68
MAANDAG 26
MAART 1923.
Wat de andere geldleeningen betreft, wil de heer van Eek
de rente op 6% bepalen, terwijl Burgemeester en Wethouders
voorstellen 8 te heffen. Nu schijnt 8% vrij veel, maar als
men daarbij in oogenschouw neemt, dat voor deze geldleeningen
veel administratie noodig is en veel informatie's moeten worden
ingewonnen, dan is dat percentage in werkelijkheid geens
zins hoog.
Spreker vestigt er de aandacht op, dat op bladz. 44 van de
Ingekomen Stukken een vergissing voorkomt. Daar staat, dat
voor de andere geldleeningen 8 in rekening zal worden
gebracht, en dan volgt er: »hetgeen neerkomt op een rente
van ruim 4% 'sjaars." Dit kan onmogelijk juist zijn. Tot die
vergissing is men gekomen, doordat men een staat heeft gemaakt
van iemand, die 100.leent en 2.per week afbetaalt;
dife persoon betaalt 4.— aan rente of 4 van 100 maar
het percentage, dat hij betaalt van het werkelijk uitstaande
bedrag, blijft 8.
Wanneer de meerderheid van den Raad meent, dat 6%
voldoende is, dan moet zij dat voor zich zelf weten; spreker
zal zich niet erg schrap zetten tegen dit kleine onderdeel,
maar als men nagaat, dat in die 8 zijn begrepen alle kosten
van informatie's inwinnen en van administratie en de gemeente
als zij leent 6 moet betalen, dan zal men 8 toch niet
buitensporig hoog kunnen oordeelen.
De heer van Eck blijft er bij, dat 12 buitensporig hoog
is in vergelijking met den gewonen rentestandaard. Over geringe
bedragen is 12% niet veel, maar het is toch volkomen onge
oorloofd dat kleine menschen, die in nood verkeeren, dergelijk
hoog bedrag moeten betalen. Een gemeente moet ook deze
zaak als een instelling van sociaal nut beschouwen. Spreker
vindt zelfs een rente van 9 gelijk hij zelf voorstelt, nog
hoog, maar hij heeft zich aangesloten bij het bedrag, dat
gevorderd wordt van bedragen boven 200.Waarom zou
er niet mogen toegelegd worden op bedragen, die geleend
worden in voorschot op pensioen, als men zulks beschouwt
als een dienst in het algemeen belang?
Spreker ontkent niet, dat voor de geldleeningen tegen 8
veel informatiën noodig zijn, maar de menschen, die dat geld
leenen, doen dat niet om er weder geld mede te makenhet
zullen altijd menschen zijn, die in nood verkeeren.
De gemeente moet op dit terrein niet schriel zijn en moet
een goed voorbeeld geven. Als elders ook veel gevraagd wordt,
dan is dat nog geen reden om dat slechte voorbeeld hier te
volgen.
Spreker heeft geen buitensporig voorstel gedaan; het sluit
zich aan bij wat eenmaal bestaat.
Men zegt: de tijden worden slechter, de rentestandaard is
hooger geworden; maar deze armen mogen daarvan niet het
slachtoffer worden en de gemeente moet zorgen, dat deze
menschen door de omstandigheden nog niet lager naar beneden
gedrukt worden. Dat is ook een groot maatschappelijk belang.
Spreker is dankbaar voor den steun van den heer Oostdam
en spreekt de hoop uit, dat de Raad zijn amendement zal
aannemen.
De heer Sanders verklaart zich geheel bij het betoog van
den heer Wilmer aan te sluiten. Inderdaad, de hier voorgestelde
rantebedragen zijn niet buitengewoon hoog. Eigenlijk is de
rente op de panden altijd 12% geweest; alleen wordt nu
wijziging gebracht in de rente ten aanzien van de panden
van hoogere waarde.
Voor panden boven 200.— is de rente gebracht van 9
op 12 Dat dit percentage en in het algemeen de rente
niet hoog is, blijkt al uit het feit, dat de Bank met verlies
werkt, maar bovendien heelt de heer Wilmer er terecht op
gewezen, dat de gemeente voor het in ontvangst nemen, het
uitgeven, het bewaren enz. van al die panden zeer veel
onkosten heeft te maken.
Ook bij vergelijking met andere plaatsen is de rente te
Leiden niet hoog. Arnhem vraagt 24 den Haag 13 en
Rotterdam 12 Elders vraagt men ook aanmerkelijk hooger
administratieloon.
Gepensioneerden, die een voorschot op hun pensioen willen
nemen, kunnen bij geen enkele bank goedkooper terecht dan
tegen 6 De door den heer van Eck voorgestelde verlaging
tot 5 heeft dus geen zin.
Ook de rente van 8 voor andere geldleeningen mag niet
hoog genoemd worden. Bovendien is dit een geheel nieuwe
instelling, maar in de gemeenten, waarvan zij is overgenomen,
zooals den Haag en Arnhem, wordt eveneens 8 gevraagd.
Spreker adviseert tot verwerping van het amendement van
den heer van Eck.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het amendement van den heer van Eck wordt in drie
gedeelten gesplitst in stemming gebracht.
