474 MAANDAG 27 NOVEMBER 1922. brengen. Maken zij het te erg, dan kan in het reglement van orde een bepaling worden opgenomen, waardoor ten deze eenige beperking wordt aangelegd. Men zou daarvoor een commissie kunnen benoemen. Zooals de dames en heeren weten heeft men bij de Eerste-en Tweede Kamer een dergelijke Commissie, tot welke men zich kan wenden met een klacht, dat het verslag niet overeenkomstig het gesprokene is, dat de spreker door het aanbrengen van veranderingen zijn opinie heeft gewijzigd en dus het verslag heeft verknoeid; de stenogrammen worden voor dergelijke gevallen bewaard. Het kan voorkomen, dat een lid heeft geantwoord op de rede van een ander lid en dat deze laatste het verslag heeft ver anderd, zoodat het een niet meer op het andere slaat, maar daartegen kan dan worden opgekomen. Indien het verslag goed gemaakt wordt en ik twijfel niet of de heeren, die het thans waarnemen, zullen dat doen ligt daarin reeds een waarborg, dat er geen klachten zullen komen. Het verslag is alleen korter, maar de leden hebben dezelfde bevoegdheden. Wat de heer Sijtsma in overweging geeft zou heel ver afwijken van hetgeen wij thans hebben, want wat hij wil is een verslag zonder stenogrammen, waarvan de samenstelling aan dezen of genen verslaggever zou worden opgedragen. Hetzelfde geldt van hetgeen de heer Wilmer in het midden heeft gebracht. Ik wil niets kwaads zeggen van de verslagen, welke wij in de dagbladen krijgen, maar die geven toch niet altijd geheel juist weer hetgeen er gebeurd is. Dit is ook heel goed te begrijpen en ik vind het niet erg, maar het maken van analytische verslagen is een verbazend moeilijk werk. De eenige ware oplossing is m. i. die, welke Burgemeester en Wethouders hebben voorgesteld, namelijk om aan degenen, die thans het uitvoerige verslag maken, de samenstelling van het kortere op te dragen. Wij hebben dan den meesten waarborg, dat de minste last wordt ondervonden. De leden kunnen even goed als tot dusverre correctie's aanbrengen. Komen er veel klachten in over de toekomstige verkorte verslagen, dan kunnen wij ook bij dit nieuwe contract, zonder dat bezwaar van de wederpartij te duchten is, op onze schreden terugkeeren immers de heer Groen berekentzijn kosten gewoon naar het aantal bladzijden en de heeren stenograten hebben bij het maken van een verkort verslag nog meer werk dan bij het op gewone wijze uitwerken van hun stenogrammen. Wij moeten van de samenstelling van het verslag niet willekeurig knutselwerk maken; wij moeten het op een degelijke manier doen samen stellen, waardoor wij toch kosten uitsparen. De heer Knuttel. M. d. V. In het algemeen ben ik voor een zoo groot mogelijke publiciteit van hetgeen in den Raad wordt besproken, maar ik geloof niet, dat het tegenwoordige verslag daaraan beantwoordt, want niemand leest het behalve de Raadsleden en het dringt niet tot het publiek door: het kan trouwens het publiek niet veel schelen. Er moet echter gelegenheid bestaan om, als er zich eens iets voordoet, woor delijk aan te halen wat iemand gezegd heeft en daarom zou ik willen vragen of niet deze oplossing mogelijk zou zijn, dat de stenogrammen ter correctie aan de leden werden toege stuurd en daaruit dan een verkort verslag werd samengesteld. De Voorzitter. Ik begrijp niet, dat er zulk een stroom van bezwaren komt. In Amsterdam ik heb er in de Eerste Kamer wel eens over gesproken met leden van den Amster- damschen Gemeenteraad zijn allen er in de hevigste mate mede ingenomen; zij missen ook die verschrikkelijke hoeveel heid correctie. De heer Eerdmans. M. d. V. Ik ben het met u eens, dat het gewenseht is dat wij den tegenwoordigen weg verlaten en een nieuwen inslaan. Gedurende den tijd dat ik de eer heb lid van deze ver gadering te zijn, heb ik het nog niet vele keeren bijgewoond, dat letterlijke citaten uit vroegere Handelingen zijn gegeven. Ik geloof, dat het in de practijk zeer weinig voorkomt. De heer Knuttel zegt: in openbare vergaderingen. Maar hier voor de behandeling van onze zaken zeker niet. Ik zou u, Mijnheer de Voorzitter, toch ernstig in overweging willen geven om het denkbeeld van den heer Wilmer niet zoo naast u neder te leggen als u gedaan hebt. U hebt volkomen terecht verwezen naar het uitstekend Kort Verslag van de Tweede Kamer. Ik heb daarover nooit hooren klagen en het wordt ook nooit gecritiseerd door de leden. De Voorzitter. Dat Kort Verslag van de Tweede Kamer is