GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 27 IH«EKOKEIi STUK KEK'. N°. 61. Leiden, 17 Februari 1923. Aangezien, naar wij Uwe Vergadering reeds in Ingekomen Stuk No. 274 van 1922 en in de memorie van antwoord op het Seetieverslag betreffende de begrooting 1923 mededeelden, de Eegeering het verleenen van voorschotten overeenkomstig de woningwet voor den bouw van arbeiderswoningen aan merkelijk heeft beperkt en dientengevolge in het afgeloopen jaar van het Eijk slechts voor een betrekkelijk gering aantal woningen in dezen vorm steun kon worden verkregen, heeft ons College overwogen, welke weg ware te bewandelen, om tot den bouw op ruimer schaal te geraken. Het stond echter bij ons College, den financieelen toestand van de gemeente in aanmerking nemende, aanstonds vast, dat de gemeente, indien zij den bouw zelfstandig ter hand nam, eenigen geldelijken steun van het Eijk niet zou kun nen ontberen en dat de te bouwen woningen van hoogst eenvoudigen aard moesten zijn, opdat huizen werden ver kregen met huurprijzen, die binnen het bereik ook van de minder gesitueerden zouden liggen. Immers de ervaring met de bouwvereenigingen in den laatsten tijd in het algemeen opgedaan, had geleerd, dat van deze niet in de eerste plaats de bouw van dergelijke woningen, hoewel ook daaraan behoefte bestond, was te verwachten. Het kwam ons College voor, dat de gemeente met premie van het Eijk tot den bouw van een aanzienlijk aantal woningen van het door ons bedoelde type zou kunnen over gaan. De gemeente zou alsdan voor elke woning een bijdrage ineens ontvangen van 300.en het verdere bouwkapitaal geheel zelf moeten verschaffen. Nadat wij ons hadden vergewist, dat de gemeente voor de toekenning van een dergelijke premie in aanmerking zou kunnen komen, gaven wij opdracht tot het ontwerpen van de noodige plannen voor den bouw van woningen op de aan de gemeente toebehoorende, zeer gunstig gelegen, terrei nen benoorden den Heerensingel, Sectie K Nis. 333 en 1836 en Sectie K Nos. 2830, 2829, 294, 295, 296, 297, 2748 en 3612, welke terreinen werden aangekocht resp. bij raadsbesluit van 11 April 1921 (Ingek. Stuk Nis. 106) en 29 Mei 1922 (Ingek. Stuk No. 155). Het rèsultaat van een en ander was, dat een ontwerp werd gemaakt, bevattende 162 baksteenen beneden- en bovenwoningen, waarvan 52 woningen met 1 slaapkamer, 76 met 2 slaapkamers en 34 met 3 slaapkamers. Behalve de slaapkamers, treft men in elke woning, afgezien van bergruimte enz., een woonkamer en een keuken aan. In aansluiting aan het bereids in de zitting van 6 Decem ber 1922 (Handelingen bladz. 526) door Uwen Voorzitter omtrent den voorgenomen bouw te berde gebrachte, kunnen wij U tot onze voldoening thans mededeelen, dat de Eegeering aan dit plan, ook wat de details betreft, reeds hare goedkeuring heeft gehecht en zelfs machtiging heeft gegeven inmiddels met den bouw een aanvaDg te maken, zoodat op de toekenning van de premie de officieele beschikking is om administratieve reden nog niet in ons bezit mag worden gerekend. Blijkens de hieronder afgedrukte begrooting van stich- tingskosten moeten de totale bouwkosten worden geraamd op 460.552.In mindering komt een premie van 48.600. zoodat voor rekening van de gemeente blijft een bedrag van ƒ411.952..Voor wat den eigenlijken bouw der woningen aangaat, ligt aan deze raming een bindende prijsopgave ten grondslag. De N. V. Technisch Bureau van H. Eutgers te War mond, die momenteel ook in andere steden groote werken onder handen heeft en op het gebied van massa-bouw geacht mag worden groote ervaring te hebben, heeft zich namelijk be reid verklaard den bouw der woningen op zich te nemen voor de som van 356.152.Bij deze prijsopgave, welke ons zeer aannemelijk voorkomt, doch die slechts tot 1 Maart a.s. geldt, is er o. a. van uitgegaan, dat de plafonds der huizen worden gestucadoord, dat de woningen, ter keuze van de gemeente, worden behangen of met koud waterverf worden behandeld, dat de buitenmuren aan den binnenkant worden bespoten met asphalt tot wering van vocht en dat alle scheidingswanden tusschen de kamers en gangen slechts uit metselwerk bestaan, dat de schoorsteenmantels van tegels en de voordeurdorpels van steen worden vervaardigd en eterniet niet wordt gebruikt; dat onder de houten vloeren een waterdichte gemetselde- of betonvloer wordt gemaakt en dat het terrein door de gemeente bouwrijp ter beschikking wordt gesteld. Voorts dat, behalve de eigen voorlieden van de N. V., alleen Leidsche werklieden op het werk mogen worden gebruikt en het timmerwerk slechts te Leiden of in de fabriek „Padox", waar een groot aantal Leidsche werk lieden werkzaam zijn, mag worden vervaardigd. Een