43
Op grond hiervan verzoeken wij D beleefd den Eaad in
overweging te geven, ons te machtigen de tusschen de
gemeente Leiden en de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg
maatschappij gesloten overeenkomst betreffende de levering
van electrischen stroom tegen een nader door ons te bepalen
tijdstip op te zeggen.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
J. F. X. Sandebs,
lo-Voorzitter.
E. Schotman,
Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 94. Leiden, 19 Maart 1923.
Nu de door de vereeniging „Tuinstadwijk" ten Oosten
van de Heerenstraat gebouwde woningen eerlang in gebruik
zullen zijn genomen en deze wijk alzoo hare voltooiing nadert,
dienen de in dit stadsgedeelte nieuw aangelegde straten van
namen te worden voorzien.
De op de teekening door het cijfer 1 aangeduide breede
hoofdweg, ten Westen aansluitende op de Stadhouderslaan
en ten Oosten op de Burggravenlaan, ware, overeenkomstig
het gevoelen van de Commissie van Fabricage, Koninginnelaan
te noemen.
De namen van de overige straten van „Tuinstadwijk", op de
teekening aangegeven door de cijfers 2 tot en met 7, hebben
wij, eveneens overeenkomstig het advies van de Commissie
van Fabricage, aan West-Indië ontleend.
Ten slotte zal ook de nieuwe brug over de Zoeterwoudsche
Singelgracht, bij de Jan van Houtkade, een naam moeten
ontvangen. Het ligt voor de hand, aan deze brug den naam
Jan van Houtbrug te geven.
Onder mededeeling, dat het rapport van de Commissie
van Fabricage, en dat van den Gemeente-Archivaris ter inzage
liggen in de Leeskamer, geven wij Uwe Vergadering alsnu
in overweging:
a. de brug over de Zoeterwoudsche Singelgracht in het
verlengde van de Zijdgracht, te noemen: Jan van Houtbrug;
b. de op de overgelegde teekening met de cijfers 1 tot en
met 7 aangeduide straten van het woningcomplex „Tuinstad-
wijk" te noemen onderscheidenlijk: Koninginnelaan, Aruba-
straat, Paramaribostraat, Bon airestraat, Curacaostraat, Saba-
straat en Surinamekade.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 95. Leiden, 19 Maart 1923.
Bij raadsbesluit van 22 Januari j.l. (Ingek. Stukken No. 39)
werd een bedrag van ƒ100.000.toegestaan ten behoeve
van de uitgaven der Commissie voor steunverleening in het
jaar 1923.
Blijkens opgave der Commissie is door haar tot 10 dezer
(dat is dus gedurende 10 weken) aan ondersteuning met
inbegrip van de administratiekosten, (>2.000 uitgegeven,
bovendien is voor reductie op door de Gasfabriek geleverde
cokes (raadsbesluit van 7 December 1922) gedurende 11
weken (laatste week van Januari13 April) ƒ4950 be-
noodigd.
Afgezien dus van de reductie op den cokesprijs hebben de
uitgaven, die in Maart zelfs tot ƒ7800 per week geste
gen waren, gemiddeld per week ruim ƒ6000 bedragen.
Met welk bedrag de toegestane som voor het loopende
jaar nog moet worden verhoogd, is uit den aard der zaak
niet met eenige nauwkeurigheid te berekenen. Het komt
ons daarom met de Commissie het beste voor het krediet
voorloopig te verhoogen met 100.000, te vinden door ver
hooging van den post „Belasting naar het Inkomen". Met
het oog op den aanstaanden zomer en eene dan te ver
wachten vermindering der werkloosheid, hopen wij, dat
verdere verhooging van het krediet in 1923 achterwege kan
blijven.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging door
vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begroo-
tingsstaat alsnog een bedrag van 100.000 ter beschikking
van de Commissie voor Steunverleening te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 9(i. Leiden, 19 Maart 1923.
