7 Aan de Edelachtbare Seeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Ondergeteekende, Eekhof, Adam Lambertus, onderwijzer, verzoekt U hierbij beleefd hem tegen 1 Maart e.k. eervol ontslag te willen verleeuen, als onderwijzer aan de school A, Yrouwenkerksteeg in Uwe gemeente. Met verschuldigden eerbied, A. L. Eekhoff, Zuidsiugel 29. Leiden, 22, Dec. 1922. K°. 20. Leiden, 8 Januari 1923. Door het met ingang van den len Januari j.l. verleend eervol ontslag aan den heer Dr. H. J. Taverne als leeraar aan de afdeeling A der Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen, moet in het geven van de lessen, waar mede deze leeraar was belast, zooveel mogelijk worden voorzien totdat een opvolger zal zijn benoemd en in functie getreden. Aangezien de heer Taverne zich bereid verklaard heeft een deel van de door hem gegeven lessen nog eenigen tijd te blijven geven en het o. i. vrijwel uitgesloten is, dat voor een tijdelijke betrekking van zoo korten duur als de onder havige, geschikte sollicitanten zich zullen aanmelden, meenen wij clat het de beste oplossing is den heer Taverne tijdelijk met het geven van een aantal lesuren in de natuurkunde en in de natuurlijke historie te belasten. Daardoor wordt althans bereikt, dat de leerlingen der 4de klasse, die in April a. s. het onderwijzersexamen moeten afleggen, in de examenvakken het volle aantal lesuren behouden. Wel is waar worden dan de lessen voor de andere klassen eenigszins ingekrompen, echter niet in die mate, dat het onderwijs in die klassen daarvan ernstig nadeel zal ondervinden. Ons in deze omstandigheden ontslagen achtende van het aanbieden eener voordracht, geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging den heer Dr. H. J. Taverne tot wederopzeggens te benoemen tot tijdelijk leeraar in de natuurkunde en de natuurlijke historie aan de afdeeling A der Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen, en die benoeming alsnog te doen ingaan te rekenen met ingang van 1 Januari 1923. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 21. Leiden, 11 Januari 1923. Onder verwijzing naar nevensgaand schrijven met bijlage van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot vaststelling van de navolgende verordening over te gaan: VERORDENING, regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis te Leiden. Artikel 1. Van ieder, die voor een der hierna omschreven doeleinden gebruik maakt van het Openbaar Slachthuis, of van diensten, vanwege de gemeente op het Openbaar Slachthuis verstrekt, wordt eene belasting geheven naar het in artikel 2 om schreven tarief. Art. 2. I. Voor het gebruik maken van de stallen: A. Indien geen voeder wordt verstrekt: a. voor een paard, muildier, muilezel, stier, os, koe, vaars, pink of kalf zwaarder dan 225 K.G. levend gewicht.0.25 b. voor een kalf, ezel of veulen0,20 c. voor een nuchter kalf, niet zwaarder dan 60 K.G. levend gewicht, een varken, schaap, lam, bok of geit 0,15 alles per etmaal of gedeelte er van. Voor de berekening van het aantal etmalen stalling gaat het etmaal, indien de dieren overnachten, in des avonds bij het sluiten van het Slachthuis; voor dieren, welke niet overnachten, of die des avonds na sluiting van het Slachthuis worden opgenomen, onmiddellijk na de plaatsing in de stallen. B. Indien voeder verstrekt wordt, bovendien: a. voor een paard, muildier, muilezel, stier, os, koe, vaars, pink of kalf zwaarder dan 225 K.G. levend gewicht 0,85 b. voor een vet kalf„1,20 c. voor een graskalf, nuchterkalf, varken, ezel of veulen„0,40 d. voor een schaap, lam, bok of geit0,25 alles per etmaal of gedeelte er van. Voor dieren, welke van den aanvang af gevoederd worden, gaat het etmaal in onmiddellijk na