GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
231
IK6EK«HEIf STUKKEN.
N°. 369. Leiden, 29 November 1922.
Krachtens het bepaalde in het laatste lid van artikel 12
van de verordening op den Keuringsdienst van Vee en
Yleesch (Gemeenteblad no. 13 van .1922) zijn van het onder
zoek, of sedert de keuring in de gemeente van uitvoer ver
anderingen zijn opgetreden, waardoor het vleesch voor
waardelijk goedgekeurd of afgekeurd moet worden, vrijgesteld
vleesch en vleeschwaren, door bevoegde ambtenaren van
den keuringsdienst van Leiden of daarbij aangesloten
gemeenten goedgekeurd en als zoodanig van de vereisclite
goedkeuringsmerken voorzien, alsmede vleesch en vleesch
waren, ten aanzien waarvan, bij ontbreken van die goed
keuringsmerken, de vervoerder het bewijs levert, dat zij
afkomstig zijn van dieren, door bevoegde ambtenaren van
genoemden keuringsdienst goedgekeurd.
Hieruit volgt, dat bij het in werking treden van de ter
zake gesloten overeenkomsten op 1 Januari a. s., vleesch en
vleeschwaren, goedgekeurd in de gemeenten Wassenaar, Oegst-
geest, Leiderdorp, Warmond, Voorschoten, Zoetorwoude, Alke
made, Rijnzaterwoude en Leimuiden, zonder keuring te Leiden
kunnen worden ingevoerd, tengevolge waarvan keurings
rechten niet verschuldigd zijn. Ten overvloede bepalen de
met genoemde gemeenten, behalve Wassenaar, aangegane
overeenkomsten, dat Leiden van de ingezetenen dier ge
meenten geen rechten zal heffen voor de keuring van vleesch
of vleeschwaren, vanuit die gemeenten te Leiden ingevoerd,
mits dit vleesch of die vleeschwaren afkomstig zijn van
slachtdieren, binnen die gemeenten geslacht en door be
voegde ambtenaren van den keuringsdienst van Leiden
goedgekeurd.
Zooals hierboven terloops reeds werd gezegd, komt een
dergelijke bepaling niet voor in de met Wassenaar gesloten
overeenkomst. De reden hiervan is, dat Wassenaar in tegen
stelling met de andere bij onzen dienst aangesloten gemeenten,
zelf de keurloonen regelt. Deze keurloonen, welke lager zijn
dan die te Leiden, komen niet ten bate van onze gemeente,
maar vloeien in de kas van Wassenaar. Voor de door Leiden
bewezen diensten betaalt Wassenaar een bedrag van/2000.
per jaar. Voor uit Wassenaar te Leiden ingevoerd vleesch moe
ten dus de voor keuring hier ter stede vastgestelde rechten
worden betaald. Deze zouden nu evenwel bij het in werking
treden van de met Wassenaar gesloten overeenkomst niet meer
geheven kunnen worden, indien art. 9 litt. e van de verordening
op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch ongewijzigd bleef.
Waar nu beide gemeenten vrij behooren te zijn ten opzichte
van het heffen van keurloonen voor vleesch en vleeschwaren.
van de eene gemeente in de andere ingevoerd en Wassenaar
dan ook keurloon heft van vleesch, uit Leiden afkomstig,
ligt het voor de hand, dat omgekeerd Leiden ook vleesch,
uit Wassenaar ingevoerd, aan keuringsrechten moet kunnen
onderwerpen.
Het bovenstaande, ontleend aan een desbetreffend rapport
van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis,
diene als toelichting tot de U hieronder ter vaststelling aan
geboden ontwerp-verordening tot wijziging van die op den
Keuringsdienst van Vee en Vleesch. Na de totstandkoming
daarvan zal art. 9 litt. e alleen van toepassing zijn op de
door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gemeenten,
welke zijn aangesloten bij den keuringsdienst van Leiden.
Voor die aanwijzing komen uit den aard der zaak in aanmer
king alle hierboven genoemde kringgemeenten, met uitzonde
ring van Wassenaar, zoodat het, in verband met het bepaalde
in art. 12 der verordening, dus mogelijk zal zijn, ook na 1
Januari a.s. vleesch en vleeschwaren, te Wassenaar goed
gekeurd, bij invoer te Leiden aan de keuring, bedoeld in
art. 8 van de Vleeschkeuringswet, Stbl. 1919 No. 524, te
onderwerpen.
Wij geven U op grond van het bovenstaande in overweging
over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening
VERORDENING,
houdende ivijziging van de verordening van den 27sten Maart
1922 Gemeenteblad No. 13), op den Keuringsdienst
van Vee en Vleesch.
Artikel I.
In het derde lid van artikel 9 van bovengenoemde ver»
ordening wordt sub e gelezen:
„vleesch en vleeschwaren, welke afkomstig zijn uit door
Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gemeenten, aan
gesloten bij den keuringsdienst van Leiden, en welke voor
zien zijn van de vereischte goedkeuringsmerken, in die ge
meenten aangebracht, alsmede vleesch en vleeschwaren, ten
aanzien waarvan bij het ontbreken van die goedkeurings
merken de vervoerder het bewijs levert, dat zij afkomstig
zijn van dieren, in een der hierboven bedoelde gemeenten
geslacht en door bevoegde ambtenaren goedgekeurd;".
Art. II.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1923.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
E. Schotman, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.