78
MAANDAG 16 APRIL 1923.
hebben, dat gaat toch niet aan, het is een in het wild schermen,
zonder rekening te houden met het salaris van andere gemeente
ambtenaren. Men zou op die manier de gemeente meer schade
dan voordeel kunnen doen.
De heer Dubbeldeman betreurt, dat de Raadsleden geen
gelegenheid hebben gehad dit vraagstuk behoorlijk onder de
oogen te zien en in hun fractie's te bespreken, hetgeen een
gevolg is hiervan, dat Burgemeester en Wethouders hun
mededeeling zoo laat hebben verzonden; daardoor heeft ook
de gelegenheid ontbroken om tijdig voorstellen in te dienen.
De werkkring van den Ontvanger moge in een en ander
opzicht veranderd zijn, dit moet de hoofdzaak niet zijn.
Hoofdzaak is, dat er bezuinigd moet worden. Dit moet echter
op verstandige wijze geschieden, van boven af. In de eerste
plaats moeten verminderd worden de salarissen waarvan bij
vermindering nog een behoorlijk bedrag overblijft om een
menschwaardig bestaan te kunnen opleveren. Daartoe behoort
ook dit salaris. Het is een bakerpraatje, dat men voor 4000.
niet een geschikt persoon voor deze functie zou kunnen
vinden. De overleden functionaris was, dat hebben wij heden
uit de mond van den Voorzitter gehoord, nog iets anders dan
Gemeente-ontvanger; hij bezat eigenschappen, welke hij op
ander terrein wellicht veel beter had kunnen ontplooien.
Het is alleszins te begrijpen, dat, toen men dit salaris vast
stelde, daarmede rekening heeft gehouden en een hooger
bedrag heeft voorgesteld dan eigenlijk noodig was.
Als het salaris met ƒ1500.verminderd wordt, dan zal
men daarvoor nog wel zeer geschikte personen voor deze
functie kunnen vinden.
Men behoeft voor deze functie niet zoo'n buitengewone
kracht te hebben. De kohieren worden toch eigenlijk vast
gesteld door de Rijks-Inspectie.
Ook het vaststellen van het schoolgeld geschiedt door de
Inspectie; de Ontvanger heeft alleen maatregelen te nemen,
dat die gelden in de gemeentekas komen.
Het ware misschien beter geweest als men den Raad gelegen
heid had gegeven die zaak nog eens behoorlijk te onderzoeken
vóórdat men verplicht wordt hier voorstellen te doen.
Het voorstel-Sijtsma gaat spreker niet ver genoeg. Een
vermindering met ƒ500.maakt niet uit.
Over de geheele linie, zegt men. Spreker vraagt, wat men
daarmede bedoelt. Hij zal niet medewerken aan vermindering
van salarissen, waarvan de menschen slechts schraaltjes
kunnen leven. Wel wil spreker medewerken tot inkrimping
van de hooge salarissen. Als van dit salaris ƒ1500.afgaat,
blijft er nog een behoorlijk bedrag over, waarvoor men wei
iemand zal kunnen krijgen, die voldoende capaciteiten heeft
voor deze betrekking.
De heer Eebdmans meent, dat de vorige spreker niet een
geheel juist beeld heeft gegeven van de werkzaamheden van
den Gemeente-ontvanger.
De werkkring van den Gemeente-ontvanger strekt zich
over nog een geheel ander gebied uit dan de werkkring van
den Rijks-ontvanger. De Gemeente-ontvanger heeft niet
alleen de inkomsten te innen, maar hij heeft ook voor de
uitgaven te zorgen en het is niet weg te redeneeren, dat een
dergelijk omvangrijk kantoor in een zich uitbreidende gemeente
een goede en verstandige leiding moet hebben. De heeren
weten, dat spreker in den regel in de richting van bezuiniging
spreekt, maar in dit opzicht zijn de heeren, die op salaris
vermindering aandringen, zijns inziens te ver van het juiste
pad. Dit is geen bezuiniging. Wat beteekent nu 500.op
het bedrag der uitgaven? Waar nog geen enkel ambtenaars
salaris is verlaagd, zou het verkeerd zijn om zulk een verlaging
wel te gaan toepassen op de jaarwedde van een ambtenaar,
die door zijn kennis in staat moet zijn dezen tak van djenst
zoo voordeelig mogelijk in te richten en de zaken zoo goed
mogelijk te laten loopen. Men stelt zich voor, dat, omdat het
kohier der plaatselijke inkomstenbelasting door het Rijk wordt
opgemaakt, daardoor de boekhouding van de gemeente belangrijk
zou zijn verlicht, maar spreker is het daarmede niet eens. Er
moet boek worden gehouden van hetgeen telkens aan gedeelten
der belasting aan de gemeente wordt afgedragen.
Voegt spreker al deze dingen bij de geldelijke verant
woordelijkheid, welke deze ambtenaar heeft te dragen, moet
spreker toegeven, dat Burgemeester en Wethouders met een
bescheiden voorstel zijn gekomen, en zal hij daaraan zijn stem
geven, terwijl hij niet zal meegaan met hen, die vermindering
van het salaris voorstellen.
De heer Meijnen wenscht even duidelijker aan te geven
wat hij heeft bedoeld met zijn vergelijking, wat de capaciteiten
betreft, tusschen den Gemeente-ontvanger en den Rijksontvanger.
