GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 55 INKEKOMKN STUKKEN. N°. 117. Leiden, 12 April 1923. In verband met het overlijden van den Gemeente-Ont vanger, den heer G. H. Kokxhoorn, op 7 April j.l. is door ons College de vraag overwogen, of de jaarwedde ten opzichte van den nieuw te benoemen titularis al dan niet wijziging dient te ondergaan. Zooals U bekend is, bedraagt de jaar wedde/5500.met vier tweejaarlijksche verhoogingen van ƒ250.en werd zij aldus definitief vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 3/17 Januari 1922, nadat in Uwe Vergadering van 28 November t. v. instemming met een dergelijke regeling was betuigd. Ons College is van oordeel, dat het geen aanbeveling ver dient stappen te doen, welke eene verlaging van de wedde van den Ontvanger tengevolge zouden kunnen hebben. Voor namelijk reeds op de gronden, door den toenmaligen Wet houder van Financiën, den heer J. de Lange, in Uwe Ver gadering van 28 November 1921 aangevoerd, zijn wij die meening toegedaan, doch bovendien komt ons eene verlaging niet wenschelijk voor met het oog op het groote gewicht van de betrekking van Gemeente-Ontvanger in een gemeente als Leiden, waaraan uit den aard der zaak een groote verant woordelijkheid is verbonden. Ook dient rekening te worden gehouden met de salarissen van dergelijke functionarissen in andere gemeenten, die in deze met Leiden op één lijn gesteld kunnen worden, alsmede met de salarissen welke door andere ambtenaren in deze gemeente worden genoten. Een verlaging zou het bestaande verband verbreken. Op grond van een en ander is er naar onze meening geen aanleiding stappen te doen, om tot verlaging van de wedde ten opzichte van den nieuw te benoemen Gemeente-Ontvanger te geraken en zijn wij mitsdien voornemens eene oproeping van sollicitanten te doen tegen de geldende wedde. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 118. Leiden, 16 April 1923. lie Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geen bezwaar heeft tegen de door Burge meester en Wethouders voorgestelde overneming in eigendom bij de gemeente, van een perceeltje grond aan den Heeren singel, Sectie K No. 3242 (Ingek. Stukken No. 113). Indien verder de Baad zijne medewerking verleent tot verandering c.q. uitbreiding van de schoolgebouwen aan de Pelikaanstraat No. 20 en aan de Haarlemmerstraat No. 32/34, met beschikbaarstelling van de daarvoor gevraagde gelden, (Ingek. Stukken Nis 108 en 109) dan heeft de Commissie geen bedenking tegen de daartoe strekkende begrootings- regelingen. Evenmin heeft de Commissie bezwaar tegen de begrootings- regeling betreffende de kosten voor de vernieuwing van de Singelbrug, indien de Baad tot beschikbaarstelling van de daarvoor vereischte gelden besluit (Ingek. Stukken No. 106). Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 119. Leiden, 20 April 1923. Gelijk wij reeds in ons voorstel betreffende den bouw der gemeentelijke woningen (Ingek. Stukken no. 61 van 1923) mede deelden, had de regeering voor het eerste kwartaal van dit jaar, wederom de noodige voorschotten gereserveerd voor den bouw van een aantal arbeiderswoningen in deze ge- .meente. Ditmaal zal een 52-tal woningen kunnen worden ge bouwd, waarvan wij er 34 wenschen te zien bestemd voor de vereeniging „Ons Belang" ter voortzetting van hare bebouwing ten zuiden van den Haagweg (3e plan), en 18 voor de vereeniging „de Eendracht" ter voltooiing van bouwblok I van het z.g. 5e plan. Naar de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid ons mededeelt, mogen de bouwkosten, buiten den grond, niet meer dan ƒ2800.per woning bedragen. Het plan, dat in verband hiermede de vereeniging „Ons Belang" bij haar tot Uwe Vergadering gericht adres van 18 Maart j.l. indiende, en dat inmiddels ook reeds de goedkeuring van den Inspecteur voor de Volkshuis vesting heeft verworven, bevat 17 beneden- en 17 bo venwoningen, waaronder zich thans een winkel bevindt. De ontworpen huizen stemmen, behoudens een 6-tal, dat een eenigszins andere indeeling heeft, overeen met de 26 in aanbouw zijnde woningen, waarop ons voorstel, opgenomen in Ingekomen Stuk no. 274 van 1922 betrekking heeft. Blijkens de hierachter afgedrukte stichtings- en exploitatiebegrooting wordt een grondvoorschot van 22970.en een bouw- voorschot van 