216
overgegaan, de verschillende gemeenteraden hunne desbe
treffende verordeningen wederom zouden moeten wijzigen
hetgeen de inwerkingtreding van den dienst, in verband met
het verkrijgen der Koninklijke goedkeuring, gedurende ge-
ruimen tijd zou vertragen, hebben de gemeenteraden van
'Warmond en Voorschoten er in toegestemd, voörloopig voor
één jaar de voor de andere bij onzen dienst aangesloten
gemeenten geldende keurloonen ook in hunne gemeenten te
heffen.
Zooals wij reeds in ons schrijven van 15 Juli j.l. No. 14/10
te kennen gaven, is thans aanstelling van een derden hulp
keurmeester noodig.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College
beleefd in overweging den Baad voor te stellen:
a. Uw College te machtigen met de gemeenten Warmond
en Voorschoten overeenkomsten aan te gaan in zake de
aansluiting van die gemeenten bij den keuringsdienst van
vee en vleesch der gemeente Leiden, overeenkomstig het in
Ingekomen stuk blo. 249 afgedrukt ontwerp C;
b. de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis
te machtigen te zijner tijd over te gaan tot aanstelling in
tijdelijken dienst van een hulpkeurmeester in den rang van
keurmeester-opzichter.
De Commissie van Beheer over het
Openbaar Slachthuis,
W. Pera, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van Leiden.
|N0. 336. Leiden, 29 October 1922.
In nevensgaand adres verzoekt J. Verboon, aan wien
ingevolge Uw besluit van 31 October 1921 (Ingek. Stukken
n°. 354) tegen een jaarlijkschen huurprijs van 2750.eenige
perceelen wei- en teelland in den Bosch- en Gasthuizer-
polder ter gezamenlijke oppervlakte van 10. 90. 73 H.A.
werden verhuurd, vermindering dier pachtsom tot 1650.
a. ƒ1700.per jaar.
Dit verzoek is gegrond op adressant's bewering, dat de
landbouwproducten sedert het sluiten der huurovereenkomst
in waarde zijn gedaald, waardoor het hem moeilijk valt de
pachtsom ad 2750.op te brengen.
Met de Commissie van Beheer over het Grondbedrijf zijn
wij echter van meening, dat er geenerlei aanleiding bestaat
op dit verzoek in te gaan. De gemeente heeft steeds, ook
in de oorlogsjaren, het standpunt ingenomen, dat aan de
eenmaal overeengekomen pacht- of aannemingssom moet
worden vastgehouden. Inwilliging van het verzoek zou een
gevaarlijk precedent scheppen, aangezien dan de mogelijkheid
niet zou zijn uitgesloten, dat meerdere pachters of aan
nemers, zoodra het hen tegenliep, vermindering van de pacht
som of verhooging van de aannemingssom zouden vragen.
Jlen tegenovergesteld standpunt zou trouwens moeten
inhouden de erkenning van het recht der gemeente om
een pachtsom te verhoogen of wel een aannemingssom te
verminderen, indien handhaving van de overeengekomen
pacht- of aannemingssom tot groote winsten van haren
medecontractant zou leiden. En een dergelijk recht nu zou
wel geen enkel pachter of aannemer aan de gemeente willen
toekennen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging, op
het verzoek van den pachter J. Verboon niet in te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg en Weth. van Leiden.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Geeft met den meest en eerbied te kennen:
J. Verboon, Veehouder te Leiden:
dat hij huurder is van eenige perceelen wei- en teelland
in den Bosch- en Gasthuizerpolder, Sectie O No. 639, 640,
644, 645, 646, 647, 648, 649, 653, 654, 659, 660, 661, 662 en
664, welke perceelen door hem zijn gehuurd voor den tijd
van 5 jaren, ingaande 1 Januari 1922 en eindigende 31
December 1926, tegen een huurprijs van ƒ2750.(Twee
duizend zeven honderd en vijftig gulden) per jaar;
dat door hem, bij het mededingen naar deze pacht en
bij het aanvaarden van de verplichtingen, op het huur
contract rustende, niet kon worden vermoed, dat de opbrengst
van deze perceelen reeds in den loop van het éérste huur
jaar zóódanig zoude verminderen, (voornamelijk door onvoor
ziene daling in de melkprijzen), dat het adressant niet
mogelijk is eene zóó hooge pachtsom te betalen;
dat hij aan de hand van verzamelde gegevens kan be
wijzen; thans reeds met verlies te moeten werken;
dat hij, ter illustreering hiervan, gaarne zoude wijzen op
de omstandigheid, dat hij nu, over de meest vruchtbare
maanden van dit jaar, t. w. de maanden April t/m Augus
tus, de tijd dus, dat de koeien het meeste melk geven
aan geleverde melk slechts een bedrag ontving van f 2030.
