventueele batige saldo van dit fonds moet na geheele aflossing van de voorschotten worden gestort in een fonds, dat zal worden gebezigd ter verbetering van de volkshuis vesting in de gemeente Leiden en dat zal worden beheerd volgens door den Gemeenteraad te geven voorschriften; n. de belegging van de kasgelden moet geschieden op de door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze; o. wijzigingen, in de statuten der vereeniging aan te brengen, zullen vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten worden goedgekeurd; p. aan het in art. 34 der statuten bedoe'de reservefonds

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 5