MAANDAG 6 NOVEMBER 1922.
431
zij in het algemeen tevreden waren, maar in ingebonden
stukken in het Leidsch Dagblad en op een vergadering
hebben zij verklaard, dat de voorstelling, welke de heer Pera
had gegeven en welke van invloed op de stemming was
geweest ik zeg niet, dat de Wethouder het opzettelijk
heelt gedaan niet juist was geweest. Daarom is het misschien
ook goed de zaak te herzien en stel ik voor dit adres in
handen van Burgemeester en Wethouders te stellen om prae-
advies, en dring ik er bij mijn mederaadsleden op aan mijn
voorstel tegenover het advies van Burgemeester en Wethouders
te steunen.
De heer Pera. Naar aanleiding van wat de heer Sijtsma
zegt zou ik nog willen opmerken, dat ik toenmaals niets anders
gedaan heb dan naar waarheid mededeelen het resultaat van
de bespreking, welke ik met de marktkooplieden neb gehad.
Dat zij nu weder van gedachten zijn veranderd en een ander
inzicht hebben gekregen en dat de een den ander opgeruid
heeft om het nu weder in een andere richting te sturen, kan
ik ook niet helpen.
De beraadslaging wordt gesloten.
De Voorzitter. Ik zal nu in stemming brengen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders. Wordt dit niet aangenomen,
dan mag verondersteld worden, dat het voorstel van den
heer Sijtsma is aangenomen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met
17 tegen 3 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren van Eek, Oostdam, Dubbeldeman,
Eerdmans, Jan de Lange, Meijnen, Kuivenhoven, mevrouw
van ltallievan Embden, de heer Sijtsma, mevrouw Dubbel
demanTrago, de heeren Wilbrink, Wilmer, Schoneveld,
F. Eikerbout, Heemskerk, van Hamel en van Stralen.
Vóór stemmen: de heeren Pera, Mulder en Bots.
De Voorzitter. Dus hiermede is beslist om het adres te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om
praeadvies.
2°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in het schoolgeld Mid
delbaar en Lager Onderwijs.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
3°. Verzoek van J. P. Verstraaten om benoemd te worden
tot Directeur van den Markt- en Havendienst.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om daarop te letten bij het opmaken van de voordracht.
4°. Advies van de Gezondheidscommissie op het voorstel in
zake de uitbreiding van het buizennet der Leidsche Duin
water Maatschappij onder Oegstgeest.
Zal worden behandeld bij punt 13 der agenda.
De Voorzitter. Ten slotte kan ik den Dames en Heeren
nog mededeelen, dat de Leidsche Duinwater Maatschappij
weder twee drinkfonteinen met gratis waterleverantie aan de
gemeente ten geschenke heeft aangeboden.
Deze fonteinen, waarvan er, in verband met het toenemend
marktverkeer, één op de Vischmarkt en één op de Botermarkt
zal worden geplaatst, zijn door Burgemeester en Wethouders
voor de gemeente aanvaard, onder hartelijke dankbetuiging
aan de Leidsche Duinwater Maatschappij voor dit hernieuwd
bewijs van hare belangstelling in onze gemeente.
Het College meent daarmede in den geest van den Raad te
hebben gehandeld.
Aan de orde is alsnu
I. Praeadvies op het verzoek van Prof. Mr. A. S. Oppenheim,
om eervol ontslag als plaatsvervangend lid van het Hoofd
stembureau in Kieskring I, ter verkiezing van de leden van
den Gemeenteraad, welk bureau tevens optreedt als Centraal-
Stembureau.
(Zie Ing. St. No. 323).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
II. Benoeming van een plaatsvervangend lid van dat
Hoofdstembureau.
(Zie Ing. St. No. 323).
De Voorzitter. Ik verzoek den heeren Wilmer, Dubbeldeman,
Schoneveld en mevrouw van ltallie—van Embden het stem
bureau te willen uitmaken.
Wordt benoemd met 17 stemmen de heer Prof. Mr. E. M.