Op de begrooting voor den dienst van het jaar 1923 is
onder volgnummer 162 tot dekking van het geraamde na-
deelig saldo der Gemeentelijke Bank van Leening uitge
trokken een bedrag van 22677.Dit cijfer heeft ons aan
leiding gegeven om, in overleg met Commissarissen der
Bank, te overwegen, op welke wijze tot verlaging van dit
tekort zou zijn te geraken. Daarbij ontveinsden wij ons
natuurlijk niet, dat op een instelling als de Bank van' Lee
ning, welke een min of meer philanthropisch karakter draagt,
door de gemeente, die haar exploiteert, in den regel geld
zal moeten worden toegelegd, maar het kwam ons in de
huidige financiëele omstandigheden voor, dat thans meer
clan ooit ook op dit gebied naar bezuiniging op de uitgaven
diende te worden gestreefd. Immers, hoezeer het groote
sociale nut van de Bank van Leening ook onzerzijds werd
erkend, toch meenden wij, dat een zoo zwaar geldelijk offer,
als thans voor dit doel van de gemeente wordt geëischt,
met het oog op den benarden toestand harer financiën, niet
gewettigd was. Wij verzochten derhalve Commissarissen van
de Bank van Leening ons een voorstel te willen doen, dat
tot een zeer belangrijke verlaging van het tekort zou kunnen
leiden. Mocht dit onverhoopt niet mogelijk blijken, zoo
deelden wij Commissarissen daarbij mede, dan zouden wij,
evenals in sommige andere gemeenten is geschied, een
voorstel tot algeheele opheffing van de Bank in overweging
moeten nemen, hoe ongaarne wij daartoe zouden overgaan,
omdat wij de bezwaren, aan het verdwijnen van een zoo
nuttige instelling verbonden met name het gevaar van
het opduiken van allerlei particuliere banken en het toe
nemen van ongewenschte woekerpraktijken geenszins
onderschatten.
Het was ons daarom aangenaam van Commissarissen
voorstellen tot reorganisatie van den dienst der Gemeente
lijke Bank van Leening te mogen ontvangen, welke inder
daad tot een ingrijpende bezuiniging op dien dienst zullen
kunnen leiden en waarmede wij ons zeer wel kunnen ver
eenigen.
Bij de voorgenomen reorganisatie is in de eerste plaats
uitgegaan van de opheffing van het hulpkantoor B aan de
Lammermarkt. Het aantal personen, dat van dit kantoor
gebruik maakt, zal dan over het hoofdkantoor in de Nieuw-
steeg en het hulpkantoor A aan de Heerengracht verdeeld
moeten worden. Wat den dienst betreft bestaat hiertegen
geen overwegend bezwaar, daar de inrichting van laatst
genoemd hulpkantoor een toeneming der beleeningen, welke
van de opheffing van kantoor B het gevolg zal zijn, gedoogt,
terwijl bij de aanstaande verbouwing van het hoofdkantoor,
noodig in verband met den bouw van het nieuwe politiebureau,
met de aldaar te verwachten vermeerdering van werkzaam
heden rekening zal worden gehouden.
Door de opheffing van het hulpkantoor B zal op de uit
gaven van de Bank van Leening jaarlijks rechtstreeks worden
bespaard een bedrag van 775.zijnde de huur, welke zij
voor het gebruik van het perceel, waarin genoemd hulp
kantoor gevestigd is, aam de gemeente heeft te betalen,
benevens een bedrag van 385.wegens de kosten van
vuur en licht, telefoonaansluiting en andere kleine uitgaven.
Hiertegenover mist de Bank de huur van de dienstwoning
boven het hulpkantoor ad 235.'s jaars. De voornaamste
besparing, die de opheffing van dit kantoor zal medebrengen,
is echter gelegen in de inkrimping van personeel, welke
daardoor mogelijk wordt. Tengevolge van de voorgenomen
nieuwe organisatie zullen toch naar alle waarschijnlijkheid
voortaan de diensten van drie ambtenaren gemist kunnen
worden. Blijkens mededeeling van Commissarissen der Bank,
tot wier bevoegdheid behoort de benoeming en het ontslag
van de aan de Bank verbonden ambtenaren, behalve den
Directeur, mag als zeker worden aangenomen, dat hierdoor
aan salarissen en pensioensbijdragen reeds 4500.— 's jaars
minder zal behoeven te worden uitgegeven. Bovendien ligt
het in de bedoeling van Commissarissen om in de te
verwachten vacature van onderkassier bij het hoofdkantoor
zoo mogelijk niet opnieuw te voorzien, waardoor genoemd
bedrag nog met ruim 3000.zou worden verhoogd, be
houdens natuurlijk het aandeel, dat de Bank in een
deswege verleend pensioen heeft te betalen. Evenwel ko
men ten laste van de Bank van Leening de wachtgelden,
waarop de ambtenaren, die in verband met de nieuwe organi
satie van het dienstvak gemist kunnen worden, krachtens
de desbetreffende verordening aanspraak hebben, zoomede
het gemis van het verhaal van pensioensbijdragen. Het
eerste jaar beloopt het ten laste van de Bank komend
bedrag naar raming 2300.doch na afloop van de gestelde
termijnen vermindert en verdwijnt deze uitgave automatisch.
Vervolgens is een versterking van de inkomsten der Bank
te verkrijgen door de voorgestelde wijziging van art. 17 van
het bestaande reglement, waarin de renteberekening is opge
nomen. Een vergelijking van dit artikel met art. 28 der