en ander zal krachtig tot de bestrijding van de werkloosheid in onze gemeente bijdragen. Wij achten het geraden op de aanbieding van de N. V., nu door de verscherping van den internationalen toestand op de bouwmaterialenmarkt weer meerdere onzekerheid heerscht, in te gaan. Wat de exploitatievooruitzichten betreft, de tevens hierbij- gevoegde begrooting doet zien, dat een gemiddelde huurprijs van 3.87 wordt vereischt om een sluitende rekening te verkrijgen; het spreekt vanzelf, dat de huurprijs b.v. voor de woningen met 1 slaapkamer op een lager bedrag zal kunnen worden bepaald. Hoewel wij er ons van meenen te moeten onthouden thans reeds een voorstel daaromtrent te doen, zou het ons College toch niet ongemotiveerd voor komen, indien de gemeente, in aanmerking nemende de be stemming dezer woningen, op de huur zoo noodig een bijslag verleende tot zoodanig bedrag dat het door de gemeente te brengen offer ongeveer gelijk stond met de door het Eijk te verleenen bijdrage in eens. Of daartoe moet worden overgegaan en zoo ja, in welken vorm, kan, naar het ons toeschijnt, beter later onder de oogen worden gezien, wanneer de woningen in exploitatie worden genomen en de draagkracht van de huurders meer bekend is. Zooals wij hiervoor reeds met een enkel woord opmerkten, zouden wij deze woningen in de eerste plaats willen bestemmen voor de minder gesitu eerden onder de arbeiders, die niet in staat zijn de huur prijzen van de woningen, die te dezer stede gemeenlijk door de bouwvereenigingen worden gebouwd, te betalen. Voor deze woningen zouden o. a., zonder dat tot onmiddellijke opruiming van de z.g. krotten wordt overgegaan, wij komen daarop hieronder terug allereerst zij in aanmerking moeten komen, die thans op ten eenenmale onvoldoende wijze zijn gehuisvest. Ten aanzien van de wijze van exploitatie hopen wij Uwe Vergadering, bij aanneming van dit voorstel, zoo spoedig mogelijk een afzonderlijke voordracht te doen toekomen. Wij kunnen echter reeds thans mededeelen, dat onze aan vankelijke gedachte is een woningbouwvereeniging met de exploitatie te belasten of, indien dit op bezwaren mocht stuiten, een speciale stichting daartoe in het leven te roepen, zoodat de eigendom der woningen aan de gemeente verblijft. Het behoeft echter geen betoog, dat de gemeente, welke vorm van exploitatie ook wordt gekozen, in alle geval een eventueel tekort voor hare rekening zal moeten nemen. De begrootingsstaat, dien wij hierbij ter vaststelling aan bieden, behoeft een korte toelichting. Het totaal benoodigde bouwkapitaal bedraagt, met inbegrip van de premie, 460.552.Hiertoe behooren ook de kosten van den grondaankoop ad 27.532.75. Aangezien voor den grondaankoop reeds vroeger een begroot.ingsregeling plaats had, kan thans worden volstaan met een uitgaaf van 460.552.27.532.75 433.019.25 te ramen; daar tegenover staat een ontvangst wegens premie uit 's Eijks kas van 48.600.terwijl het restant ad 384 419.25 uit leening moeten worden gevonden. Het bovenstaande is tevens te beschouwen als ons prae- advies op de door Uwe medeleden, de heeren Dubbeldeman en Knuttel, ingediende, hieronder afgedrukte voorstellen. Omtrent deze voorstellen zijn, na het voorgaande, nog slechts enkele opmerkingen te maken. Zooals wij reeds meermalen aantoonden, is de kans om voor een eenigszins groot aantal woningen rijksvoorschot te verkrijgen, uiterst gering. Nu heeft ons College bij de Eegeering pogingen aangewend om, behalve voor de 162 door de gemeente te bouwen woningen, bovendien nog voor een aanzienlijk aantal door bouwvereenigingen of eveneens door de gemeente te stichten woningen premie in uitzicht gesteld te krijgen. Bij het Eijk is dan ook o. a. tevens in behandeling een aanvraag van de vereeniging „de Eendracht" om premie voor den bouw van 120 arbeiderswoningen op een terrein benoorden den Lagen Eijndijk, op welke aan vraag, naar wij meenen te mogen vertrouwen, gunstig zal worden beschikt. Het ligt in ons voornemen, zoodra de premie voor deze woningen is verkregen, bij de Eegeering opnieuw aan te kloppen voor verderen steun. In dit ver band kunnen wij voorts mededeelen, dat wij dezer dagen van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, na een langdurige correspondentie, eindelijk bericht ontvingen, dat in het loopend kwartaal de noodige rijksvoorschotten zullen worden gereserveerd voor den bouw van 52 woningen. Binnen afzienbaren tijd is derhalve de bouw van een aan zienlijk aantal woningen te wachten. Mede in het belang van de bestrijding van de werkloosheid dient de bouw van een zoo groot aantal woningen echter geleidelijk te geschieden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1923 | | pagina 1