Meijers; de heer Dr. W. P. Jorissen verkreeg 1 stem, terwijl
3 biljetten in blanco waren.
(De heer Stijnman was inmiddels ter vergadering gekomen).
III. Benoeming van een Curator van het Gymnasium.
(Zie Ing. St. No. 340).
Wordt benoemd met 17 stemmen de heer Dr. W. P. Jorissen;
Prof. van Nes verkreeg 3 stemmen en mevrouw Eerdmans
1 stem, terwijl 1 biljet in blanco was.
De Voorzitter. Er zijn 22 stemmen uitgebracht, terwijl
volgens de presentielijst op dit oogenblik slechts 21 leden
aanwezig zijn; die eene stem, welke te veel is uitgebracht,
kan evenwel geen invloed hebben gehad op den uitslag van
de stemming.
IV. Benoeming van twee leden van het Burgerlijk Arm
bestuur.
(Zie Ing. St. No. 341).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Stralen. M. d. V. Thans moet voorzien worden
in twee vacaturen in het Burgerlijk Armbestuur wegens
periodieke aftreding, maar mij is bekend dat er sinds eenige
maanden in het Burgerlijk Armbestuur een vacature bestaat
ingevolge het bedanken van den heer Karstens. Ik wil vragen,
of er voor Burgemeester en Wethouder s geen aanleiding geweest
was om bij deze gelegenheid het Burgerlijk Armbestuur weder
voltallig te maken.
De Voorzitter. Ik weet niets af van een vacature-Karstens
in het Burgerlijk Armbestuur.
Volgens het Reglement van het Burgerlijk Armbestuur
treden thans periodiek 2 leden af en in die periodieke vacature's
moet nu voorzien worden.
De heer van Stralen. Ik heb in de «Nieuwe Leidsche
Courant" gelezen, dat de heer Karstens zijn functie heelt
nedergelegd.
De Voorzitter. Ik weet er niets van af. In elk geval is
het nu niet aan de orde.
Bij de stemming ter vervulling van de eerste vacature
worden uitgebracht 22 stemmen, waarvan op de heeren H.
W. Blote 11 stemmen, Baart 8 stemmen, Schoneveld 2 stem
men en Dr. Gorter 1 stem.
(De heer Piekaar was inmiddels ter vergadering gekomen.)
De Voorzitter. Aangezien niemand de volstrekte meerder
heid van stemmen op zich vereenigd heeft, moet een tweede
vrije stemming plaats hebben.
De heer Meijnen. M. d. V. Is de stem, uitgebracht op Dr.
Gorter, wel geldig? Woont Dr. Gorter te Leiden?
De Voorzitter. Ik hoor. dat Dr. Gorter te Oegstgeest
woont. Dan heeft de heer Meijnen gelijk, want de leden van
het Burgerlijk Armbestuur moeten ingezetenen der gemeente
Leiden zijn en den leeftijd van 25 jaren hebben bereikt. Ik
was mij er op het moment niet bewust van, dat Dr. Gorter
elders woont. Er zijn dus 22 stemmen uitgebracht, waarvan
1 van onwaarde
De heer Dubbeldeman. M. de V. Dat staat in het geheel
niet vast, want op het briefje staat wel »Dr. Gorter", maar
er is niet op aangegeven, dat »Dr. E. Gorter" is bedoeld.
Waaruit valt af te leiden, dat de medicus is bedoeld? Het
is geenszins uitgesloten, dat er meer personen te Leiden zijn,
die den naam van »Dr. Gorter" dragen.
De Voorzitter. Dat zijn spitsvondigheden. Hier is wel
degelijk Dr. Gorter bedoeld, die te Oegstgeest woont.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Dan kan ik even goed de
opmerking, welke u zooeven hebt gemaakt, spitsvondig
noemen.
De Voorzitter. Hetgeen gij zegt is een spitsvondigheid. Ik
heb niet anders gedaan dan den uitslag van de stemming
mededeelen.