1°. J. A. VAN HAMEL, 2°. A. L. REIMERINGER. Aan den Gemeenteraad. Burg, en Weth. van Leiden. Leiden, 15 December 1922. In verband met de periodieke aftreding van het lid, tevens voorzitter, den Heer J. A. van Hamel, tegen het einde dezes jaars, heeft de Commissie voor de Bewaarscholen de eer, U, in verband met art. 15 harer Instructie (van 15 Nov. 1869) de eer, U de volgende aanbeveling te doen toekomen voor de vervulling der vacature: 1. De Heer J. A. VAN HAMEL, aftredend lid; 2. De Heer A. L. REIMERINGER. De Commissie voornoemd, J. C. M. Timmermans, loco-Voorzitter M. van Wamelen, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. N°. 6. Leiden, 2 Januari 1923. De Commissie, belast met het onderzoek der bezwaar schriften enz. in zake de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, heeft de eer U voor te stellen op de ter visie liggende bezwaar- en verzoekschriften, belastingjaren 1919/20 en 1920/21, te beschikken overeenkomstig haar mede ter visie liggend advies. De Commissie voornoemd Th. B. J. Wilmer, Voorzitter. T. Groeneveld, I j J. Splinter Gzn.,. j Aan den Gemeenteraad. N°. 7. Leiden, 2 Januari 1923. Nu, in verband met de reorganisatie van het onderwijs aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes liet vak schoon schrijven is vervallen, kunnen de diensten van Mej. Dr. S. Hofker, als leerares in dat vak, worden gemist. Op grond daarvan geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mej. Dr. S. Hofker, leerares in het schoonschrijven aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, wegens opheffing van die betrekking, te rekenen met ingang van 1 Januari 1923 eervol ontslag te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 8. Leiden, 3 Januari 1923. Onder overlegging van nevensgaand adres van J. H. van Wijngaarden, geven wij Uwe Vergadering in overweging, aan adressant vergunning te verleenen om de te bouwen schuur in den tuin van perceel Zoeterwoudsche Singel No. 57b, kad. Sectie M. No. 3698, van hout te doen makeji. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 27 November 1922. Aan Ileeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Ondergeteekende verzoekt beleefd vergunning tot het bouwen van een houten schuurtje in den tuin van perceel Zoeterwoudsche Singel No. 57b volgens bijgaande teekening. J. H. van Wijngaarden, Leiden. N°. 9. Leiden, 3 Januari 1923. Den 30en April a.s. eindigt de huur van het winkelhuis c.a. aan den Nieuwen Rijn No. 20, welk perceel laatstelijk ingevolge Uw besluit van 14 Februari 1918 (Ingek. Stukken No. 37) werd verhuurd aan J. J. van Leeuwen tegen een jaarlijkschen huurprijs van 1175. De heer H. L. van Leeuwen, een zoon van den tegen- woordigen huurder, heeft den wensch te kennen gegeven de huurovereenkomst met de gemeente weder voor een tijd vak van 5 jaren te verlengen. Hij is bereid den huurprijs te verhoogen tot 1400.per jaar en gaat voorts met de verder te stellen voorwaarden, welke overeenstemmen met de bestaande en de bij de gemeente gebruikelijke, accoord. Aangezien een' huurprijs van 1400.ons voldoende voorkomt en ook overigens tegen de verhuring van het pand geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging, het winkelhuis aan den Nieuwen Rijn No. 20, benevens de bovenwoning van de Graanbeurs voor den tijd van 5 jaren, ingaande 1 Mei 1923, tegen een jaarlijkschen huurprijs van 1400.te verhuren aan H. L. van Leeuwen te Leiden, zulks onder de voorwaarden, ver meld in de in de Leeskamer ter visie liggende concept overeenkomst. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 10. Leiden, 3 Januari 1923. Bij Uw besluit van 20 December 1920 (Ingek. Stukken No. 406) werd de jaarlijksche bijdrage in het tekort op de exploitatie van het badhuis der woningbouwvereeniging „de Eendracht" nader bepaald op ten hoogste 4020. Zooals de Wethouder Amor de Volkshuisvesting reeds in Uwe zitting van 7 Augustus 1922 (Handelingen bladz. 352) met een enkel woord mededeelde, bleek naderhand, dat ook deze verhoogde bijdrage niet voldoende zou zijn om het tekort op de exploitatie geheel te dekken. Ons College achtte het echter beter eerst dan een voorstel tot verhooging van de bijdrage in overweging te nemen, wanneer nog eenige meerdere ervaring omtrent het gebruik van het badhuis was verkregen, opdat de geraamde uitgaven zouden kunnen worden getoetst aan de werTcelijlce uitgaven over een ge heel jaar. Nu het badbuis sedert ongeveer een jaar in bedrijf is, acht ons College dan ook het tijdstip aangebroken, dat deze zaak geregeld Avordt. Wij hebben daarom, in overleg met het bestuur der A-ereeniging, een nieuwe exploitatie-begrooting opgemaakt, welke een tekort aangeeft van rond 7450. De stijging van het tekort van 4020.tot 7450.is een gevolg van de omstandigheid, dat in hoofdzaak voor verlichting, salarissen, premiën voor verzekering enz. en algemeene onkosten meer blijkt te moeten worden uitge geven dan aanvankelijk geraamd werd. Voor verdere bijzonderheden verwijzende naar de hier achter afgedrukte exploitatie-begrooting, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging, de jaarlijksche bijdrage in het tekort op de exploitatie van het badhuis van de woningbouwvereeniging „de Eendracht", voor den bouw waarvan bij besluiten van Uwe Vergadering van 2 Februari 1920 en 20 December 1920 een voorschot ingevolge de woningAvet werd toegekend, nader te bepalen op ten hoogste 7450.—. Van deze gelegenheid maken wij gebruik Uwe Vergadering mede te deelen, dat het bestuur der vereeniging „de Goede Woning" in den loop van het vorige jaar aan ons College machtiging verzocht het badhuis, belioorende tot haar 2e bouwplan benoorden den Maresingel, met het oog op de inmiddels gebleken minder gunstige exploitatie-vooruitzichten, voorloopig niet verder af te bouwen. Wij hebben gemeend, de geA-raagde machtiging te moeten \-erleenen, doch verbonden daaraan de voorwaarde, dat omtrent de aan het gebouw te geven bestemming en zijne exploitatie met ons College vooraf overleg moet worden gepleegd en dat veranderingen in het gebouw niet zonder onze voorafgaande goedkeuring mogen worden aangebracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Exploitatie-begrooting voor het badhuis der Avoningbouw- vereeniging ,,de Eendracht". UITGAVEN. Annuïteit grondvoorschot 5.132 van 6497.38| 333.45 Annuïteit bouwvoorschot 5.367 van 63831.03A 3425.81 Transporteeren 3759.26

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 25