verpletterend duur. Dat zou veel duurder zijn dan een verkort stenografisch verslag, dan zouden wij het beter bij het oude kunnen laten. De heer Eerdmans. M. d. V. Ik wil zeggen, dat de heeren, die het Kort Verslag samenstellen, in staat blij ken te zij n een ongecor rigeerd overzicht te geven van hetgeen er gezegd wordt. Ik maak mij sterk, dat, wanneer hier door stenografen opge- teekend wordt wat wij zeggen, die ook in staat zullen zijn een ongecorrigeerd overzicht te geven van wat er gebeurt. Ik zou dit verslag willen hebben maar niet de correctie door de leden. Mocht dit niet bevallen, dan kan men altijd nog overgaan tot correctie. Als men het verslag ter correctie aan de leden zendt, dan stelt men de zaak eenigszins in de waagschaal. Laat het kort verslag verschijnen, zooals Burgemeester en Wethouders willen, maar men voere niet uit wat in de toelichting staat, dat ieder van de leden vóór het drukken zal corrigeeren hetgeen in het kort verslag zal verschijnen. Zijn wij er ontevreden over, dan kunnen wij altijd nog zeggen: wij zullen het weder gaan corrigeeren. Ik acht dit verstandiger. Het zal ook aanleiding geven tot gemakkelijker en sneller werken bij het in elkaar zettenmen behoeft de copy niet rond te zenden, weder te verzamelen en opnieuw tot een geheel te maken. Het is misschien ook nog goedkooper als wij beginnen met het zoo in eens te doen. Ik kan mij aansluiten bij het denkbeeld van den heer Wilmer en ook bij het denkbeeld van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter. De heer Wilmer heeft een geheel ander denkbeeld; die wil een eigen journalist. De heer Wilmer. M. d. V. Ik heb ook ter sprake gebracht het denkbeeld om het kort verslag niet te doen corrigeeren. De heer Eerdmans. M. d. V. Het heeft mij getroffen, dat het Kort Verslag van de Tweede Kamer zonder correctie des avonds verschijnt en reeds den volgenden morgen is in handen van menschen buiten den Haag. Ik heb nog nooit iemand daarover hooren klagen en dat in een college, dat overigens zeer geneigd is tot critische beschouwingen. De Voorzitter. Hetgeen de heer Eerdmans zegt is een geheel andere quaestie. Het Kort Verslag van de Tweede Kamer wordt niet Stenographisch opgenomen; dat gaat op geheel andere manier; ik weet niet hoeveel personen wel daarbij werkzaam zijn. De heer Eerdmans. Het zijn er niet veel. De Voorzitter. Er zijn 2 ploegen verslaggevers, elk van 3 man of 3 ploegen van 2 man en elke ploeg werkt niet langer achtereen dan ongeveer twee uren. Dat verslag kost sommen. Laten de heeren met het voorstel van Burgemeester en Wethouders medegaan. Bevalt het in de praktijk niet, dan kan het verslag altijd nog weder uitgebreid worden. Het kan den drukker niet schelen en den stenografen ook niet; immers de drukker zou er meer door gaan verdienen en de steno grafen zouden er gemakkelijker werk door krijgen. Laten wij ook beginnen met de copy aan de sprekers te sturen. Zijn er leden, die zeggen: het is altijd goed, ik vind het zoo wel goed, stuur mij maar geen copy meer, en gaat gaandeweg iedereen dat zeggen, dan komt ook dat vanzelf terecht. De heer Knuttel. M. d. V. Wat wordt er aan de leden gestuurd? Het stenogram? De Voorzitter. Neen, het kort verslag zooals het zal wor den afgedrukt. Men zal het kort verslag van het gesprokene thuis krijgen om te zien of het juist weergeeft hetgeen gesproken is. Zij, die het niet willen hebben, kunnen het terugsturen. Laten wij zien hoe het loopt. De heer Knuttel. M. d. V. Ik zou nog eenige inlichting willen hebben. Er wordt gezegd, dat het stenogram zal worden bewaard, maar wat heb ik daaronder te verstaan? Het stenogram in stenografisch schrift, of het overgeschreven stenogram in gewone letters? Ik bedoel: wordt bewaard een stuk, waaruit niemand wijs kan worden, of een stuk, waaruit iedereen wijs kan worden? De Voorzitter. Dat doet er niets toe. Als men zich meent te moeten beklagen over ongeoorloofde wijzigingen, die in het verslag zijn aangebracht, dan wendt men zich tot Burge meester en Wethouders en dan zal zoo noodig een commissie, welke men in het leven kan roepen, een commissie voor de stenografie, gelijk men in de Eerste en de Tweede Kamer een gemengde Commissie voor de Stenografie heeft, bij arbitrage hebben uit te maken of er werkelijk ongeoorloofde wijzigingen hebben plaats gehad. De heer Knuttel. Voor mij is het een archief-kwestie. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 12