MAANDAG 16 APRIL 1923.
75
wel, dat de »Koninginnelaan" in het verlengde ligt van de
Burggravenlaan, maar de tegenwoordige Raadsleden zullen
wel niet beleven, dat die twee lanen één laan zullen vormen
daarvoor liggen de stukken te ver uit elkander. Spreker heeft
geen bezwaar tegen dien naam »Koninginnelaan", omdat die
laan dan naar de Koningin zou worden genoemd, volstrekt
niet, dat zou hij kleingeestig vindenwant even goed als het
tegenwoordige geslacht, door de Burggravenlaan en de Stad
houderslaan, er aan herinnerd wordt dat er vroeger burggraven
en stadhouders zijn geweest, kan men het nageslacht er aan
herinneren, dat er vroeger Koninginnen waren. Er wordt hier
echter voor één laan afgeweken van het stelsel om in een
bepaalde wijk groepsnamen te geven aan de straten, een
stelsel, dat aanbeveling verdient, omdat men dan onmiddellijk
weet in welke buurt men een bepaalde straat moet zoeken.
Geeft men bloemennamen, dan mag de roos niet ontbreken
en daarom wil spreker den naam «Rozenlaan" kiezen.
Spreker hoort den heer van der Lip zeggen, dat er te
Leiden al een Witte Rozenstraat is. Daardoor zal echter wel
geen verwarring ontstaan. Spreker noemt een aantal wegen
in de gemeente op, welker namen zeer op elkaar gelijken,
nog veel meer dan Witte Rozenstraat en Rozenlaan, waardoor
echter geen verwarring ontstaat.
Tegen hetgeen spreker voorstelt in zake de Pieter de la
Courtstraat heeft de Voorzitter formeele bezwaren gemaakt.
Misschien had spreker beter gedaan met zijn voorstel op dit
stuk eenige dagen te voren in te dienen, maar in elk geval
heeft hij toch in de vorige vergadering over de zaak reeds
gesproken; de Raad wist dus, dat van spreker een dergelijk
voorstel was te verwachten en staat dus niet onvoorbereid
voor deze zaak. Aan het formeele bezwaar van den Voorzitter
zou men echter kunnen tegemoetkomen door sprekers voorstel
als spoedeischend te beschouwen.
De Voorzitter zegt, dat een voorstel betreffende naams
verandering van de Pieter de la Courtstraat nu niet in stem
ming zal kunnen komen. Dat zal afzonderlijk aan de orde
moeten komen.
De heer Groeneveld deelt mede, dat zijn voorstel in twee
gedeelten gesplitst is.
De Voorzitter deelt mede, dat door den heer Groeneveld
een amendement is ingediend, strekkende om:
in plaats van »Koninginnelaan" te lezen «Rozenlaan";
en een voorstel
om den tegenwoordigen naam «Pieter de la Courtstraat"
te vervangen door «Dahlia-straat".
Spreker zegt het voorstel onmogelijk in behandeling te
kunnen brengen, omdat volgens het Reglement van Orde
een dergelijk voorstel 24 uur vóór den aanvang der vergade
ring moet zijn ingediend.
Het amendement en het voorstel van den heer Groeneveld
worden voldoende ondersteund en maken derhalve een onder
werp van beraadslaging uit.
De heer Groeneveld wijst er op, dat de Voorzitter nu
plotseling heeft ontdekt, dat er bezwaren zijn tegen de
behandeling van het tweede gedeelte van sprekers voorstel.
Dergelijke ontdekkingen worden speciaal gedaan, als spreker
iets voorstelt. In elke Raadsvergadering gebeurt het minstens
tien keer, dat het Reglement van Orde wordt overtreden
spreker zou dat met voorbeelden kunnen aantoonen en nu
worden er formeele bezwaren geopperd, welke wel achterwege
konden blijven, want er is geen sprake van het overrompelen
van den Raad door een gewichtig voorstel.
Spreker stelt voor zijn voorstel als spoedeischend te be
handelen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer Groeneveld om in plaats
van «Koninginnelaan'' te lezen «Rozenlaan", wordt in stem
ming gebracht en met 22 tegen 4 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren Bisschop, Heemskerk, Jan de
Lange, Oostdam, Wilbrink, Eikerbout, Eerdmans, Mevrouw
DubbeldemanTrago, de heeren Pera, Mulder, van der Lip,
Sanders, Meijnen, Sijtsma, Mevr. van Itallievan Embden,
de heeren de Lange, Kuivenhoven, Splinter, Huurman, van
Hamel, Wilmer en Dubbeldeman.