dat de melkprijzen zelfs nil nog eer neiging tot filling
dan tot stijging vertoonen en de melkproductie met het
aanbrekende najaar schier dagelijks minder wordt;
dat hij hierbij nog gezwegen heeft van zijne bedrijfson-
kosten, arbeidslooneD, belasting, enz. hoewel deze posten
eveneens een aanzienlijke uitgaafspost vormen en gevoegelijk
geschat kunnen worden op circa f450.a 500.per jaar;
dat het voor hem zijn ondergang beteekent, indien het
Gemeentebestuur hare overigens rechtmatige aanspraken op
de overeengekomen pachtsom zoude handhaven;
Bedenen, waarom hij Uw zeer geacht College met den
meesten eerbied verzoekt het daarheen te willen leiden dat
hem althans voorloopig voor het jaar 1922, gedeeltelijke
ontheffing worde verleend van de te betalen pachtsom en
deze gesteld wordt pp ƒ1650.a f 1700.
'tWelk doende
J. Verboon
Leiden, 8 September 1922.
N°. 337. Leiden, 30 October 1922.
In Uwe Vergadering van 20 Februari 1922 (Ingek. Stukken
no. 51) werd besloten de perceelen Wernershof, nis 1, 2, 3,
46, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13, Ferdinand Wernerspoort nis
1, 2, 3 en 4, Willem Frederikspoort nis 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7
wegens ingesloten ligging, geringen toevoer van lucht, vocht
en vervallen toestand, en het perceel Paradijssteeg no. 58
wegens vocht en vervallen toestand onbewoonbaar te ver
klaren en te gelasten, dat de genoemde perceelen moesten
zijn ontruimd binnen zes maanden, te rekenen van den dag,
waarop de tijd tot voorziening was verstreken of het besluit
tot onbewoonbaarverklaring was gehandhaafd.
Tengevolge van den nog heerschenden woningnood is het
voor de bewoners niet mogelijk geweest, om eene andere
woning te verkrijgen. Er is derhalve alleszins aanleiding om
den termijn van ontruiming met 6 maanden te verlengen.
Ook de Gezondheidscommissie ziet zich, zij het ook zeer
noode, genoopt hiertoe te adviseeren.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging den
termijn van ontruiming te verlengen en, aangezien de termijn
van ontruiming op 25 September j.l. reeds was verstreken,
thans te bepalen dat de genoemde woningen uiterlijk op
25 Maart 1923 moeten zijn ontruimd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 338. Leiden, 30 October 1922.
Een aantal bewoners van de Bijn- en Schiekade, den Haag-
weg, den Witten Singel en van het Noordeinde en aangrenzende
straten, dringt in een tot U gericht adres aan op de totstandko
ming van een vaste brug over de Trekvliet ter hoogte van de
Groenhovenstraat. Ter ondersteuning van dit verzoek voeren
adressanten o.a. aan, dat de Haagbrug soms defect en het
verkeer daarover alsdan belemmerd is, in welk geval zij, die,
komende van den Haagweg, het Noordeinde en het verder
•gelegen stadsgedeelte willen bereiken, zich een omweg van
ongeveer 2,5 K.M. over de Wouterenbrug moeten getroosten.
Het komt ons voor, dat dit argument niet zeer steekhoudend
is. Immers is en blijft een gebrek aan de Haagbrug als dat,
hetwelk zich volgens de adressanten op 1 Juni j.l. heeft
voorgedaan en waarvan de herstelling een half uur zou hebben
gevorderd, een groote uitzondering. Vooral nu tengevolge
van de omlegging van de vaart buiten de stad de scheepvaart
door de Haagbrug veel geringer is dan voorheen, bepaalt
het oponthoud voor voetgangers, rijtuigen, enz. zich in den
regel tot enkele minuten. Het zal dan ook wel niemand
invallen, om, als de brug open is, den grooten omweg via
Wouterenbrug te maken, terwijl men vermoedelijk evenmin
zou wandelen naar de verlangde brug, om vervolgens langs
de Groenhovenstraat en den Witten Singel het Noordeinds-
plein te bereiken. Veeleer zal men even wachten, totdat de
brug weer gesloten is.
Tot staving van hun verzoek merken de adressanten voorts
op, dat zoolang de brug over de Trekvliet tegenover de
Groenhovenstraat niet is gemaakt, de bewoners van de Bijn- en
Schiekade eene directe verbinding met de binnenstad over
den Witten Singel en de Paterbrug missen, welke verbinding-
zij met het oog op het bezoeken van school, kantoor en
werkplaats zeer gewenscht achten.
In dit verband zij herinnerd aan een adres van gelijke
strekking als het onderhavige^ beb an del d in Uwe Vergadering
van 21 Maart 1912. Op grond van de overweging, dat slechts