219 matig verlangen de rust in de gemeente zal bevorderen en dat, bij afwijzing daarvan, in de aankomende maanden de ontevredenheid der werkloozen en hun afkeer tegen de huidige wijze van steunverleening in omvang zeer zal toe nemen dat zij het vertrouwen heeft, dat het gemeentebestuur welwillend zal staan tegenover het verzoek tot wijziging van den tegenwoordigen ondersteuningsvorm, welk verzoek thans geschiedt namens ruim 7000 georganiseerde arbeiders; Eedenen, waarom zij Uw College beleefd doch dringend verzoekt wel te willen besluiten tot de instelling van eene gemeentelijke Steuncommissie, voor werklooze leden van organisatie's die, hetzij doordat zij zijn uitgetrokken of nog niet trekkend zijn, hetzij omdat aan hun organisatie om speciale reden geen werkloozenkas is verbonden, geen uit- keering ontvangen uit eene werkloozenkas en in deze com missie aan de bestaande Vakcentralen vertegenwoordiging te geven. 'tWelk doende enz., Voor de Commissie bovengenoemd, Het Dagel. Bestuur, A. J. Schoneveld Voorzitter. J. J. v. Stralen Secretaris. H. v. Kesteken Penningmeester. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennenM. G. Verwey en J. W. van Hees, resp. Voorzitter en Secretaris van de afd. Leiden van den Centr. Nederl. Ambtenaarsbond; dat in deze tijden van economische malaise, bij het streven van de Overheid naar inkrimping en bezuiniging op de verschillende diensten en de door haar geëxploiteerde be drijven, het gevaar niet denkbeeldig is, dat tengevolge hiervan ook ambtenaren overcompleet en dus werkloos zullen worden; dat wij in dit opzicht Uwen Eaad in het bijzonder willen wijzen op de groote bestaansonzekerheid van het tijdelijk en los aangesteld personeel in dienst dezer gemeente, aan gezien voor dit personeel door Uw College nog geenerlei voorziening in de naaste toekomst is getroffen; dat nu reeds, wegens bezuiniging op de personeelsformatie, aan een 3 tal los aangestelde klerken der Lichtfabrieken, tegen 1 Juli a.s. ontslag is aangezegd; dat vele tijdelijke en losse krachten aan dit bedrijf al eenige jaren onafgebroken werkzaam zijn, zoodat hier van een los dienstverband in den gewonen zin des woords, geen sprake is; dat zij U mogen verwijzen naar de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Haarlem en Deventer, welke reeds eerder over gingen tot het vaststellen van een crisis-steunregeling voor werklooze ambtenaren; Redenen waarom zij Uwen Raad, onder verwijzing naar bijgaande memorie van toelichting, dringend verzoeken wel te willen besluiten tot vaststelling van een zoodanige steun regeling, waardoor de tijdelijke en losse ambtenaren en beambten bij eventueel ontslag voor broodsgebrek worden behoed. 'tWelk doende enz., M. G. Verwey, Voorzitter. J. W. van Hees, Secretaris. Leiden, 15 Juni 1922. N°. 340. Leiden, 31 October 1922. Wij hebben de eer, ter vervulling van de vacature in ons College, ontstaan door het overlijden van Prof. Dr. J. P. Kuenen, U in te zenden de volgende aanbeveling: 1°. Dr. W. P. JORISSEN, Lector in de Scheikunde aan de Rijks-Universiteit te Leiden. 2°. Dr. C. A. CROMMELIN, Assistent in de Natuurkunde, Alhier. Curatoren van het Gymnasium, D. C. Hesseling, Voorzitter M. B. Vos, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 341. Leiden, 31 October 1922. Bij art. 7, 4e lid, der verordening van 26 Juli 1920 (Gem. Blad No. 33), houdende reglement voor het Burgerlijk Arm bestuur te Leiden, wordt bepaald dat jaarlijks op 1 Januari twee leden van dat bestuur aftreden. Ditmaal zijn aan de beurt van aftreding de heeren H. W. Blote en J. P. Mulder, die echter terstond herkiesbaar zijn. Ter vervulling nu van de door die aftreding te ontstane vacatures, bieden wij U, na raadpleging van het Burgerlijk Armbestuur, de volgende aanbevelingen aan: Vacature-Blote. 1°. H. W. BLOTE. 2°. Dr. H. J. M. BOONACKER. V acature-M ulder. 1°. J. P. MULDER. 2°. Dr. S. C, MEIJERING. Wij verzoeken Uwe Vergadering thans tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 342. Leiden, 31 October, 1922. Blijkens het in de Leeskamer liggend schrijven van het Bestuur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs verzoekt de heer H. J. van Kerkhoff ontslag als lid van dat bestuur, zulks in verband met zijne betrekking van tijdelijk Ambtenaar aan de Arbeidsbeurs. Aangezien bij genoemd bestuur tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat en evenmin bij ons College, stellen wij Uwe Vergadering voor aan den heer H. J. van Kerkhoff, op diens verzoek, eervol ontslag te verleenen als lid van het Bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 343. Leiden, 31 October 1922. Bij raadsbesluit van 25 April 1910 (Ingek. Stukken No. 100) werd aan de Leidsche Duinwater Maatschappij onder meer vergunning verleend, om de hoofdbuis in den Rijksstraatweg 's-GravenhageHaarlem onder de gemeente Oegstgeest te verlengen tot aan het Oegstgeesterkanaal. De diepte van de langs dien weg gelegen terreinstrook, welke uit die hoofd buis water zou mogen betrekken, werd daarbij echter niet vastgelegd, zoodat alleen de onmiddellijk aan dien weg ge legen perceelen krachtens deze vergunning op de hoofdbuis mochten worden aangesloten. Voor de perceelen, gelegen aan de Zoutkeetlaan, welke weg dicht bij het Oegstgeesterkanaal op den Rijksstraatweg uitkomt (zie de teekening), was het maken van een aansluiting op genoemde hoofdbuis derhalve nog niet toegestaan. De Leidsche Duinwater Maatschappij vraagt thans in nevensgaand adres vergunning, om ook in de Zoutkeetlaan buizen te mogen leggen. Inwilliging van dit verzoek ontmoet noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij den Commis saris der gemeente bij de Leidsche Duinwater Maatschappij bedenking. Het aantal aan te sluiten perceelen is niet groot en de daaraan te verstrekken waterhoeveelheid van geringen omvang. Wij geven U mitsdien in overweging aan de Leidsche Duinwater Maatschappij vergunning te verleenen haar bui zennet in de gemeente Oegstgeest uit te breiden met buizèn, te leggen in de Zoutkeetlaan ten behoeve van de aansluiting van perceelen, die niet meer dan 100 M. van de te leggen hoofdbuis verwijderd zijn, onder voorwaarde, dat deze ver gunning ophoudt van kracht te zijn, indien daarvan vóór of op 1 Januari 1924 geen gebruik is gemaakt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad van de gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Leidsche Duinwater Maatschappij, gevestigd te Leiden: dat bij haar een verzoek is ingekomen van de gemeente Oegstgeest om buizen te leggen in de Zoutkeetlaan, zooals de hierbij overgelegde teekening aangeeft; dat zij volgens Art. 12 der Concessievoorwaarden daar voor de toestemming van Uwen Raad behoeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 21