De drie gedeelten worden achtereenvolgens verworpen met
17 tegen 11 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Eerdmans, de Lange, Meijnen,
Kuivenhoven, Wilmer,Splinter, van Hamel,Stijnman, Huurman,
Bisschop, Heemskerk, Schoneveld, Wilbrink, Mulder, Pera,
van der Lip en Sanders.
Vóór stemmen: de heeren van Stralen, Knuttel, Sijtsma,
Piekaar, Groeneveld, Oostdam, Kooistra, van Eck, Dubbeldeman,
de dames DubbeldemanTrago en van ltallievan Embden.
Artikel 28 wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De artikelen 2940 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de geheele
verordening zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
IX. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het
eventueel in het leven roepen van een werkverschaffing ten
behoeve van werklooze sigarenmakers.
(Zie lng. St. No. 99.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Stralen deelt mede, dat hij en zijne fractie tegen
dit voorstel zijn.
Tegen gelijksoortig voorstel heeft spreker zich in 1922
verzet en toen is van de zijde van Burgemeester en Wet
houders daarover hunne verwondering te kennen gegeven,
daar toch de betrokken organisatie's hare medewerking
daaraan hadden verleend. Thans zijn de voorwaarden van
deze werkverschaffing voor sigarenmakers beduidend slechter.
Verleden jaar was het loon f 6.50 per 1000 Senoritas;
daarvan zouden de werkgevers 4.50 betalen, het Rijk en
de gemeente elk 1.Thans zal het loon zijn niet 6.50
maar f 5.50; misschien zal het zijn 6.maar in elk geval
zal het beduidend minder zijn dan den vorigen keer. Ook
de verhouding, waarin werkgevers, het Rijk en de gemeente
daarin zullen bijdragen, is geheel gewijzigd. De werkgevers
zullen bijdragen f 2.25, het Rijk 1.en de gemeente 2.25,
en zoo het loon gesteld wordt op 6.2.75.
Pit is meer dan het dubbele van wat de gemeente vorig
jaar bijdroeg. Het is niet te verwonderen, dat deze zaak in
het geheel niet de instemming van de betrokken organisatie's
heeft; die hebben dan ook geweigerd hare medewerking te
verleenen. Het ligt nu in het voornemen van de Regeering
om deze zaak dwingend op te leggen in dezen vorm, dat de
werklooze sigarenmakers voor de keuze gesteld worden dit
werk tegen dezen prijs te verrichten of anders geen uitkeering
of ondersteuning meer te genieten. Verleden jaar werden de
organisatie's verantwoordelijk gestelden zou bij niet-medewerken
de uitkeering voor de organisatie's stopgezet zijn. Thans bepaalt
men zich er toe de werkloozen persoonlijk tot aanvaarding
van dat werk te dwingen, wat voor hen op hetzelfde neerkomt.
Den vorigen keer hebben spreker en zijn partijgenooten
zich tegen het voorstel verzet, maar thans zou er voor hen
reden bestaan zich met- het voorstel van Burgemeester en
Wethouders ten opzichte van de werkverschaffing te vereenigen,
indien het College wilde bepalen, dat het loon, dat aan deze
sigarenmakers zal worden betaald, niet minder zal zijn dan
het loon, dat de vorige maal is uitgekeerd, namelijk f 6.50
per duizend stuks. Het gevolg daarvan zou alleen zijn, dat
de bijdrage van de gemeente iets moest worden verhoogd.
Spreker hoopt in dien geest een toezegging te zullen krijgen.
Spreker heeft zich er verleden jaar van overtuigd, dat de
gemiddelde productie van de Senoritas zeer ver beneden de
verwachting is gebleven. De heer Heemskerk meende, dat
binnen enkele weken de productie tot 4000 stuks per week
zou worden opgevoerd, maar de practijk heeft bewezen, dat
zij beneden de 3000 stuks is gebleven. Stelt men haar thans
op 2500 stuks per week, dan zal volgens de in de stukken
genoemde loonregeling en bij een werkweek van 55 uren
een loon van 13.per week worden uitbetaald, dus minder
dan het gemiddelde, dat aan werklooze sigaren makers aan
ondersteuning wordt uitgekeerd. Een loon van f 13.f 14.
of ten hoogste 15.50 per week is ver beneden het normale
loon in dit bedrijf en daarom zal spreker's fractie zich
daartegen zoo sterk mogelijk verzetten. Spreker dient het
volgende voorstel in:
»Ondergeteekende stelt voor de gemeentelijke bijslag op het
loon der sigarenmakers in werkverschaffing zoodanig te
doen zijn, dat het uit te betalen loon zal bedragen 6.50 per
duizend Senoritas."
De Voorzitter zegt, dat hetgeen de heer van Stralen
vraagt voor Burgemeester en Wethouders onacceptabel is,
aangezien men te Leiden niet een ander loon kan gaan betalen
dan bijvoorbeeld te Amsterdam en te 's Hertogenbosch. Werd
dit voorstel van den heer van Stralen aangenomen, dan zouden
Burgemeester en Wethouders hun voorstel toch intrekken