223 het batig saldo in mindering komt van de werkelijke kosten, zoodat dan het bedrag van 340.72 voor 70 ten bate van het Rijk en voor 30 ten voordeele van de gemeente zoude komen. Naar onze meening moeten de netto kosten der school over 1921 niet op 22405.9 >5 gelijk de Minister in zijn schrijven aangeeft maar op 22065.23°, d. i, der halve 340.72 lager, worden gesteld. Van dat bedrag komt 30 voor rekening van de gemeente, met dien verstande, dat, krachtens art. 25, 3e lid, der Nijverheidsonderwijswet, in vermindering daarvan komen „de bijdragen van andere lichamen en particulieren", welke blijkens de voorloopige rekening en verantwoording der school eene som van 100. beloopen, zoodat dus het gemeentelijk subsidie over 1921 ad 5204.met 1315.57 moet worden verhoogd. Wij geven U mitsdien in overweging om te besluiten: 1°. de gemeentelijke subsidie voor de Vakschool der Vcr- eeniging tot bevordering van de opleiding van instrument makers over 1921 voorloopig nader vast te stellen op 6519.57, behoudens verrekening van het te veel of te weinig genotene na goedkeuring van de' rekening en verantwoording dier school over 1921 door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; 2°. tot vaststelling van de hierbij overgelegde begrootings- regeling, waarbij een bedrag van 1316.van den post voor Onvoorziene Uitgaven wordt afgeschreven. Op dien post is thans nog een bedrag van 18633.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 351. Leiden, 13 November 1922. Tengevolge van het aan den heer J. A. Duffels verleend eervol ontslag is een vacature ontstaan in het Ooilege van Schoolartsen. Ingevolge het bepaalde bij art. 2 der verordening van 15 Februari 1906 (Gem.blad n°. 5), laatstelijk gewijzigd bij die van 11 April 1918 (Gem.blad n°. 10), regelende het geneeskundig toezicht op de openbare en bijzondere scholen en den werkkring van den schoolarts, worden de school artsen telkens voor den tijd van één jaar door Uwe Vergadering benoemd, bij voorkeur uit het College van Stadsgenees- en heelkundigen. Dienovereenkomstig bevelen wij U voor de vervulling dier betrekking, in overeenstemming met het advies van genoemd College, aan, den heer Dr. W. Th. M. Weebers, Stads geneesheer, alhier. Wij verzoeken U alsnu tot eene benoeming over te gaan, met bepaling dat de benoemde voor de eerste maal zal aftreden op 1 April 1923. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Nü. 352. Leiden, 17 November 1922. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer Dr. H. J. Taverne bestaat bij ons College geen bezwaar. Wij geven U derhalve in overweging aan den heer Dr. H. J. Taverne, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van leeraar aan de afdeeling A der Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen alhier en dat ontslag te doen ingaan den len Januari 1923. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 1 November 1922. Ondergeteekende verzoekt, om gezondheidsredenen, tegen 1 Januari 1923 ontslag als onderwijzer aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen Afd. A alhier. Hoogachtend Dr. H. J. Taverne. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 353. Leiden, 18 November 1922. Op ultimo December a. s. eindigt weder de overeenkomst met de N.V. Boek-, Courant-, en Handelsdrukkerij, v./h. J. J. Groen en Zoon, betreffende de levering van het gedrukt stenografisch verslag van de Handelingen van Uwe Vergadering en van de daarbij behoorende Ingekomen Stukken. Zooals U bekend is, geschiedt de levering tegen de minimum- tariefprijzen van de Nederlandsche Drukkerijenbonden, benevens eene vergoeding van ƒ90.per zitting voor de stenogrammen. In het bijzonder met het oog op de aanzienlijke kosten, in de laatste jaren aan het stenografeeren en drukken van het raadsverslag verbonden tengevolge van het groot aantal raadszittingen en den langen duur' dier zittingen, is door ons College overwogen, of niet tot vermindering dier kosten kon worden gekomen door vervanging van het stenographisch verslag door een analytisch of tachygraphisch verslag. Ofschoon in het algemeen kan worden toegegeven, dat een goed stenographisch verslag uit den aard der zaak de voorkeur verdient boven