GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 213 ISeEKOHEH STUKKEN. Nn. 322. Leiden, 16 October 1922. Tegen de kostelooze overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van de Maria Gondastraat, onder de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde voorwaarden (Ingek. Stukken No. 315) heeft de Commissie van Financiën geene bedenking; evenmin tegen de bij die voordracht ge voegde begrootingsregeling. Zij geeft U mitsdien in overweging, dienovereenkomstig te besluiten. Ook ontmoeten de begrootingsregelingen in zake de kosten van uitbreiding en (of) verandering van de inrichting der jongensscholen aan de Haarlemmerstraat en het Rapenburg van het R. Kath. Parochiaal Kerkbestuur (Ingek. Stukken No. 317) en die betreffende de verbetering van eenige bruggen aan de Oostdwarsgracht (Ingek. Stukken No. 306) bij de Commissie geen bezwaar, indien de Raad de voor ëen en ander vereischte gelden beschikbaar stelt. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 323. Leiden, 18 October 1922. Bij zijn in de Leeskamer liggend schrijven verzoekt de heer Prof. Mr. A. S. Oppenheim, in verband met zijn aan staand vertrek uit de gemeente, hem wel ontslag te verleenen als plaatsvervangend-lid van het Hoofdstembureau in Kieskring I ter verkiezing van de leden van den Gemeente raad, welk bureau tevens optreedt als Centraal-Stembureau. Aangezien bij ons College tegen de inwilliging van dat verzoek geenerlei bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergade ring in overweging aan Prof. Mr. A. S. Oppenheim het gevraagde ontslag eervol te verleenen. Ter vervulling van de door dat ontslag ontstane vacature bevelen wij voor eene benoeming tot plaatsvervangend- lid van het Hoofd- tevens Centraal-Stembureau aan den heer Prof. Mr. E. M. Meijers, Hoogleeraar aan de Rijks-Universiteit alhier. Onder mededeeling dat wij den heer Meijers tevens hebben aanbevolen voor eene benoeming tot plaatsvervangend-lid van het Hoofdstembureau ter verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van dat voor de verkiezing van de leden van de Provinciale Staten, welke bureaux in den regel uit dezelfde leden en plaatsvervangende leden bestaan als dat voor de verkiezing van de leden van den Raad, verzoeken wij U thans tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 324. Leiden, 18 October 1922. Bij nevensgaand schrijven verzoekt de heer F. Gordon hem wel eervol ontslag te willen verleenen als Regent van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis alhier. Aangezien noch bij het College van Regenten over die stichting, noch bij ons tegen inwilliging van dat verzoek bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den heer F. Gordon op de meest eervolle wijze ontslag te verleenen als Regent van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, onder dankbetuiging voor de lang durige en goede diensten aan die inrichting bewezen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 16 September 1922. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Heeft de eer te kennen te geven de ondergeteekende F. Gordon, dat persoonlijke redenen hem noopen de hem bij besluit van den Raad van 17 Mei 1900 opgedragen betrekking van Regent van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis alhier gevestigd, neder te leggen, waarom hij den Raad verzoekt om eervol ontslag als zoodanig. Met verschuldigde hoogachting F. Gordon. N°. 325. Leiden, 19 October 1922. Wij hebben de eer U voor te stellen, op de ter visie liggende bezwaai schriften inzake schoolgeld Middelbaar- en Ilooger Onderwijs, heffingsjaar 1921/22, te beschikken over eenkomstig ons mede ter visie liggend advies. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 326. Leiden, 24 October 1922. Bij nevensgaand adres verzoekt de heer J. A. Duffels eervol ontslag uit zijne betrekking van Schoolarts. Aangezien noch bij het College van Stads-geneesheeren, noch bij ons College tegen inwilliging van dat verzoek bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den heer J. A. Duffels, op diens verzoek, met ingang van 16 November a.s., eervol ontslag te verleenen als School arts in deze gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 28 September 1922. Aan den Raad der gemeente Leiden, Heeft ondergeteekende de eer, ingevolge zijner benoeming door den Raad der gemeente Heerlen tot „hoofd van den gemeentelijken Medischen dienst" aldaar, beleefd ontslag te vragen van zijne betrekking van gemeentelijk schoolarts hier ter stede en wel met ingang van 16 November aan staanden. Hetwelk doende enz. J. A. Duffels. N°. 327. Leiden, 24 October 1922. Onder overlegging van nevensgaand adres van J. Kukler, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant vergunning te verleenen om de te maken schuur, tegen den privaatuitbouw in den tuin van het perceel Maredijk no. 43, Kad. Sectie L. No. 921/1256, van hout te doen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan WelEdel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders Gemeente Leiden Ondergeteekende verzoekt beleefd vergunning, tot het maken van een Schuurje van Kout achter Perseel Maredijk No. 43, te Leiden, volgens bijgaande teekening. In beleefde afwachting J. Kukler. Maredijk 43 Leiden. N°. 328. Leiden, 24 October 1922. In verband met den bouw van de scholen der Vereeniging voor Christelijk Onderwijs achter den Zijlsingel nabij de Oosterstraat, is het noodig, dat wordt overgegaan tot het dempen van eenige slootgedeelten en het aanleggen van wegen, met daarbijbehoorende rioleering, opdat deze scholen een behoorlijken toegang vanaf den singel en de Oosterstraat verkrijgen. Op de bijgaande teekeningen is een en ander nader aangeduid. Ten Westen van de schoolgebouwen kan voorloopig zonder bezwaar worden volstaan met een toegangsweg ter halve breedte van de ter plaatse ontworpen straat, zoodat de aldaar aanwezige sloot, die voor de helft particulier eigen dom is, niet behoeft te worden gedempt. De kosten van deze slootdemping, rioleering en straat- aanleg worden globaal geraamd op 22.500. Door de uit voering van de voorgenomen werken zal de nabij gelegen aan de gemeente toebehoorende grond als bouwterrein in exploitatie kunnen worden gebracht en hetzij aan eene woningbouwvereeniging ter bebouwing uitgegeven of aan particulieren verkocht kunnen worden. Onder mededeeling, dat de voor de slootdemping vereischte vergunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland be reids is verkregen, geven wij U mitsdien, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging door vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat ten behoeve van de bovenomschreven sloot demping, rioleering en straataanleg een bedrag van ƒ22.500 te onzer beschikking te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 15