224
analytisch verslag te worden belast. Ook elders verrichten
zij die taak en de daaromtrent verkregen inlichtingen zijn
alleszins gunstig. De door hen gevraagde vergoeding bedraagt,
evenals bij het stenographisch verslag in de bijna afgeloopen
periode ƒ90.per zitting, ongeacht den duur der zitting.
De vergoeding ad ƒ5.per zitting, indien na afloop der
zitting den laatsten trein naar den Haag niet meer kan
worden gehaald, laten zij varen. Deze condities komen ons
voor een verslag, dat geheel stenographisch wordt opge
nomen en daarna beknopt uitgewerkt, alleszins billijk voor.
Het drukwerk zal, evenals thans, tegen de minimum-tarief-
prijzen der Boekdrukkerijen-bonden door de firma Groen
worden geleverd.
Aangezien het steno-analytisch verslag vermoedelijk onge
veer de helft van den omvang van het stenographisch ver
slag zal hebben en de minimum-tarief prijzen in 1923 wel
lager zullen zijn, dan thans, kan op eene besparing ten bedrage
van ongeveer 7000.worden gerekend. Er zal dan echter
tegen dienen te worden gewaakt, dat het verslag bij de
correctie die evenals thans den sprekers zal worden
mogelijk gemaakt niet door bijvoeging een omvang ver-
krijge, gelijk aan dien van een stenographisch verslag. Zoo
noodig kan hieromtrent eene bepaling in het Reglement van
Orde worden opgenomen.
Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging te besluiten de levering van de Inge
komen Stukken en van een gedrukt steno-analytisch verslag
van de Handelingen van den Gemeenteraad in bovenstaan-
den geest voor den tijd van 3 jaren, ingaande 1 Januari
1923, op te dragen aan de N.V. Boek-, Courant- en Han
delsdrukkerij v.h. J. J. Groen Zoon, tegen de minimum
tariefprijzen van de Nederlandsche Drukkerijenbonden, be
nevens een vergoeding van 90.per zitting voor het
samenstellen van het steno-analytisch verslag en overigens
onder de bestaande, in verband met het bovenstaande
m.m. gewijzigde, voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 354. Leiden, 20 November 1922.
In verband met het aan Mej. M. E. Olver verleend eervol
ontslag, werd door ons College met ingang van den lsten
September j.l. Mej. W. H. Nederhoed benoemd tot tijdelijk
leerares in de Engelsche taal- en letterkunde aan de Hoogere
Burgerschool voor meisjes.
Aangezien het ons gewenscht schijnt deze tijdelijke op
dracht langer dan drie maanden te doen duren, verzoeken
wij Uwe Vergadering, overeenkomstig het bepaalde bij art. 16
der Verordening van 19 October 1916 (Gem.Blad No. 19),
deze tijdelijke opdracht tot wederopzeggens te willen ver-,
lengen, doch uiterlijk voor den verderen duur van den
loopenden cursus, derhalve tot 1 September 1923.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 355. Leiden, 20 November 1922.
Bij Uw besluit van 11 Juli 1921 (Ingek. Stukken No. 235)
werd in verband met de te verwachten reorganisatie van
de brandweer, welke met de ingebruikneming van de auto
mobielbrandspuit gepaard zou gaan, goedgekeurd, dat het
voorschrift van art. 9 van de verordening op de" Brandweer,
voor zooveel daarbij bepaald is, dat aan het kader, den
leeftijd van 50 jaren bereikt hebbende, ontslag wordt verleend,
tot 1 Januari 1923 buiten toepassing zou worden gelaten.
Diensvolgens zal op 1 Januari a.s. moeten worden over
gegaan tot het verleenen van ontslag aan drie kaderleden,
terwijl dit in den loop van het jaar 1923 ook ten aanzien
van nog een drietal noodig zal worden.
Naar de Commandant van de Brandweer ons thans mede
deelt, kan op het oogenblik, nu de motorspuit eerst sedert
kort definitief in gebruik is en nog verschillende proefregelingen
met het vaste brandweerpersoneel moeten plaats hebben,
nog niet juist worden beoordeeld, in welke richting en op
welke wijze een reorganisatie van de brandweer ter hand
zal moeten worden genomen.
