56 III. ons College te machtigen bij de sub II bedoelde aanvrage tevens bet verzoek te richten, dat in de ten gevolge van de verstrekking van bet voorschot door de gemeente aan bet Rijk te betalen annuïteiten een bijdrage worde verleend op den van Rijkswege vastgestelden voet; IV. na ontvangst uit 's Rijks kas van bet onder II ver melde voorschot en onder voorbehoud, dat het Rijk zich bereid verklaart de sub III bedoelde bijdrage te verleeneri, dit voorschot te verstrekken aan voornoemde vereeniging, onder de navolgende voorwaarden en bepalingen: a. het voorschot wordt verstrekt tegen dezelfde rente en aflossing in evenveel gelijke annuïteiten als de gemeente aan het Rijk moet betalen. In de door de vereeniging aan de gemeente te betalen annuïteiten wordt door de gemeente een bijdrage verleend tot zoodanig bedrag als door het Rijk zal worden bepaald, terwijl alle voorwaarden, die het Rijk aan de verstrekking van het voorschot en het verleenen der bijdrage verbindt, ook tegenover de vereeniging zullen gelden; b. het voorschot moet uitsluitend worden aangewend ten behoeve van den bouw van 17 beneden- en 17 boven woningen en den aankoop van den daarvoor benoodigden grond, gelegen onder de gemeente Leiden ten zuiden van den Haagweg, op de teekeoing nader aangegeven, volgens door Burgemeester en Wethouders vooraf goed te keuren plannen en bestekken, terwijl gunning aan aannemers slechts zal mogen plaats hebben na daarvoor bekomen machtiging van Burgemeester en Wethouders; c. de vereeniging verbindt zich tot terugbetaling van alle kosten, verbonden aan het aanleggen van de straten en de rioleering en aan het ophoogen van het bouwterrein enz., voor zoover zulks van gemeentewege, doch voor rekening van de vereeniging zal geschieden, of reeds is geschied; d. het juiste bedrag van het voorschot, de storting daarvan en de aflossing bij wijze van annuïteiten zullen bij nadere overeenkomst door Burgemeester en Wethouders met de vereeniging worden geregeld op den voet van hetgeen ten deze door het Rijk tegenover de gemeente zal worden bepaald e. de vereeniging verbindt zich jegens de gemeente op de met behulp der voorgeschoten gelden verkregen onroerende goederen eerste hypotheek te verleenen tot een aan het onder II bedoelde voorschot gelijk bedrag; de kosten der hypotheekstelling zullen komen ten laste van de vereeniging; bij faillissement of bij ontbinding van de vereeniging, alsmede indien één of meer van de voorwaarden, waar onder het voorschot is verleend, niet worden nageleefd, zal het voorschot of het onafgeloste deel daarvan terstond opvordérbaar zijn, terwijl in dat geval ook geen bijdragen van gemeentewege meer verschuldigd zullen zijn g. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der vereeniging zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, of, na weigering van Gedeputeerde Staten zal het bestuur aan de gemeente verbeuren een som van vijf duizend gulden, waarvoor de leden van het bestuur hoof delijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn, onver minderd het recht der gemeente, om, zoo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schadevergoeding te eischen en om de vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen h. de gemeente zal, zoolang het voorschot niet geheel is afgelost, met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of bij weigering met Koninklijke goedkeuring, het recht hebben alle bezittingen der vereeniging, met het voorschot verkre gen, met de daarop rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der vereeniging, voor zoover die ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen, tegen betaling van een bedrag, door Gedeputeerde Staten goedgekeurd of bij weigering door de Kroon vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of de instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen van de vereeniging, slechts eene billijke vergoeding voor noodzakelijke met den eigendoms overgang verband houdende kosten wordt uitgekeerd; i. bij de uitvoering van het bouwplan mogen bestuurs leden der vereeniging niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken of voordeel genieten als aannemer, onderaanne mer, uitvoerder, arbeider of architect j. personen, die hun eigen woning vrijwillig hebben ver kocht mogen eerst in de laatste plaats als huurder in aan merking komen en dan nog alleen tegen een huur, die den kostprijs der woning dekt; lc. de gemeente heeft het recht op door Burgemeester en Wethouders te bepalen wijze, in haar dienst zijnd personeel als huurders voor ten hoogste 2 woningen aan te wijzen, met dien verstande, dat deze huurders verplicht zijn zelf de huur aan de vereeniging te betalen en ook overigens de regelen, welke voor