95200.vereischt, terwijl de huurprijs, rekenende op een bijdrage van 10 der exploitatiekosten, op 4.71 per woning en per week moet worden geraamd. De aannemer der thans in aanbouw zijnde 26 woningen, de heer Stikvoort, heeft zich bereid verklaard, den bouw dezer 34 woningen op zich te nemen voor 91800.Aan gezien alsdan een voldoende bedrag overblijft voor verdere kosten, als honorarium van den architect en salaris van den opzichter, en door het aanvaarden dezer onderhandsche aanbieding derhalve is verzekerd, dat het door den Minister voorgeschreven bedrag van 2800.niet wordt overschre den, is ons College voornemens de vereeniging, bij aanne ming van dit voorstel en mits de Minister zijn toestemming- geeft, de vereischte machtiging tot onderhandsche opdracht van het werk voor genoemde som te geven. Het is toch niet te verwachten, dat bij openbare aanbesteding een lagere aanbieding zal worden verkregen, daar de heer Stikvoort, nu hij ter plaatse juist den bouw van een aantal woningen onderhanden heeft, uit den aard der zaak in staat moet worden geacht voor deze 34 woningen een voordeeliger offerte te doen, dan een andere aannemer. Het door de vereeniging „de Eendracht" ontworpen plan, waarmede de Inspecteur voor de Volkshuisvesting zich even eens kan vereenigen, omvat den bouw van 9 beneden- en 9 bovenwoningen, welke woningen geheel gelijk zijn aan de in aanbouw zijnde 42 woningen (zie Ingek. Stuk No. 274 van 1922). Het plan zal echter nog eenige wijziging moeten ondergaan, daar het niet mogelijk blijkt dit voor een som van ten hoogste 2800.per woning uit te voeren. Het in Uwe zitting van 12 Maart j.l. om praeadvies in onze handen gestelde verzoek van de vereeniging om een voorschot te mogen ontvangen, berekend naar een hooger bedrag dan 2800.is uiteraard niet voor inwilliging vat baar. Het laat zich intusschen aanzien dat, na het aanbrengen van enkele kleine veranderingen, met de aannemers van de bedoelde 42 woningen die om gelijke reden als hiervoor bij „Qns Belang" werd uiteengezet^ hl de eerste plaats voor de uitvoering van het werk in aanmerking komen over eenaannemingssom, welke het toegestane bedrag niet overschrijdt, overeenstemming zal worden bereikt. Het grondvoorschot dient op ƒ9270.en het bouwvoorschot op 50400.te worden gesteld. Ook hier kan op een bijdrage van ten hoogste 10% der uitgaven gerekend worden, zoodat de huurprijs op 4.64 per woning en per week dient te worden bepaald. Evenals bij ons meergenoemd voorstel, opgenomen in Ingekomen Stuk No. 274 van 1922, kan de koopprijs van het bouwterrein, den voor straat bestemden grond inbegrepen, ook thans voor zooveel het plan van „Ons Belang" betreft op 2.25 en voor zooveel het plan van „de Eendracht" aangaat op 2.35 per M2. worden gesteld. Voor verdere bijzonderheden verwijzende naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uwe Ver gadering, in overeenstemming met het advies van de Com missie van Fabricage, in overweging: A. I. te besluiten aan de woningbouw vereeniging „Ons Belang" voor het sub II genoemde doel te verkoopen een op de situatie in rood aangegeven terrein ter oppervlakte van 2140 M2., deel uitmakende van de kadastrale perceelen der gemeente Leiden Sectie O. nis 842, 845, 846 en 847 gelegen ten zuiden van den Haagweg, tegen den prijs van 3.341 per M2.; II. "ons College te machtigen aan te vragen en te aan vaarden uit 's Bijks kas een voorschot groot 118170. of zooveel minder als in verband met de kosten van het door de te Leiden gevestigde woningbouwvereeniging „Ons Belang" toegelaten als vereeniging, uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting bij Koninklijk besluit van 10 Maart 1914, No. 16 uit te voeren, hieronder nader omschreven, bouwplan en den aankoop van den daarvoor benoodigden grond zal noodig blijken, ten behoeve van de verstrekking aan deze vereeniging van een evengroot voorschot, een en ander tegen eene overeenkomstig art. 17 van het Woningbesluit te bepalen rente en aflossing in 75 gelijke annuïteiten, voor zooveel betreft een bedrag van ten hoogste 22970.bestemd voor den aankoop van den grond en den straataanleg c. a., en in 50 gelijke annuïteiten, voor zooveel betreft een bedrag van ten hoogste 95200.be stemd voor den woningbouw;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 1