80 MAANDAG 16 APRIL 1923. daarmee voor een deel zal goedgemaakt worden hetgeen thans wordt toegelegd op de huizen, die gebouwd zijn met Rijks- en Gemeentesteun, in den duren tijd. Dat zou dus hierop nederkomen, dat de eene arme slobber het tekort op zijn huis van den ander zal moeten betalen. Spreker zou gaarne zien, dat dit gewijzigd standpunt van Burgemeester en Wethouders ter kennis van de Raadsleden werd gebracht. De Voorzitter antwoordt, dat in de volgende Raadsver gadering waarschijnlijk een voorstel inzake het verleenen van steun aan woningbouw aan de orde zal komen, waarbij deze aangelegenheid ter sprake kan komen. De heer Dubbeldeman kan er dan zijn meening over zeggen. Spreker weet echter niets van een nieuwe politiek, die het gemeentebestuur op dit gebied zou gaan voeren. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Buiten de agenda om werden nog behandeld een voorstel van den heer Sijtsma en een voorstel van de heeren Dubbelde man, Groeneveld en Kooistra met betrekking tot de wedde van den nieuw te benoemen Gemeente-ontvanger (pag. 76 en 77). Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 22