Onder deze omstandigheden zijn wij, met den Commandant
van de Brandweer, van oordeel, dat het gewenscht is, de
bepaling in zake den leeftijdsgrens vaa het kader nog eenigen
tijd buiten werking te stellen en dus niet over te gaan tot
het verleenen van ontslag aan de hierboven bedoelde kader
leden.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging, goed
te keuren, dat het voorschrift van artikel 9 van de ver
ordening op de Brandweer, voor zooveel daarbij bepaald is,
dat het kader, den leeftijd van 50 jaren bereikt hebbende,
ontslag wordt verleend, nog tot 1 Januari 1924 buiten toe
passing wordt gelaten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 356. Leiden, 20 November 1922.
In verband met den bouw van het huizencomplex der
vereeniging „Tuinstadwijk" aan het einde van de Heeren
straat is het gewenscht, dat de oostelijke boomenrij aldaar
vervangen wordt door een nieuwe, die zich meer naar den
huizenkant en in het verlengde van de noordwaarts staande
boomenrij zal moeten uitstrekken.
Laatstbedoelde rij werd indertijd ter verkrijging van een
behoorlijk breeden verkeersweg verplaatst. De boomen
konden toen verplaatst worden, omdat zij nog jong en van
kleinen omvang waren. De eerst bedoelde boomen zijn
echter te zwaar om nog verplaatst te worden en dienen
dus te worden gerooid.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te
besluiten tot het doen rooien en in het openbaar verkoopen
van 16 iepe- en 2 beukeboomen, staande aan het einde
van de Heerenstraat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 357. Leiden, 20 November 1922.
Ultimo December 1922 eindigt de huur van het perceel
teelland nabij den Warmonderweg, Sectie P nis 99 en 103,
groot 2.64.10 H.A., welke huur door de gemeente bij den
aankoop van het land in 1914 werd overgenomen.
Nadat bij de in October j.l. gehouden openbare verpachting
voor dit perceel geen inschrijvingen waren ingekomen,
meldde zich nog een tweetal gegadigden aan, van welke
de tegenwoordige huurder, de heer G. Lubbe Thz. het hoogste
bod deed. Deze is n.l. bereid het land weder voor den tijd
van 5 jaren te huren, doch thans voor 210.pen H.A.
of in totaal 554.61 per jaar, terwijl zijn mededinger slechts
een jaarlijkschen huurprijs van 360.in totaal wenscht
te besteden. De tegenwoordige huurprijs bedraagt 488.80.
Aangezien o.i. met den door den heer Lubbe geboden
huurprijs in de gegeven omstandigheden genoegen kan
worden genomen, geven wij Uwe Vergadering, in overeen
stemming met het advies van de Commissie van Beheer
over het Grondbedrijf, in overweging het perceel teelland
kadaster gemeente Leiden, Sectie P nis 99 en 103, groot
2.64.10 H.A., gelegen nabij den Warmonderweg, weder voor
den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Januari 1923, te verhuren
aan G. Lubbe Thz., zulks tegen een jaarlijkschen huurprijs
van 554.61 en onder de m. m. gewijzigde voorwaarden,
zooals die werden vastgesteld voor de op den lOen October
j.l. gehouden openbare verpachting van dit perceel.
Aan den Gemeenteraad, Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 358. Leiden, 20 November 1922.
In Uwe Vergadering van 17 Juli j.l. werd om praeadvies
in onze handen gesteld nevensgaand adres van H. G. v. d.
Sande Bakhuyzen e. a. in zake het verspreiden van ver
brandingsproducten door de Electrische Centrale en de Vuil
verbranding. Wij hebben daaromtrent het gevoelen inge
wonnen van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit, wier desbetreffend schrijven mede hier
onder is afgedrukt. Op grond van hetgeen Commissarissen
in hun schrijven mededeelen, geven wij U, onder verwijzing
naar den inhoud daarvan, in overweging het adres van
H. G. v. d. Sande Bakhuyzen e. a. voor kennisgeving aan
te nemen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 9 November 1922.
Onder terugzending van het door H. G. v. d. Sande Bak
huyzen c. s. tot den Raad gerichte adres in zake het ver-