Vóór stemmen de heeren Kooistra, van Stralen, Groeneveld
en van Eek.
(De heer Wilmer was inmiddels ter vergadering gekomen.)
Een voorstel om het mede door den heer Groeneveld in
gediende voorstel, strekkende om den naam «Pieter de la Court
straat" te vervangen door «Dahlia-straat", dadelijk in be
handeling te nemen, wordt in stemming gebracht en met
19 tegen 7 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren Bisschop, Heemskerk, Jan de
Lange, Oostdam, Wilbrink, Elkerbouf, Pera, Mulder, van
der Lip, Sanders, Meijnen, Sijtsma, Mevrouw van Itallie
van Embden, de heeren de Lange, Kuivenhoven, Splinter,
Huurman, van Hamel en Wilmer.
Vóór stemmende heer Eerdmans, Mevrouw Dubbeldeman
Trago, de heeren Kooistra, van Stralen, Groeneveld, Dubbelde
man en van Eek.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierop besloten het
voorstel' van den heer Groeneveld in handen van Burgemeester
en Wethouders te stellen om praeadvies.
Ten slotte wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
Singelbrug.
(Zie Ing. St. No. 106).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Eerdmans vraagt, of het ook in het voornemen
ligt om in de ligging van de Singelbrug eenige wijziging te
brengen ten einde daar een beteren toestand voor het verkeer
te verkrijgen. Als men van de Plantage komt is de oprit
niet iri het verlengde van den weg. Het zal wenschelijk zijn
om den oprit wat geleidelijker te maken ten bate van het
rij verkeer van den Singel naar de Plantage.
De heer Mulder acht de opmerking van den heer Eerdmans
zeer ad rem en zegt, dat daarmede rekening zal gehouden
worden. Het is niet zoo heel gemakkelijk, want aan den
anderen kant is de oprit ook nog al sterk. Het voornemen
is de vleugels wat uit te breiden, zoodat men van twee
kanten wat gemakkelijker toegang krijgt tot de brug.
De heer Eerdmans vraagt verder, nu in afwijking van
het advies van Gemeentewerken voorgesteld wordt om aan
de nieuwe brug een breedte van 7 Meter te geven in plaats
van een geringere breedte, of er aanleiding is om te verwachten
dat het vervoer met zware vrachtauto's naar den Zijlsingel
toe van eenigszins omvangrijken aard zal zijn. De toestand
wat betreft de Kraaierbrug en de Pauwbrug is nu zoo, dat
twee zware vrachtauto's elkander daar niet kunnen passeeren.
Wil men een brug hebben, waar dat wel mogelijk zou zijn,
dan moet de breedte heel wat grooter zijn, bijvoorbeeld
zooals die van de brug bij de Haarlemmerstraat; dan is de
nu gekozen breedte niet voldoende.
De heer Huurman acht in tegenstelling met den heer
Eerdmans de voor deze brug gekozen breedte voldoende. Het
rijvlak wordt 5 Meter breed en zal dus geschikt zijn voor
dubbel rij verkeer; de trottoirs worden elk 1 Meter breed,
zoodat ook voor het verkeer te voet voldoende wordt gezorgd.
Het is overdreven om voor die brug een breedte te willen
hebben als die van de Blauwpoortsbrug.
De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stem
ming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
XII. Praeadvies op de verzoeken van A. Fuchs Sr. en
A.Fuchs Jr., om restitutie van betaalde belasting en vervolgings-
kosten.
(Zie Ing. St. No. 107.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIII. Bezwaarschriften tegen aanslagen in het schoolgeld,
Middelbaar- en Hooger Onderwijs, dienst 1922/1923.
(Zie Ing. St. No. 103.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt beschikt
op diverse bezwaarschriften in zake schoolgeld Middelbaar- en
Hooger Onderwijs, heffingsjaar 1922/1923, overeenkomstig het
overgelegd advies van Burgemeester en Wethouders.
XIV. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1918/1919, 1919/1920 en 1920/1921.
(Zie Ing. St. No. 102.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt beschikt