de plaatsing in de stallen, of, indien de eerste 24 uur geen voeder verstrekt wordt, onmiddellijk na het verstrijken van dien termijn. Voor dieren, welke ongeslacht worden weggevoerd, met uitzondering van niet voor slachting bestemde paarden, wordt het dubbele van de hierboven aangegeven stal- en voedergelden geheven. Onder voeder wordt verstaan: hooi, gras, graan of van graan afkomstige voedingsmiddelen en melk. De aard van het voeder, de wijze van voedering en de hoeveelheid voedsel wordt door den Directeur geregeld. Voedering van vette en nuchtere kalveren met door den eigenaar aan te geven hoeveelheden volle melk geschiedt, tenzij bij den Directeur daartegen bezwaren bestaan, tegen betaling van den kostenden prijs vermeerderd met 0,02 per Liter. Duinwater en ligstroo worden naar behoefte kosteloos verstrekt in hoeveelheden, door den Directeur te bepalen. II. Voor het gebruik maken van de gelegenheid tot slachten, voor het gebruik maken van penserij en darm- wasscherij, voor het keuren van het slachtvee, vóór en na de slachting en voor het gedurende de in de verordening op het gebruik van het Openbaar Slachthuis bepaalde tijden laten verblijven van vleesch in de daarvoor aangewezen ruimte in de slachthallen, het voorkoelhuis en het koelhuis a. voor een paard, muildier, stier, os, koe, vaars, pink of kalf zwaarder dan 225 K.G. levend gewicht10. b. voor een kalf, ezel, muilezel, veulen of varken 5.60 c. voor een schaap, lam of varken, niet zwaarder dan 60 K.G. levend gewicht2.40 d. voor een nuchter kalf, niet zwaarder dan 60 K.G. levend gewicht, een lam, niet ouder dan 3 maanden, bok, geit of varken niet zwaarder dan 25 K.G. levend gewicht1.20 Ha. Indien geslacht wordt in de uren, aangegeven in artikel 1, litt. b, tweede lid van de verordening van 17 Augustus 1922, ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 5, 7, 8, 9, 13, 20, 28, 29 en 41 van de verordening op den Keurings dienst van Vee en Vleesch der gemeente Leiden: Voor de dieren genoemd onder a15. III. Het onder II omschreven tarief wordt voor dieren, voor export geslacht en welke dus na de slachting in hun geheel, behalve de inwendige organen, rechtstreeks van het Openbaar Slachthuis naar het buitenland worden gevoerd, indien ten minste 5 dieren van dezelfde soort van denzelfden eigenaar, tegelijk ter slachting worden aangegeven, vast- steld als volgt: voor de dieren genoemd onder a3. Onder bovenstaande tarieven is niet begrepen het ver schuldigde voor het laten verblijven van vleesch in het koelhuis of het voorkoelhuis. Ma. Het onder III omschreven tarief geldt ook voor dieren, geslacht door of voor hier ter stede gevestigde fabrikanten van verduurzaamde levensmiddelen, ten behoeve van leveranties van verduurzaamd vleesch aan de Departe menten van Koloniën, Marine of Oorlog, indien de belang hebbenden door het overleggen van voldoende overtuigings stukken, ter beoordeeling van de Commissie van Beheer, het bewijs leveren, dat zij de gunning van een bepaalde leverantie van verduurzaamd vleesch hebben gekregen en daarvoor ten minste honderd dieren moeten slachten of doen slachten, ook andere door de Commissie van Beheer noodig geachte gegevens verstrekken en bovendien de door deze Commissie ter voorkoming van fraude te geven voor schriften opvolgen. Het bepaalde omtrent het minimum aantal dieren geldt niet, indien de belanghebbenden ten genoegen van de Commissie van Beheer het bewijs leveren, dat zij moeten slachten of doen slachten voor een leverantie ter aanvulling van een in het eerste lid bedoelde leverantie. b 9. c 4. m d 2.50 33 33 33 33 33 33 1.60 33 33 33 33 33 33 0.40 33 33 33 33 33 J 0.20

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 30