een zoogenaamd „Kort Verslag", komt het ons toch voor, dat het voordeel, dat een goed stenographisch verslag oplevert, niet zoo groot is, dat daar door de hoogere kosten, aan een dergelijk verslag verbonden, speciaal in deze tijden van financieelen nood, voldoende gerechtvaardigd zijn. Nu het met het oog op den benarden financieëlen toestand niet alleen voor particulieren, maar niet minder voor openbare lichamen een eisch van dringende noodzakelijkheid is, dat zooveel mogelijk naar versobering wordt gestreefd, achten wij een uitgaaf, in één jaar (1 Octo ber 19211 October 1922) van 17.500.voor de Hande lingen, waarbij nog komt een bedrag van 7000.voor de Ingekomen Stukken en het Register, voor de gemeente niet verantwoord. Een tachygraphisch verslag kost, zooals vanzelf spreekt, veel minder aan drukkosten en kan toch ook, mits op goede wijze geleverd, alleszins voldoende worden genoemd voor het beoogde doel, gelijk ook de ervaring, in verschillende andere gemeenten opgedaan, heeft geleerd. Een dergelijk verslag kan op drieërlei wijzen worden ver kregen. In eerste plaats kan men de samenstelling opdragen aan speciaal daarvoor te benoemen ambtenaren. Wenschelijk lijkt ons dit niet. Het zal toch zeer moeilijk blijken te zijn ambtenaren te vinden, die op de hoogte zijn van de gemeente-administratie en tevens over zoo groote vaardigheid als stenograaf of als journalist beschikken, dat hun het samenstellen van een tachygraphisch verslag met gerustheid kan worden opgedragen. Dit laat zich verklaren, omdat het vak van vergadering-stenograaf of -journalist een geheel op zichzelf staand vak is, dat slechts weinigen zich goed eigen weten te maken en dat niet bij wijze van lief hebberij kan worden beoefend. Bovendien zouden, ook al slaagde men er in een tweetal geschikte ambtenaren te vinden, de uitgaven aan salarissen veel hooger zijn, dan het honorarium, thans aan de stenografen betaald (over het tijd vak 1 October 19211 October 1922 ƒ4000.Hetgeen dus aan drukkosten werd bespaard, zou geheel of althans grootendeels aan meerdere uitgaven voor personeel ver loren gaan. De tweede weg, die zou kunnen worden ingeslagen, is de invoering van een tachygraphisch verslag in den geest van dat van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, een verslag dus, dat onmiddellijk verkort wordt opgeschreven. De kosten, hieraan verbonden, zouden echter voor de gemeente te aan zienlijk zijn. Men neme slechts in aanmerking, dat bij de tachygraphische inrichting der Tweede Kamer in één ver gadering twee ploegen elkander aflossen en dat elke ploeg, bestaande uit drie personennooit langer werkt dan 2 uren achtereen. Veel minder kostbaar en tevens veel beter schijnt het ons toe, om de samenstelling van het verslag op te dragen aan beroepsstenografen, die het verhandelde woordelijk opnemen en verkort uitwerken. Op deze wijze heeft men niet alleen veel grootere waarborgen voor een juisten inhoud van het verslag en voor een spoedige aflevering, dan wanneer men het verslag doet opmaken door personen, die zich tijdens de vergadering bepalen tot het maken van korte aanteeke- ningen en deze thuis tot een verslag moeten uitwerken, daarbij grootendeels op hun geheugen steunende, doch spaart men bovendien belangrijke uitgaven uit, aangezien de aan stelling van een tweetal ambtenaren met een vrij hoog traktement vermeden wordt, om van eene inrichting, als bij de Tweede Kamer bestaat, nu maar niet verder te spreken. Besprekingen met de N.V. voorheen J. J. Groen en Zoon, die de gemeente gedurende een reeks van jaren zoo goed bediend heeft, hebben er toe geleid, dat zij zich bereid verklaard heeft in het eerstvolgend 3 jarig tijdvak ook de levering van een steno-analytisch verslag op zich te nemen en daarbij gebruik te maken van de diensten van de beide Kamerstenografen, die gedurende de bijna afgeloopen 3 jaren de stenographische verslagen van Uwe Vergadering op uitmuntende wijze hebben samengesteld. Hunne intellec- tueele ontwikkeling en hunne bekendheid met de zaken van de gemeente Leiden maken, dat zij o.i. de aangewezen personen zijn, om met de samenstelling van een steno-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 36