de huur en de wijze van bewoning bij den aanvang der bewoning of later gesteld zijn, na te komen; zullende de gemeente ook het recht hebben zoowel genoemde 2 woningen, als de woning welke inge volge het besluit van den Gemeenteraad van 5 Sep tember 1922 betreffende het. verleenen van voorschotten voor den bouw van 26 woningen ter beschikking van de gemeente moet worden gesteld, of een deel dier woningen ten behoeve van zieken ter beschikking te stellen „van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst te Leiden, in welk geval deze dienst: 1°. de huurders aanwijst, terwijl deze huurders verplicht zijn de regelen, welke voor de wijze van bewoning bij den aanvang of later gesteld zijn, na te komen; 2°. de huur aan de vereeniging zal betalen. I. het bestuur der vereeniging is verplicht aan Burgemeester en Wethouders of aan iemand daartoe door hen gemachtigd, alle gevraagde inlichtingen te verschaffen. Daarenboven zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd om in persoon of door een gemachtigde inzage, afschriften of uittreksels te nemen van de boeken en bescheiden der vereeniging; m. jaarlijks worden de begrootingen vóór 1 October van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dienen, de balansen met winst- en verliesrekening en het jaarverslag vóór 1 April na afloop van dat jaar aan Burgemeester en Wethouders medegedeeld n. wijzigingen, in de statuten der vereeniging aan te brengen zullen vooraf door Burgemeester en Wethouders moeten worden goedgekeurd; o. aan het in art. 33 der statuten bedoelde reservefonds zal geene bestemming worden gegeven, dan onder goed keuring van Burgemeester en Wethouders; p. de vereeniging zal bij het verstrijken van den termijn, waarvoor de Koninklijke goedkeuring geldt, verlenging van dien termijn hebben aan te vragen; q. Burgemeester en Wethouders hebben de bevoegdheid de woningen geregeld te doen opnemen en onderhoud en her stellingen te gelasten; indien aan dit bevel niet wordt voldaan, kunnen Burgemeester en Wethouders dit onderhoud of deze herstellingen doen verrichten ten koste van de vereeniging; r. de vereeniging is verplicht de daarvoor vatbare bezit tingen te verzekeren tegen brandschade bij eene maatschappij ter goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, waarbij het beding moet worden gemaakt, dat de gemeente op de assurantiepenningen voorrang zal hebben, terwijl de polissen en de laatste premiequitantie ten raadhuize moeten worden gedeponeerd s. de voorwaarden, waaronder de woningen worden verhuurd, en de huurtarieven zijn aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders onderworpen; t. de jaarlijksche annuïteit wordt gebracht ten laste van de winst- en verliesrekening, tenzij Burgemeester en Wethouders met een andere regeling genoegen nemen; u. de verstrekking en de aanvaarding van het voorschot geschiedt bij eene wederzijdsche overeenkomst, waarvan eene onderhandsche akte wordt opgemaakt. De akte vermeldt de voorwaarden, waaronder het voorschot is verleend en aanvaard. De kosten der onderhandsche akte komen ten laste van de vereeniging. B. I. te besluiten aan de woningbouwvereeniging „de Een dracht" voor het sub II genoemde doel te verkoopen een op de situatie in rood aangegeven terrein ter oppervlakte van +969 M2., deel uitmakende van de kadastrale perceelen der gemeente Leiden, Sectie K Kis 590 en 591 en Ko. 210, gelegen ten noorden van den Lagen Rijndijk, tegen den prijs van 3.271 per M2. II. Ons College te rtiachtigen aan te vragen en te aan vaarden uit 's Rijks kas een voorschot groot ƒ59670.of zooveel minder als in verband met de kosten van het door de te Leiden gevestigde woningbouwvereeniging „de Een dracht" toegelaten als vereeniging, uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting bij Koninklijk besluit van 6 October 1913, Ko. 70 uit te voeren, hieronder nader omschreven bouwplan en den aankoop van den daar voor benoodigden grond zal noodig blijken, ten behoeve van de verstrekking aan deze vereeniging van een even groot voorschot, een en ander tegen eene overeenkomstig art. 17 van het Woningbesluit te bepalen rente én aflossing in 75 gelijke annuïteiten, voorzooveel betreft een bedrag van ten hoogste ƒ9270.—, bestemd voor den aankoop van den grondenden straataanleg c. a., en in 50 gelijke annuïteiten, voorzooveel betreft een bedrag van ten hoogste ƒ50.400.bestemd voor den woningbouw; III. ons College te machtigen bij de sub II bedoelde aan vrage tevens het verzoek te richten, dat in de tengevolge van de verstrekking van het voorschot door de gemeente aan het Rijk te betalen annuïteiten een bijdrage worde ver leend op den van Rijkswege vastgestelden voet;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 2