Het was geenszins zijn bedoeling te zeggen, dat men hier met
iemand van den tweeden rang zou kunnen volstaan, integendeel,
hij wil gaarne iemand hebben, die, wat zijn capaciteiten betreft,
volkomen in staat is om dit verantwoordelijke werk te verrichten,
maar hij heeft er op willen wijzen, dat een Rijksontvanger
in elk geval een examen moet afleggen, waarvoor men een
dag of vijt of zes neemt, terwijl een Gemeente-ontvanger zich
aan een dergelijk examen niet behoeft te onderwerpen. Nu
komt het spreker niet onjuist voor dat verschil ook eeniger-
mate in de salarissen te doen uitkomen.
Met den heer Pera is spreker het niet eens, dat het vanzelf
spreekt, dat al de bijzondere schoolbesturen de inning der
schoolgelden aan de gemeente zullen overdragen, omdat er
schoolbesturen zijn, die daar principieel bezwaar tegen hebben.
Den heer Eerdmans wijst spreker er op, dat het toch een
groot verschil geeft of de Gemeente-ontvanger 20.000 aanslagen
in de gemeentelijke inkomstenbelasting moet behandelen of niet.
Spreker blijft er dus bij, dat de betrekking van den Gemeente
ontvanger van karakter is veranderd.
De heer Groeneveld zegt het voorstel van den heer
Dubbeldeman te hebben onderteekend, maar diens toelichting
niet geheel te onderschrijven. De heer Dubbeldeman zeide
namelijk, dat men moet gaan bezuinigen op de hooge
salarissen, maar dat is voor spreker het hoofdmotief niet.
Voor hem is het hoofdmotief, dat de werkzaamheden van
den Gemeente-ontvanger zijn verminderd, sedert het Rijk de
gemeentelijke inkomstenbelasting int; daarom is in dit geval
reden voor een lager salaris.
De heer de Lange vertrouwt, dat het voorstel van de
sociaal-democraten voor den Raad volkomen onaannemelijk
zal zijn, al was het slechts om deze reden, dat een referen
daris begint met een aanvangssalaris van ƒ4200.zoodat
bij aanneming van genoemd voorstel de Gemeente-ontvanger
lager zou gehonoreerd worden dan een referendaris.
Spreker komt ook terug op zijn gedeeltelijke sympathie
betuiging aan het voorstel-Sijtsma. Gehoord de verschillende
sprekers meent spreker, dat men deze gelegenheid om met
bezuiniging op de salarissen te beginnen niet moet benutten,
en wil hij zich voegen naar het oordeel van Burgemeester
en Wethouders, dat de positie van dezen lunctionaris mede
brengt dat de Raad ten opzichte van hem niet tot een
salarisvermindering moet trachten te geraken.
De heer Sijtsma verklaart zijn standpunt te moeten hand
haven. Het is noodig, dat men tot bezuiniging komt, op
welke wijze dan ook. Bij gelegenheid van de verkiezingen
hoort men dat van alle kantenmaar komt iemand met een
voorstel in dien geest, wil men tot bezuiniging komen, niet
door het salaris van iemand, die in dienst is, te verlagen
maar door voor een nieuwen functionaris het salaris lager
te stellen, dan wil men er niet aan.
Door de verandering van het karakter der werkzaamheden
van den Ontvanger is zijn werk minder omvattend geworden
dat is bij de behandeling der gemeentebegrooting verleden
jaar ook van andere zijde toegegevenalleen werd er toen
gezegd: men kan het toch niet aan den nu in dienst zijnden
functionaris ontnemenwacht daai mede totdat hij den dienst
verlaten heeft. Maar nu maakt men weder andere bezwaren.
Men kan nu allerlei dingen noemen, waarmede het werk
van den Gemeente-ontvanger vermeerderd is, maar de vraag
is, of de verantwoordelijkheid grooter geworden is, en dat
ontkent spreker. Voor die meerdere werkzaamheden heeft
hij toch zijne ambtenaren.
Spreker wil niet zoover gaan als de heeren van de S. D. A. P.
Wanneer hun voorstel aangenomen werd, dan zou de ver
houding tot de salarieering van de andere ambtenaren ver
broken zijn. Spreker is ook niet van plan straks over de
geheele lijn salarisvermindering voor te stellen, maar, als
een nieuwe functionaris moest worden benoemd, bijvoorbeeld
een referendaris, zou hij de vraag willen stellen of niet de
tijd is gekomen een bedrag van dat salaris af te nemen en
dit geldt van nog verschillende andere ambtenaren. De
belastingen worden hooger en men zegt, dat zij niet meer
opte brengen zijn, maar men gaat door evenveel uit te
geven; dat kan men op den duur niet volhouden. In de
particuliere bedrijven, waarin het slapper wordt, worden de
salarissen ook verminderd en dat is de reden waarom, als
men een ambtenaar vraagt, er meer sollicitanten komen dan
vroeger. Als men steeds in het oude zog doorvaart, brengt
men de gemeente achteruit. Wil men bezuinigen, laat men
dit begin dan aangrijpen en sprekers voorstel aannemen.
De heer Sanders zegt, dat uit het feit, dat als hoofdmotief
om te komen tot bezuiniging op het salaris van den Gemeen
te-ontvanger wordt aangevoerd, dat het karakter der werk
zaamheden zou zijn veranderd, blijkt, dat zij, die dat argument
bezigen, in den Gemeente-ontvanger den man zien, die niets
anders doet dan het innen der gemeentebelastingen. Dit is
echter slechts een zeer klein onderdeel van de functie van
den Gemeente-ontvanger. Wat hij te doen heeft is van veel
uitgebreider en belangrijker aard. Spreker wil enkele dier
werkzaamheden noemen: